'Valse trots maakt homofoob'
Dat concluderen onderzoekers van de University of British Columbia in Vancouver en de Vrije Universiteit in Amsterdam, in het tijdschrift Personality and Social Psychology Bulletin.
Het is al langer bekend dat er twee soorten trots zijn: valse trots - ‘ik heb goed gepresteerd, want ik ben nu eenmaal goed’, - en authentieke trots - ‘ik heb goed gepresteerd, want ik heb er hard mijn best voor gedaan’.
Het eerste type wordt vaak als arrogant en narcistisch beschouwd en is meestal flinterdun: onder de oppervlakte schuilt onzekerheid en een gebrek aan zelfvertrouwen. Mensen met het tweede type trots zijn vaak zekerder van zichzelf en meer bescheiden.
Opgewekte trots
Uit de nieuwe studie blijkt dat deze basishouding bepalend is voor hoe we tegen anderen aankijken.
De onderzoekers namen bij ruim 2200 vrijwilligers in de VS en Canada vragenlijsten af over trots en afgunst. Vervolgens deden ze experimenten met kleinere groepen van ongeveer honderd deelnemers, waarin ze eerst valse of authentieke trots opwekten en daarna casussen voorlegden die met vooringenomenheid, racisme en homofobie te maken hadden.
Inleven
Uit deze experimenten bleek dat wanneer de deelnemers valse trots ervoeren, ze zich harder en bevooroordeelder uitspraken over minderheden en waren over prestaties van anderen.
Authentiek trotsen bleken beter in staat zich in te leven in de positie van anderen, ook als dat iemand van een etnische minderheid of homoseksuele geaardheid betrof.
Volgens de onderzoekers toont deze studie aan dat het bestrijden van discriminatie soms een indirecte aanpak vergt: door de misplaatste trots van discriminerenden aan te pakken en authentieke trots te stimuleren, neemt discriminatie af.