
Minder Nederlandse kinderen leven in armoede
Kans op armoede houdt in dat het gezin leeft van een inkomen op maximaal 120 procent van het sociaal minimum. Dat minimum is het bedrag dat iemand nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Het resultaat is een verbetering ten opzichte van 2004, toen nog bijna één op de zeven minderjarige kinderen opgroeide in een gezin met kans op armoede.
Eenoudergezinnen
Kinderen uit eenoudergezinnen groeien veel vaker op in armoede dan kinderen die bij beide ouders wonen. Zo had in 2008 de helft van de minderjarige kinderen uit eenoudergezinnen te maken met een inkomen dat op maximaal 120 procent van het sociaal minimum ligt.
Bij kinderen die met beide ouders opgroeien lag dat aandeel op 5,6 procent, aldus het CBS. Hier speelt mee dat in een eenoudergezin maar één kostwinner voor het inkomen kan zorgen. Daarnaast zijn eenoudergezinnen vaker afhankelijk van een uitkering dan gezinnen met twee ouders.