De onderzoekers keken naar de fysieke structuur van hersenen van zestienjarigen. Ze ontdekten dat de groep die een lockdown had meegemaakt, een grotere hippocampus en amygdala had. Dat zijn hersengebieden die onder meer angst en stress helpen te reguleren.

Tegelijkertijd vonden de onderzoekers dat het weefsel in de cortex van de tieners dunner was geworden na een lockdown. Dit gedeelte van de hersenpan stuurt spieren aan en zorgt ervoor dat je beslissingen kan maken. Het is normaal dat het weefsel dunner wordt naarmate mensen ouder worden, maar de pandemie leek dit proces te hebben versneld.

De voortijdige veroudering van de hersenpan is niet iets positiefs. Eerder onderzoek wees uit dat onder meer verwaarloosde, chronisch gestreste of misbruikte kinderen een soortgelijke hersenontwikkeling hebben. Zij lopen een groter risico op depressie, angst en verslaving.

De onderzoekers konden de hersenen van een groep zestienjarigen vergelijken met die van zestienjarigen vóór de coronapandemie. Ze waren namelijk al acht jaar bezig met een langlopend hersenonderzoek. Daarbij maakten de wetenschappers elke twee jaar MRI-scans van een groep jongeren.

De wetenschappers zeggen er wel bij dat ze nog niet weten of de verandering in de hersenen blijvend is. Langetermijnonderzoek moet dat uitwijzen. Ook kunnen andere factoren dan de lockdown hebben meegespeeld bij de verouderde hersenen, zoals angst voor de pandemie zelf.