
Dit viel op in de poulefase: Afrika is terug en extreem weinig rode kaarten
Alle continenten vertegenwoordigd bij laatste zestien
Dit toernooi is een bijzondere primeur gerealiseerd. Sinds de invoering van het format met een achtste finale in 1986 kwam het namelijk nooit voor dat liefst zes continenten minimaal één vertegenwoordiger bij de laatste zestien hadden. Oceanië was vaak de spelbreker, maar deze keer stootte Australië door. 'The Socceroos' kregen dat in 2006 ook voor elkaar. Maar destijds strandden alle Aziatische teams in de eerste ronde. Overigens maakt Australië als voetballand deel uit van de Aziatische confederatie.
Afrika evenaart record, stap terug voor Europa
Voor de tweede keer in de WK-historie reikten twee Afrikaanse landen tot de laatste zestien. Marokko kroonde zich zelfs tot winnaar van groep F. Ook Senegal overleefde de eerste ronde, door achter Nederland als tweede te eindigen in groep A. De enige andere keer dat er twee Afrikaanse teams bij de laatste zestien zaten, was in 2014. Destijds waren dat Nigeria en Algerije. Vier jaar geleden strandden alle Afrikaanse landen al in de eerste ronde.
Europa zet met acht achtstefinalisten juist een stap terug ten opzichte van het WK 2018. Bij het toernooi in Rusland leverde de UEFA liefst tien teams aan de knock-outfase. Wel doet Europa het nu beter dan in 2010 en 2014, toen het zes ploegen bij de laatste zestien had.

Iets minder doelpunten dan in 2018
De 48 groepsduels leverden 120 goals op, goed voor een gemiddelde van 2,50 doelpunten per duel. Daarmee ligt het moyenne iets lager dan in 2018 (2,54). Acht jaar geleden verliep de eerste ronde wat betreft het aantal doelpunten een stuk spectaculairder. Destijds werden er 136 treffers gemaakt, wat neerkomt op een gemiddelde van 2,83 goals per wedstrijd. Het laagterecord in deze eeuw werd gevestigd in 2010: 2,10 treffers per groepsduel.
Aantal eigen goals flink afgenomen
Tijdens het WK 2018 ging er gevoelsmatig geen dag voorbij zonder een eigen doelpunt. Uiteindelijk vielen er liefst negen in de groepsfase. De eerste ronde van dit WK leverde slechts twee eigen doelpunten op: van de Marokkaan Nayef Aguerd tijdens het duel met Canada en van de Duitse doelman Manuel Neuer in de wedstrijd tegen Costa Rica. Het WK 2018 was een statistische uitschieter: tijdens de groepsfases van de toernooien van 2002 en 2006 vielen drie eigen doelpunten, in 2010 waren dat er twee en in 2014 vier.

Slechts twee rode kaarten in eerste ronde
Zijn de spelers extra voorzichtig door de VAR? Of is het toeval dat alleen de Welshe doelman Wayne Hennessey en de Kameroense spits Vincent Aboubakar van het veld werden gestuurd? De sluitpost kwam in de wedstrijd tegen Iran met een karatetrap in ten opzichte van Mehdi Taremi, terwijl Aboubakar in het duel met Brazilië zijn tweede gele kaart kreeg omdat hij zijn shirt uittrok bij het juichen.
Vier jaar geleden - toen de videoarbitrage zijn debuut op het hoogste landenpodium vierde - was het al opvallend dat er slechts drie rode kaarten werden uitgedeeld in de eerste ronde. In 2002 lag het aantal rode kaarten in de groepsfase op negen, in 2006 op achttien, in 2010 op dertien en in 2014 op negen. In 2006 kreeg de Kroaat Josip Simunic tegen Australië zelfs drie keer geel van arbiter Graham Poll, die zijn administratie niet op orde had.
Veel minder goals uit standaardsituaties
Vier jaar geleden regende het doelpunten uit strafschoppen en hoekschoppen. Bij het opmaken van de balans na de eerste ronde bleek dat er 55 treffers uit dodespelmomenten waren gevallen. Bij dit WK stokte de teller op slechts 25 doelpunten uit standaardsituaties, mede door de gemiste strafschoppen van André Ayew, Lionel Messi, Alphonso Davies en Robert Lewandowski. Als enige ploeg maakte Senegal meer dan twee goals uit een standaardsituatie: drie.
