
Mieren ontwikkelen groter brein door gespecialiseerd werk
Als mieren in grote kolonies leven, hebben ze vaak een relatief groot brein.
Die hersenontwikkeling is waarschijnlijk ontstaan doordat de taken in grote kolonies worden verdeeld en de mieren meer gespecialiseerd werk verrichten.
Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Texas in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.
Acacia
De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door de relatie tussen de grootte van kolonies en hersenformaat te onderzoeken bij acaciamieren. Deze mieren komen voor in Centraal Amerika en maken hun nesten in uitgeholde stammen van acacia's.
In de grote kolonies zijn er twee soorten werkers. Sommige mieren houden zich vooral bezig met de bewaking van het nest, terwijl andere diertjes voedsel verzamelen. In kleinere kolonies voeren alle werkers deze twee taken gezamenlijk uit.
De wetenschappers brachten in hun laboratorium het hersenvolume in kaart van mieren uit verschillende kolonies.
Bewakers
Ze ontdekten dat hersendelen die betrokken zijn bij geheugen en leertaken relatief groot zijn bij werkers uit grote kolonies die naar voedsel zoeken, zo meldt nieuwssite Science Now.
Bij werkers die het nest bewaakten waren deze hersengebieden juist bijzonder klein.
De veranderingen in hersenen suggereren volgens hoofdonderzoekster Sabrina Amador-Vargas dat het bovengemiddeld grote brein van mieren in grote kolonies ontstaat onder invloed van hun gespecialiseerde werk. "Al moet dit nog wel verder worden onderzocht", schrijft ze.
Sociaal
Eerder werd door wetenschappers gesuggereerd dat het toegenomen hersenvolume van mieren in grote kolonies vooral verband zou houden met het grote aantal sociale interacties.
Die theorie gaat waarschijnlijk niet op, omdat lang niet alle werkers in de kolonies grotere hersenen ontwikkelen. De bewakers van het nest hebben immers geen vergroot brein.