'Prehistorische' koehaai duikt op als witte haai uit gebied verdwijnt
Koehaaien wijken af van de bekendere haaiensoorten omdat ze, bij de variant in Zuid-Afrika, zeven kieuwen per kant hebben in plaats van de vaker voorkomende vijf. In het Engels heet deze soort dan ook 'sevengill shark', wat letterlijk 'zevenkieuwhaai' betekent.
Het onderzoek werd gedaan door haaiendeskundige Neil Hammerschlag van de University of Miami en focuste zich op de wateren rond Seal Island in Zuid-Afrika. Deze omgeving is bekend vanwege de tijdens de jacht uit het water springende witte haaien.
Tijdens het onderzoek, dat in 2000 begon, zijn de witte haaien achtduizend uur geobserveerd vanaf boten. In die periode is 6.333 keer een witte haai waargenomen. Uit deze data bleek dat de populatie tot 2015 relatief stabiel was, maar sindsdien zijn de witte haaien om nog onbekende reden nog maar weinig te zien.
"Er gingen weken en soms maanden voorbij waarin we niet één witte haai zagen", zegt Hammerschlag. "Hoewel we natuurlijk benieuwd zijn hoe dat komt, gaf het ons wel een unieke kans om te zien wat er gebeurt met een ecosysteem in de oceaan als zo'n belangrijk roofdier verdwijnt."

Een witte haai spring uit het water bij een aanval. (Foto: Getty Images)
Koehaai lijkt meer op prehistorische dan moderne haai
Daar dook de zevenkieuwige koehaai dus op, tot verbazing van de onderzoekers. "In de achttien jaar dat we rond dit eiland werken, hebben we die soort nooit gezien", stelt co-auteur Chris Fallows. "Maar sinds de witte haaien echt verdwenen, zo rond 2017, doken de koehaaien opeens op en het aantal neemt sindsdien alleen maar toe."
De koehaai geldt als een 'levende fossiel', omdat de soort erg lijkt op haaiensoorten die al heel lang zijn uitgestorven. Zowel hun skelet als organen tonen meer overeenkomsten met prehistorische haaien dan met de meer 'moderne' haaien.
De onderzoekers zagen 120 van deze haaien opduiken, en waren ook getuige van aanval op een zeeleeuw. Door het verdwijnen van de witte haai waren de koehaaien nu het dominante roofdier in de wateren rond Seal Island en konden ze volgens de onderzoekers dus onbedreigd de omgeving verkennen.