
'Kansen bij kop of munt zijn niet gelijk'
Onderzoekers van Stanford Universiy registreerden met een speciale camera hoe mensen een muntje opgooiden voor het spel kop of munt. De camera maakte 1000 beelden per seconden.
Uit het onderzoek bleek dat een munt tijdens het spel gemiddeld genomen vaker landt op de zijde die ook onder ligt voor de opgooi.
Als de zijde met kop boven ligt op de duim van degene die het muntstuk omhoog werpt, zal het geld dus ook vaker neerkomen met die zijde naar boven.
Draaiing
De kans dat een munt op dezelfde zijde terecht komt als voor het opgooien is 51 tot zelfs 60 procent, zo meldt nieuwssite Physorg.com.
Dat effect is volgens de wetenschappers te verklaren aan de hand van de bewegingen die een muntstuk in de lucht maakt.
Omdat de meeste mensen een munt met hun duim de lucht in lanceren, roteert een munt niet alleen om zijn eigen as, maar draait het geld ook als een frisbee in het rond.
Frisbee
Die ‘frisbeedraai’ zorgt er volgens de onderzoekers voor dat de zijde die boven ligt ook in de lucht langer naar boven gericht blijft. Hoe sterker de draai, hoe groter de kans dat de munt ook landt met die zijde naar boven.
“De manier waarop we een muntstuk opgooien leidt tot een afwijking die ervoor zorgt dat de munt vaak in dezelfde positie blijft”, aldus hoofdonderzoeker Susan Holmes.
“De ene persoon beïnvloedt het spel door zijn manier van gooien meer dan de ander, maar er is altijd meer kans dat de munt op dezelfde zijde landt als voor de opgooi”, aldus Holmes.