De 29-jarige Hoogland had niets te duchten van de concurrentie. De Nederlander klokte een tijd van 58,20 seconden. De Spanjaard Alejandro Martínez moest genoegen nemen met zilver (59,68). Maximilian Dornbach uit Duitsland pakte brons (59,77).

In de kwalificatie was Hoogland al goed geweest voor een tijd van 57,81. Dat is een wereldrecord op zeeniveau. Hoogland was eerder al de beste in 2015, 2017 en 2021.

Hoogland is regerend wereldkampioen op dit niet-olympische onderdeel. Woensdag was hij al succesvol met Harrie Lavreysen en Roy van den Berg met goud op de teamsprint.

De 21-jarige Van der Duin zat in de race waarbij na een ronde steeds een renner afvalt goed van voren. In de strijd om de medailles ging het bijna mis, maar de Nederlandse bleek haar fiets net iets eerder over de streep te hebben gezet dan de Britse Elinor Barker. Het goud was voor de Belgische Lotte Kopecky.

Van der Duin won vorig jaar WK-zilver op het onderdeel omnium en scratch, maar pakte bij de elite nog nooit een medaille op een EK baanwielrennen. Wel werd ze twee jaar geleden Europees kampioene scratch bij de EK baanwielrennen voor beloften.

Yoeri Havik bleef op de tweede dag van de EK buiten de medailles op de puntenkoers. De regerend wereldkampioen pakte in een onoverzichtelijke race slechts acht punten en eindigde op een teleurstellende negende plek. Simone Consonni uit Italië veroverde het goud met een puntentotaal van 54 punten.

De 31-jarige Havik werd vorig jaar nog verrassend wereldkampioen in het Franse Saint-Quentin-en-Yvelines. Hij reed destijds het peloton drie keer op een ronde, waardoor hij veel punten verzamelde.

Nederland staat na de tweede dag op vijf medailles. De teamsprintsters en Philip Heijnen (afvalkoers) pakten woensdag brons.