
Hoe John Rackham de Caraïben onveilig maakte in gouden eeuw voor piraterij
De Caraïbische Zee was in de zeventiende en achttiende eeuw een gevaarlijke plek voor zeelieden. Tijdens de zogenaamde gouden eeuw voor de piraterij, ongeveer van 1650 tot 1730, was deze watermassa een broeinest van piraten. De piraten voeren uit vanuit onder meer de havenstad Nassau in de Bahama's.
Nassau was gesticht door de Britten, maar zij waren er hun macht verloren. Piraten hadden het lokale bestuur omgekocht en na meerdere Franse en Spaanse invallen was Nassau vrijwel verlaten. Zeerovers grepen er de macht en stichtten een 'piratenrepubliek'.
Een aantal van die piraten uit Nassau is vandaag de dag nog bekend. Eén van hen was John Rackham. Hij stond ook wel bekend als 'Calico Jack', vanwege zijn voorliefde voor kleding van de felgekleurde stof calicot.
Rackhams kapitein weigerde marineschip aan te vallen
Rackham begon zijn carrière op het schip van de gewelddadige kapitein Charles Vane. Nadat Vane een Frans marineschip had laten varen omdat deze veel beter bewapend was, beschuldigde Rackham de kapitein van lafheid.
De meeste bemanningsleden stonden achter Rackham; het Franse marineschip had mogelijk een grote buit kunnen opleveren. Vane werd afgezet en Rackham werd kapitein.
Rackham ontdekte al snel dat het makkelijker is om over de kapitein te klagen dan om kapitein te zijn. Rackham was dan ook niet erg succesvol en hij plunderde vooral kleine schepen dicht bij de kust. Na de diefstal van een groot en waardevol koopvaardijschip kreeg hij premiejagers achter zich aan.

Houtsnede van kapitein John Rackham. (Afbeelding: A General History of the Robberies and Murders of the Most Notorious Pyrates, gepubliceerd in 1725)
Koning verleent amnestie om piraterij te stoppen
Terwijl Calico Jack grip kreeg op zijn bemanning, besloot de Engelse koning George I om zijn grip op de Bahama's te herstellen. Hij benoemde een nieuwe gouverneur, Woodes Rogers, en verleende amnestie aan zeelieden die het piratenleven afzwoeren. Door straffen voor piraterij kwijt te schelden, hoopte de koning dat piraten vanzelf zouden stoppen.
De koninklijke amnestie kwam voor de worstelende kaptein Rackham als geroepen. Hij zeilde naar Nassau en beweerde bij gouverneur Rogers dat Rackham en de bemanning door Charles Vane tot piraterij waren gedwongen. Iedereen op Rackhams schip kreeg amnestie.

Tegenwoordig meren geen piratenschepen maar cruiseschepen en jachten aan in Nassau. (Foto: ANP)
Terugkeer naar het piratenleven
Het gezagsgetrouwe leven van Rackham duurde maar kort, tot hij Anne Bonny in Nassau ontmoette. De twee werden verliefd, maar Bonny was getrouwd met een werknemer van gouverneur Rogers. Legaal scheiden bleek onmogelijk en het koppel koos voor het piratenleven.
Rackham en Bonny trokken de zee op met een nieuwe bemanning en plunderden weer schepen. Al snel kwam Mary Read, die zich als man vermomde, bij de crew. Read onthulde haar identiteit aan Rackham toen hij haar verdacht van een affaire met Bonny. Hierna mocht ze blijven.
Na twee maanden piraterij werd het schip van Rackham en Bonny geënterd door piratenjager Jonathan Barnet. Naar verluidt vocht de bemanning, onder leiding van Bonny en Read, tevergeefs voor haar vrijheid, terwijl Rackham zich benedendeks bezatte.
Iedereen aan boord werd ter dood veroordeeld, behalve Bonny en Read. Zij zouden namelijk beiden zwanger zijn van Rackham. Het lichaam van Rackham werd opgehangen op een eilandje bij Jamaica, dat vandaag nog Rackhams Kaai heet.

Houtsnede van Anne Bonny. (Afbeelding: A General History of the Robberies and Murders of the Most Notorious Pyrates, gepubliceerd in 1725)
Einde van de gouden eeuw
De dood van Rackham kwam tegelijk met het einde van de gouden eeuw voor de piraterij. Terwijl Calico Jack werd berecht, was de Britse gouverneur Rogers bezig met het terugveroveren van de piratenrepubliek Nassau.
Piraten verloren hun vertrouwde havens en vielen steeds meer ten prooi aan sterke nationale zeemachten. Nog voor 1730 was het tijdperk van de piraten in de Caraïben voorbij.