
Lancering nieuwe ruimtetelescoop loopt opnieuw vertraging op
De ontwikkeling van de ruimtetelescoop gaat moeizaam. Het was eerst de bedoeling dat hij al in 2007 zou worden gelanceerd, maar dat wordt bijna jaarlijks verschoven.
"We moeten het hier op aarde in orde hebben, voordat we naar de ruimte gaan. Ik wil benadrukken dat Webb het wachten waard is", zegt Thomas Zurbuchen, bestuurder bij de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.
De vertraging komt onder meer doordat technologieën aan boord goed getest moeten worden. Bovendien zijn er menselijke fouten gemaakt. Zo ontstonden er scheuren in een zonnescherm en schoten er bij een trillingstest zeventig bouten los. Deze vielen in de telescoop. Een paar zijn er nog steeds niet teruggevonden.
Hubble
De James Webb wordt door Europa, de Verenigde Staten en Canada samen ontwikkeld. Het moet de opvolger worden van de Hubble, die al bijna dertig jaar oud is.
De nieuwe ruimtetelescoop moet onder meer zoeken naar planeten waar misschien leven mogelijk is, naar verre sterrenstelsels en naar sporen van de oerknal. De James Webb is ongeveer net zo groot als een tennisbaan. De kern is een 6,5 meter grote spiegel van goud en beryllium. Die vangt het licht uit de ruimte op. De spiegel is drie keer zo groot als die van de Hubble.
Het project kost in totaal meer dan 8 miljard euro. Aan de James Webb wordt al sinds 1996 gewerkt.