
Wetenschappers onthullen uitgestorven mini-dolfijn zonder tanden
Inermorostrum xenops, zoals de soort heet, was van snuit tot staart iets langer dan een meter. Daarmee waren de dieren half zo groot als de moderne tuimelaar.
De ontdekking is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift British Royal Society journal Proceedings B, meldt AFP.
De onderzoekers hadden maar één fossiel tot hun beschikking: een schedel die werd gevonden in een rivier in de buurt van Charleston in de Amerikaanse staat South Carolina. Aan de hand van dit overblijfsel wisten ze de evolutionaire geschiedenis van de soort te ontrafelen, de kop van de dolfijn te reconstrueren en te ontdekken wat het zeedier at.
Tandeloze specialist
Inermorostrum was een vroege afsplitsing van een van de twee grootste groepen walvisachtigen, die van de Odontoceti, de tandwalvissen. Tot deze groep behoren ook potvissen en orka's. De tandwalvissen ontwikkelden sonar om te navigeren.
De andere tak, de baleinwalvissen, voeden zich door grote hoeveelheden zeewater te filteren om krill of plankton binnen te krijgen. Blauwe vinvissen en bultruggen zijn leden van deze groep.
"Inermorostrom had er maar vier miljoen jaar voor nodig om van zijn walvis-voorouders met precies sluitende tanden te evolueren naar een tandeloze specialistensoort die zich voedde door te zuigen", zei hoofdonderzoeker Robert Boessecker, professor aan Charleston College.
Stompe snuit
De dolfijn verloor zijn tanden en kreeg een stompere snuit en krachtige, gespierde lippen. Omdat de neus van het dier naar beneden hing, vermoeden de onderzoekers dat het de oceaanbodem afspeurde naar voedsel. Inermorostrum at waarschijnlijk kleine vissen, inktvissen en andere dieren met een zacht lichaam.
De minidolfijnen waren niet de enige soort die 25 tot 35 miljoen jaar geleden in rap tempo evolueerde. Andere soorten tandwalvissen ontwikkelden lange snuiten met veel tanden om vis mee te vangen. Moderne tuimelaars ontwikkelden er een die tussen de twee extremen in zit, waardoor ze zich zowel met hun tanden als door suctie kunnen voeden.