
Hoe miljoenen indianen bezweken aan 'onschuldige' ziektes uit Europa
Kort na de oversteek van Columbus in 1492 kregen ziektekiemen de bewoners van het Caribisch gebied in hun greep. Ze verspreidden zich verder naar Mexico, Peru en de rest van de Nieuwe Wereld.
Rond 1527 stierf Inca-keizer Huayna Capac aan een mysterieuze ziekte die zijn gezicht bedekte met korsten. Het rijk van de dode keizer raakte verzwakt en viel uiteen in twee stukken. In 1532 waren er maar 180 Spanjaarden voor nodig om het complete noordelijke Inca-rijk te veroveren en de nieuwe keizer Atahualpa gevangen te nemen.
Bevolking werd uitgedund
De inheemse bevolking vocht niet alleen tegen roofzuchtige, gewelddadige Europese kolonisten, maar ook tegen een onzichtbare vijand. Ongeveer een eeuw na de eerste reis van Christoffel Columbus noteerde de Spaanse geschiedschrijver José de Acosta dat zo'n 97 procent van de inwoners van de Caribische kustgebieden was verdwenen.
Welke ziektes de bevolking van Noord- en Zuid-Amerika het zwaarste hebben getroffen, is uit geschreven bronnen niet af te leiden. Er waren geen artsen in de buurt en schrijvers deden weinig moeite om de juiste diagnose te stellen. Wat voor hen telde, was dat de kolonisten er nauwelijks last van hadden en de lokale bevolking wel.
Spaanse teksten vermelden dat de slachtoffers pokken hadden, maar daar kunnen ze ook andere ziektes mee bedoelen waar je bultjes van kreeg: mazelen, waterpokken en tyfus bijvoorbeeld. Waarschijnlijk hadden veel slachtoffers verschillende virussen tegelijk. Zodra je pokken te pakken had, werd je vatbaarder voor bijvoorbeeld pleuris.

De beroemde Inca-stad Machu Picchu, die uitstierf nadat de Spaanse ontdekkingsreizigers aan land kwamen. Mogelijk werden inwoners geveld door de pokken, die Europese reizigers met zich meebrachten. Foto: Reuters)
Bewijs ligt verscholen in het tandsteen
Maar er zijn ook andere manieren om te achterhalen hoe de ziektes zich over de Nieuwe Wereld verspreidden. Het bewijs ligt opgeslagen in de overblijfselen van de slachtoffers, zegt moleculair archeoloog Kirsten Ziesemer. Zij onderzocht aan de Universiteit Leiden het DNA van micro-organismen in het tandsteen van skeletten op de Caribische eilanden.
"Het is best een zoektocht, want in tandsteen komen meer dan zevenhonderd soorten bacteriën voor", zegt Ziesemer. "Die liggen keurig opgestapeld in laagjes. In de toekomst kun je het DNA van virussen zoals pokken eveneens uit tandsteen halen. Nu is dat moeilijk, omdat de meeste virussen vele malen kleiner dan bacteriën zijn."
Europeanen waren al immuun
Waarom waren de inheemse Amerikanen de klos, en was het niet andersom? Volgens microbiologen komt dat doordat in Azië en Europa al vele duizenden jaren boerderijdieren leven, en in Amerika veel korter. Zo'n tienduizend jaar geleden werden in Azië en Europa voor het eerst koeien, varkens, schapen en andere beesten tam gemaakt.
Het vee werd al snel onmisbaar vanwege de melk, het vlees, de wol en het ploegwerk dat ze leverden. Door het zeer intensieve contact met de dieren sprongen bacteriën en virussen over van de dieren op de boeren. Zo kwamen ze in aanraking met griep, pokken en mazelen. Het leidde regelmatig tot dodelijke uitbraken van ziektes in de Oude Wereld. Maar de inwoners bouwden ook weerstand op.
In Amerika leefden minder dieren die je kon temmen en houden. De enige dieren die de inwoners hielden waren de hond, kalkoen, cavia, lama en muskuseend. Bovendien gebeurde dit veel kleinschaliger dan in Europa of Azië. Daardoor droegen inheemse Amerikanen andere ziektekiemen bij zich dan de Europeanen.

Latijns-Amerikaanse Nahuas worden verzorgd voor hun besmetting met de pokken. (Foto: Wikimedia Commons/Bernardino de Sahagún, publiek domein)
Hoeveel miljoen doden?
We zullen nooit zeker weten hoeveel slachtoffers de infectieziektes in de Nieuwe Wereld hebben geëist. In sommige geschreven bronnen staan inwoneraantallen van bepaalde eilanden vermeld.
Met schat- en vermenigvuldigingswerk schat de ene wetenschapper dat in het Caribisch gebied 8 miljoen mensen woonden vóór de komst van Columbus, een andere komt uit rond de 110 miljoen. Dan is het vasteland van Noord- en Zuid-Amerika nog niet eens meegeteld.