Nederland kent institutioneel racisme, en nu?
"Een belangrijke eerste stap", noemt Jerry Afriyie, voorman van de antiracismebeweging Kick Out Zwarte Piet (KOZP), de uitspraken van Rutte. Hij is verrast door de woorden van de premier, maar ook blij. "Dit is dezelfde premier die als antwoord op racisme en discriminatie heeft dat je je maar moet invechten. Nu gaat hij met de billen bloot."
Afriyie demonstreert sinds 2011 met KOZP en Zwarte Piet is Racisme tegen het uiterlijk van Zwarte Piet, die door de actievoerders gezien wordt als een racistische karikatuur die zijn oorsprong heeft in het koloniaal verleden.
"Natuurlijk had het meer betekenis gehad als hij de woorden had uitgesproken toen het nog niet politiek populair was", zegt Afriyie. "In zekere zin kon hij ook niet anders nu er wereldwijd, en ook in Nederland, duizenden mensen de straat op gaan."
'We waren niet gek, we zagen geen dingen vliegen'
De premier, die vond dat "Zwarte Piet nu eenmaal zwart is" en het kinderfeest kort geleden nog als politiek campagnemiddel gebruikte, zei donderdag onverwacht dat zijn mening over het uiterlijk van Zwarte Piet is veranderd. Of hij gelooft in de oprechtheid van de woorden van de premier, zegt Afriyie dat dat niet relevant is. "Daar gaat het niet om. Door het als minister-president uit te spreken, is het een politiek feit geworden."
De woorden van de premier ziet hij als "een vorm van erkenning voor onze protesten". "We waren niet gek. We zagen geen dingen vliegen."

Rutte: 'Zwarte Piet niet racistisch, maar ik begrijp de pijn'
Ook Josip Kesic, onderzoeker Nationalisme en interculturele beeldvorming aan de Universiteit van Amsterdam, is verrast. Hij ziet een enorm contrast met de 'Brief aan alle Nederlanders' van Rutte, waarin hij schreef dat tweede en derde generatie Nederlanders met een migratieachtergrond Nederland kunnen verlaten als het ze hier niet bevalt. "De boodschap was toen dat kritiek op racisme on-Nederlands is met daaraan een boodschap gekoppeld: 'Doe normaal of ga weg'."
Wat kan politiek doen tegen 'systemisch racisme'?
De afgelopen dagen trokken duizenden mensen naar Amsterdam, Den Haag, Groningen, Utrecht en Rotterdam om niet alleen te protesteren tegen de gewelddadige dood van de zwarte Amerikaan George Floyd, die om het leven kwam door politiegeweld, maar ook tegen vormen van racisme en discriminatie in Nederland.
Discriminatie op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, preventief fouilleren, etnisch profileren. Problemen die niet alleen in Amerika voorkomen, maar ook in Nederland, erkende Rutte." Systemisch racisme", zo omschreef hij het. Institutioneel racisme wilde hij het niet noemen. "Sociologisch jargon", vindt de premier.

Een Black Lives Matter-bijeenkomst in Utrecht. (Foto: Pro Shots)
Waarom Rutte de term niet wil gebruiken, begrijpt Kesic niet goed. "Institutioneel racisme gaat om processen waarin allerlei vormen van macht en ongelijkheid samenvallen, elkaar versterken en daarmee de ongelijkheid in stand houden. Deze structuren beïnvloeden ons, vaak volledig onbewust".
Te denken valt aan etnisch profileren bij de politie, op Schiphol of zoals onlangs door de Belastingdienst waartegen aangifte is gedaan wegens beroepsmatige discriminatie. Maar ook het bestaan van zwarte scholen, Nederlanders met een niet-westerse afkomst die relatief eerder geweigerd worden voor een woningbezichtiging of die niet aan een stage komen.
Tegelijkertijd ziet de premier niet hoe hij institutioneel racisme met wetten en regels kan aanpakken. "Een actieplan werkt hier niet", zei hij.
'De volgende stap is luisteren en bewustzijn creëren'
Kesic denkt dat er wel degelijk stappen ondernomen kunnen worden om institutioneel racisme tegen te gaan. "Het belangrijkste is luisteren. Dat leidt tot begrip en bewustwording. Daarnaast moet je het aandurven om je instituten met maatregelen aan te passen. Dat betekent onder meer dat je bewuster mensen moet werven op functies in media, politiek en onderwijs."
Ook Afriyie ziet bewustzijn creëren als een volgende stap. "Dat begint bij openheid en erkenning van de weggelaten bladzijden van het koloniaal verleden. Zwarte mensen zijn niet in Nederland omdat ze hier een vakantieplek zochten, velen zijn nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen die iedere dag geconfronteerd worden met het slavernijverleden: slaan zij hun paspoort open, dan zien zij dat zij de naam dragen van een slavenhouder."
Jongeren weten dat zij ongelijkheid niet moeten accepteren
Volgens Afriyie moeten Nederlanders zich bewuster worden van het verleden zonder elkaar schuldgevoelens aan te praten. "Geen enkel persoon is verantwoordelijk voor het verleden. Het gaat erom dat we beseffen dat we een geschiedenis met elkaar delen."
Hij verwijst naar de vele jongeren die op de demonstraties zijn afgekomen. "Zij zijn mondig. Zij zijn Nederlanders. Zij zijn wit, zwart en alles ertussenin. Zij weten dat zij ongelijkheid niet moeten accepteren."
NUjij: Uitgelichte reacties