Dat schrijven Amerikaanse wetenschappers van de Michigan State University in PNAS deze week.

Toevoeging van antibiotica aan veevoer is de meest kosteneffectieve manier om de gezondheid van dieren in de intensieve veeteelt op peil te houden. Het gaat echter gepaard met gevaren voor de menselijke volksgezondheid.

Het gebruik van antibiotica leidt tot antibioticaresistentie, die ook naar voor de mens schadelijke bacteriën kan overspringen. Zo ontstaan gevaarlijke ziekteverwekkers als de multiresistente MRSA en EBSL-bacteriën.

Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt dat de risico’s verder gaan dan alleen de verspreiding van antibioticaresistentie. Het toevoegen van antibiotica aan veevoer zorgt er ook voor dat de bacteriesamenstelling in de darmen van varkens verandert.

De grootste verandering is een toename van het aantal zogenaamde E.colibacterien. Die soort is potentieel schadelijk voor de mens, met de EHEC-uitbraak in Duitsland als meest recente exponent.

De onderzoekers vergeleken varkens met elkaar die wel en geen antibiotica in hun veevoer toegevoegd hadden gekregen. Na 14 dagen analyseerden ze de bacterie-inhoud van de darmen van de beesten.

Naast een toename van het aantal E.coli’s bleek ook de genetische vingerafdruk van de bacteriën in de darmen veranderd. Genen die betrokken zijn bij een effectievere verspreiding, incorporatie en stabilisering van antibioticaresistentiegenen in het DNA van bacteriën, bleken meer geactiveerd te zijn in de darmen van varken die antibiotica toegediend hadden gekregen.

Ook dat levert problemen op voor de volksgezondheid.

Volgens de onderzoekers betekenen hun resultaten andermaal dat er haast gemaakt moet worden met het afbouwen van het gebruik van antibiotica in de veeteelt en dat er gezocht moet worden naar alternatieven.