
Verdienen alledaagse kwalen meer wetenschappelijke aandacht?
Huisartsen zijn de duizenddingendoekjes van de gezondheidszorg. In de spreekkamer zien ze alle mogelijke problemen voorbijkomen. Ze luisteren, behandelen en stellen gerust. Bijna alle klachten handelen ze zelf af, slechts vijf procent sturen ze door.
Dat ze zoveel doen is extra knap, als je bedenkt dat huisartsen verrassend vaak niet zeker weten wat de beste behandeling is. Wat te doen tegen schouderklachten? Welke adviezen tegen slapeloosheid werken het beste? Hoe lang moeten kinderen ADHD-medicijnen slikken? Hierop bestaan geen wetenschappelijk gefundeerde antwoorden.
En zo zijn er nog honderden andere vragen die huisartsen graag onderzocht willen zien, maakte het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) eerder dit jaar bekend.
Gezond verstand
Ter geruststelling: de Nederlandse zorg presteert naar internationale maatstaven goed en dat is mede te danken aan huisartsen. Ze werken met standaarden en behandelrichtlijnen die zo veel mogelijk gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Als het aan wetenschappelijke kennis ontbreekt, zijn ze gebaseerd op het gezond verstand en de ervaringen van artsen en onderzoekers.
"Maar als je erover nadenkt, kom je steeds weer kwalen tegen die beter onderzoek verdienen", zegt Just Eekhof, huisarts in Leiden en docent-onderzoeker bij het Leids Universitair Medisch Centrum.
Begin dit jaar richtte het NHG een fonds op om brandende vragen van huisartsen te kunnen onderzoeken: het Fonds Alledaagse Ziekten. "Zelf zou ik graag willen dat er onderzoek komt naar terugkerende blaasontstekingen bij vrouwen", zegt Janny Dekker, huisarts en onderzoeker aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. "We geven nu antibioticakuren, soms heel lang. Dat geeft bijwerkingen en het kan bacteriën op den duur ongevoelig maken."
Andere slecht onderzochte kwalen die Dekker als huisarts veel voorbij zag komen, zijn hooikoorts, huid- en nagelschimmels en acne.
Voor kanker kun je mensen de Alpe d'Huez op laten fietsen. Zo’n actie zul je voor eczeem of lage rugpijn nooit zien.
Geen geld
Helaas komt het benodigde onderzoeksgeld niet aanwaaien. Geld voor medisch onderzoek komt uit verschillende bronnen, waaronder universitaire medische centra, wetenschapsfinanciers zoals ZonMw en NWO, collectebusfondsen en medicijnfabrikanten. Bij geen van vieren hebben huisartsenkwalen prioriteit, aldus Dekker. Aan wintertenen of aan lage rugpijn ga je immers niet dood. Aan kanker wel. En dat zet activisten en donateurs in beweging.
"Voor kanker kun je mensen de Alpe d'Huez op laten fietsen", zegt Dekker. "Zo’n actie zul je voor eczeem of lage rugpijn nooit zien."
Toch is er geen reden om te somberen, vindt André Knottnerus, hoogleraar huisartsgeneeskunde aan de Universiteit Maastricht: "Veel onderwerpen zijn interessant voor zorgverzekeraars. Zij hebben er baat bij als huisartsen precies verwijzen naar specialistische zorg. Hoe beter artsen verwijzen, hoe meer geld dat bespaart."
En als een onderzoek uitkomsten oplevert waardoor het aantal behandelingen en recepten afneemt, bijvoorbeeld als blijkt dat medicijnen niet nodig zijn om van een kwaal te herstellen, dan zijn verzekeraars uiteindelijk goedkoper uit. Als we willen dat de huisarts ons wetenschappelijk verantwoord behandelt, is kortom meer onderzoeksgeld nodig. Dus moet de overheid de portemonnee trekken.
Gaat extra aandacht voor kwaaltjes dan niet ten koste van onderzoek naar dodelijke ziektes? Knottnerus: "Dit onderzoek betaalt zich ruimschoots terug, doordat er minder onnodig behandeld wordt en er preciezer wordt verwezen." Ziektes zoals kanker hoeven dus niet te lijden onder extra onderzoek naar wratten, rugpijn of wintertenen.