'Bloedstamcellen van oudste Nederlandse vrouw waren uitgeput'
Toen de 115-jarige Hendrikje van Andel-Schipper in 2005 overleed, waren de witte bloedcellen in haar lichaam nog slechts afkomstig van twee bloedstamcellen.
Onderzoekers van het VU medisch centrum komen tot die bevinding in het wetenschappelijk tijdschrift Genome Research.
De ontdekking suggereert dat de meeste van haar bloedstamcellen al waren afgestorven en dat er een limiet zit aan de menselijke levensduur.
Mutaties
De wetenschappers onderzochten witte bloedcellen uit het lichaam van Van Andel-Schipper, die haar lichaam na haar dood ter beschikking stelde aan de wetenschap.
Bloedcellen worden normaal gesproken geproduceerd door ongeveer 1.300 stamcellen, die zich voortdurend delen.
Hoe vaker stamcellen zich delen, hoe groter de kans op mutaties. De wetenschappers troffen dan ook ruim vierhonderd mutaties aan in de witte bloedcellen van de vrouw.
Uit deze mutaties kon uiteindelijk worden afgeleid dat het perifeer bloed (bloed dat vrij in de bloedbaan circuleert) van Van Andel-Schippers afkomstig was van nog slechts twee werkzame bloedstamcellen.
Limiet
Veruit de meeste bloedstamcellen in het lichaam van de vrouw functioneerden al niet meer. Hoofdonderzoekster Henne Holstege vraagt zich daarom af of er een grens zit aan de levensduur van stamcellen.
"En zit er daardoor misschien ook een limiet aan de maximale levensduur?", aldus Holstege op nieuwssite New Scientist. "Of kunnen we dit in de toekomst oplossen door de voorraad bloedstamcellen aan te vullen met stamcellen, die we eerder in het leven bewaren?"
Uit het onderzoek blijkt verder dat de telomeren van de bloedcellen van Van Andel-Schipper extreem kort waren. Ook dit wijst op uitputting van de bloedstamcellen. Telomeren zijn de uiteinden van chromosomen, die vermoedelijk bepalen hoe vaak een cel zich kan delen.