Mieren gebruiken hun antennes om te 'ruiken', omdat ze geen neus hebben. Zo kunnen ze voedsel en andere mieren vinden. Voor het onderzoek hebben de wetenschappers de mieren getraind om kankercellen op te sporen in de urine van knaagdieren.

De onderzoekers trainden de mieren zo dat ze dachten dat de tumorcellen naar suiker roken. Bij de urine met tumorcellen bleven de mieren langer staan dan bij de urine zonder tumorcellen.

Deze manier van tumorcellen ontdekken werd eerder al getest bij honden. Maar volgens de onderzoekers doen de mieren het beter dan andere dieren, doordat ze gemakkelijker te trainen zijn. Daarnaast zouden mieren de tumorcellen sneller kunnen ontdekken. Daardoor kan de ziekte sneller en effectiever worden behandeld.

Voordat de mieren op grote schaal kunnen worden gebruikt voor het opsporen van kanker is er nog wel veel werk te verrichten, denken de wetenschappers.