
'Dinosaurus ontwikkelde vleugels om partner te versieren'
De onderzoekers van de universiteit in Manchester berekenden met computersimulaties op basis van fossielen dat de eerste gevleugelde dinosaurussen bij hun bewegingen geen voordeel hadden aan de veren op hun voorste ledematen.
De vleugels waren te klein om mee te kunnen vliegen of zweven.
En de veren zaten zelfs vaak in de weg. Ze zorgden volgens de wetenschappers voor extra weerstand bij het rennen.
Competitie
“Als een dier begon te rennen op zijn achterpoten en zijn voorpoten opzij hield als vleugels, dan kostte dat meer energie. De vleugels waren in dat opzicht een nadeel in de competitie met anderen", zegt hoofdonderzoeker Robert Nudds in de Britse krant Daily Telegraph.“Er moet dus een andere evolutionaire factor zijn geweest die ervoor heeft gezorgd dat dinosaurussen met veren generaties lang konden overleven."
De onderzoekers suggereren daarom dat de dinosaurussen profiteerden van hun veren bij seksuele selectie. Ze zouden hun vleugels in eerste instantie alleen hebben gebruikt om een partner aan te trekken.
"Onze theorie is dat de eerste gevederde dinosaurussen hun voorpoten gebruikten in een soort paringsritueel", aldus Nudds. "Misschien renden ze rond en spreidden ze hun voorpoten om te laten zien hoe mooi hun veren waren.”
Paringsritueel
Gevleugelde dinosaurussen worden beschouwd als de voorlopers van vogels. De eerste dinosaurussen met veren zijn waarschijnlijk ongeveer 145 miljoen jaar geleden ontstaan. Dat blijkt uit fossielen van de soort Archaeopteryx.
Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat de dinosaurussen vleugels begonnen te ontwikkelen, omdat ze in bomen gingen leven.
Zweefduik
Ook Nudds vindt dat een aantrekkelijke verklaring, maar volgens hem is de oude theorie niet te onderbouwen met feiten. “Het klinkt logischer dat dinosaurussen hun voorpoten begonnen te spreiden als vleugels toen ze vanuit bomen naar beneden sprongen, zodat ze een zweefduik naar de grond konden maken”, zegt hij. "Maar die theorie wordt simpelweg niet ondersteund door fossielen.”