Wonen in het klein: Hoe pak je dat aan?
Nog geen vijf jaar geleden had vrijwel niemand van tiny living gehoord. Inmiddels is de woonvorm bezig het land te veroveren. Letterlijk, want je kunt niet zomaar overal je kleine huisje neerzetten. En dat betekent dat de vraag naar woonplekken voor tiny houses op dit moment groter is dan het aanbod.
Gelukkig voor de liefhebbers zijn er steeds meer gemeentes die interesse in het woonconcept hebben en stukken grond beschikbaar stellen; voor korte en langere tijd, soms zelfs permanent.
Kleiner en duurzamer
Natasja Oosterloo is projectmedewerker bij de Stichting Tiny House Nederland. Zelf heeft ze haar droom om kleiner en duurzamer te leven waargemaakt met haar vriend. Haar huisje met 20 vierkante meter woonoppervlak staat in Tiny Village Kleinhuizen in Nieuwegein.
Hoe is haar woondroom begonnen? "Wij zijn eerst bij bewoners van tiny houses op bezoek gegaan. Dat raad ik iedereen aan, want je kunt wel over klein wonen dromen, maar om te weten of het echt bij je past, is het goed een huis van binnen te bekijken. Wij hebben zelfs in verschillende huisjes overnacht. Je hebt regelmatig open dagen waar bewoners hun huis openstellen voor publiek. Verder zijn er zo nu en dan bijeenkomsten waar je meer te weten kunt komen over tinylivinginitiatieven."
Hoe groot een tiny house precies is, verschilt per huis. Bij de Stichting Tiny House Nederland hebben ze als definitie voor een tiny house afgesproken dat deze niet meer dan 50 vierkante meter woonoppervlak mag hebben (inclusief verdieping), grondgebonden moet zijn (dus geen woonboot) en voor permanente bewoning is. Het huis kun je zelf laten bouwen, of aankopen. Er is zelfs een soort marktplaats voor tiny living: TinyFindy.
Ruime bank
Hoe heeft Oosterloo haar huis gevonden? "Wij hebben een architect gevraagd een huis te ontwerpen en een aannemer om het te bouwen. Praat eerst met de architect over je wensen. Wij wilden graag duurzamer leven. We houden van koken, dus wilden we een groot keukenblad en voorraadruimte, we wilden een ruime bank waar je met z'n tweeën op kan liggen en wij vinden ruimte en licht belangrijk. Dat zie je allemaal terug in ons huis."
Voor een tiny house kun je (nog) geen hypotheek krijgen. Dat betekent dat je zelf moet investeren. Oosterloo vroeg onder meer familie en vrienden om een bijdrage.
"Wij hebben iedereen een mail gestuurd met de vraag of ze ons geld wilden lenen voor onze droom. Dat was een beetje eng, maar iedereen reageerde enthousiast. Dankzij die bijdrages en wat eigen spaargeld hebben we ons huis kunnen financieren. Een tiny house hoeft niet duur te zijn. Ons huis heeft met bouw, techniek, installatie, meubels, aannemer en architect zo'n 60.000 euro gekost, maar als je zelf bouwt, kun je al vanaf 20.000 euro een huisje hebben", zegt Oosterloo.

IKEA toont meubelconcepten speciaal voor kleine huizen
De woonplek
Als je een huis bouwt of laat bouwen, kun je niet zomaar overal wonen. Natuurgebieden en recreatiegebieden hebben bijvoorbeeld geen woonbestemming. Maarten Hoorn weet als projectleider ruimte bij Platform31 goed waar de schoen vaak knelt voor mensen die in een tiny house willen gaan wonen.
"Veel mensen die kleiner willen wonen, willen meer ruimte en rust om zich heen. Maar net als met gewone woningen kun je een tiny house niet zomaar ergens opbouwen. Er moet een woonbestemming zijn. Een woonbestemming regelen kan wel, via een bestemmingsplan of vergunningen, maar ook hier moet het binnen de regelgeving passen. Vooral voor particulieren vergt dit veel gepraat, gelobby en geregel bij een gemeente. We hebben niet voor niets met z'n allen afgesproken dat we bijvoorbeeld natuurgebieden hebben om van te genieten. Dat zijn geen woonplekken", vertelt Hoorn.
En wanneer je wilt wonen op een tijdelijk braakliggend terrein bestemd voor woningbouw? "Ik merk dat gemeenten huiverig zijn geworden voor tijdelijke bewoning van braakliggend land. Ze hebben hiermee de afgelopen jaren geëxperimenteerd, maar daarna willen mensen niet graag weg en is de maatschappelijke druk te groot om bewoners zomaar van het land te verwijderen, ook al zijn hier afspraken over gemaakt", aldus Hoorn.
Meer ruimte
In 2021 komt er een nieuwe Omgevingswet, wat betekent dit voor toekomstige tinyhousebouwers? Hoorn: "Gemeenten mogen meer zelf beslissen, terwijl ze zich nu nog aan veel rijksregels moeten houden. Dat biedt meer ruimte voor eigen invulling. Wanneer je als toekomstige tinyhousebewoner kunt aantonen dat je duurzaam gaat leven, bijvoorbeeld zonder gas en gebruik van riolering, en je woning circulair gebouwd is, dan kan het zijn dat een gemeente je sneller toestaat een woning neer te zetten op een plek waar dat normaal niet zou mogen."
Waar liggen nog kansen voor toekomstige tiny houses volgens Hoorn? "Er zijn leegstaande boerderijen die zijn verpauperd en waar niemand wil wonen. Door de boerderij te slopen en er een gemeenschap van tiny houses te realiseren, kun je zo'n plek aanpakken. Op zo'n manier draag je bij aan de omgeving en zijn gemeenten sneller bereid mee te werken. Daarnaast kun je met een groep meer aanpakken dan alleen."
Volgens Oosterloo is het daarom slim eerst te kijken of er al initiatiefgroepen zijn waarbij je je kunt aansluiten. "Er zijn in Nederland verschillende initiatiefgroepen. Die zijn al actief bezig om locaties te realiseren."