De onderzoekers van het Karolinska-instituut in Stockholm onderzochten het verband tussen het gentype van mannen en hun liefdesrelaties. Ze richtten zich daarbij vooral op een gen dat verantwoordelijk is voor de ontvangst van het hormoon vasopressine. Die stof heeft bij muizen grote invloed op het seksuele gedrag.

De wetenschappers namen het gen onder de loep van honderden heteroseksuele mannen die minimaal vijf jaar een relatie hadden. Ze kwamen al snel tot de conclusie dat vasopressine ook van invloed is op het seksleven van mensen.

Bindingsangst

Mannen met een bepaalde variant van het ontvangers-gen (RS3 334) hadden duidelijk meer moeite om zich te binden aan één vrouw, zo bleek uit de antwoorden op hun vragenlijsten. Ze waren ook minder vaak getrouwd met hun partner en hadden gemiddeld vaker een relationele crisis achter de rug in het afgelopen jaar.

"Er zijn natuurlijk talloze redenen waarom mensen relatieproblemen kunnen hebben", verklaart hoofdonderzoeker Hasse Walum tegen Science Daily. "Maar dit is de eerste keer dat een specifiek gen in verband kan worden gebracht met hoe mannen zich binden aan hun partners."

Mannen kunnen nul, één of twee kopieën van het gen RS3 334 erven van hun ouders. Opvallend aan de resultaten van het onderzoek is dat proefpersonen met twee exemplaren ook twee keer zo vaak een relatiecrisis achter de rug hadden.

Tevredenheid

Verder lijkt het gen ook invloed te hebben op de mening van de partner over de relatie. "Vrouwen die getrouwd zijn met een man die één of twee kopieën van het gen draagt, zijn gemiddeld minder tevreden over hun relatie dan vrouwen met een partner die het gen niet draagt", aldus Walum.

Toch wil de wetenschapper geen al te grote conclusies uit het onderzoek trekken. De resultaten zijn volgens Walem niet zo overweldigend, dat je alleen op basis van iemands gentype kunt voorspellen of hij een trouwe partner is.