
Nobelprijs Natuurkunde voor supernova-onderzoek
Zij krijgen de onderscheiding voor het onderzoek naar het heelal. Dat heeft de Zweedse Academie voor Wetenschappen dinsdag bekendgemaakt.
De drie hebben supernova's (ontploffende sterren) in de afgelegen uithoeken van het heelal onderzocht. Uit de metingen bleek niet alleen dat het universum zich sinds de oerknal uitbreidt, maar ook dat dat steeds sneller gaat.
De winnaars ''hebben een heelal blootgelegd dat grotendeels onbekend was voor de wetenschap'', verklaarde de jury haar keuze.
Aan de Nobelprijs voor Natuurkunde is een bedrag van bijna 1,1 miljoen euro verbonden. De helft van het bedrag gaat naar Perlmutter. Het andere deel is voor Riess en Schmidt.
Nooit verwacht
Vanuit Australië zei Schmidt tegen de Zweedse zender SVT dat hij nooit had verwacht dat hij de prijs zou winnen. ''Ik voel me slap in de knieën'', aldus Schmidt.
Perlmutter, Riess en Schmidt volgen de Russische Nederlander Andre Geim en de Russische Brit Konstantin Novoselov op. Zij kregen vorig jaar de Nobelprijs voor de Natuurkunde, omdat ze het bijzondere materiaal grafeen hebben ontwikkeld.
Dat is transparant, supersterk en flexibel en het geleidt zeer goed. Daarmee is grafeen de ideale grondstof voor een nieuwe generatie ultradunne elektronica.
Mysterieuze vorm
De reden dat het universum zich steeds sneller uitbreidt, is een nog mysterieuze vorm van energie. Deze donkere energie vult maar liefst 70 procent van het totale universum. Dit is 95 procent als hierbij de nog altijd onverklaarbare onzichtbare donkere materie wordt opgeteld. De overige 5 procent bestaat uit sterrenstelsels, planeten, bloemen en mensen.
Saul Perlmutter begon in 1988 met zijn onderzoeksteam. Onafhankelijk daarvan begonnen Brian Schmidt en Adam Riess in 1994 met dezelfde zoektocht naar de verst gelegen supernova’s.
Door de afstand tot de supernova’s te meten, alsmede de snelheid waarmee ze van de aarde vandaan bewegen, hoopten de wetenschappers het lot van ons universum te bepalen.
Oerknal
Ze verwachtten dat de uitbreiding van het heelal sinds de oerknal, 14 miljard jaar geleden, aan het vertragen was. Maar wat ze vonden was het tegenovergestelde: het heelal breidt zich juist steeds sneller uit.
De basis voor ons begrip van het heelal stamt uit 1915. Toen publiceerde Albert Einstein zijn algemene relativiteitstheorie. Die theorie beschrijft een universum dat moet of krimpen of uitbreiden.