
Dit betekent de inval in Syrië voor Erdogans imago in Turkije
Niets is zo effectief voor een gevoel van nationale eenheid als een oorlog. Dat bleek in oktober maar weer eens toen zelfs de Turkse krant Sözcü, een van de laatst overgebleven kritische dagbladen, van leer trok tegen de internationale verontwaardiging over de Turkse inval.
De militaire operatie werd, zeker bij aanvang, breed gedragen. Oppositiepartijen CHP en IYI spraken hun steun uit, net als belangenorganisaties en brancheverenigingen. "Turkije moest deze operatie uitvoeren. De bevolking, de oppositie; iedereen steunt dit", zei IYI-partijleider Meral Aksener. "Wanneer het Turkse leger ten strijde trekt, is onze enige partij de Turkse vlag."
Mahmut Tanal, parlementariër namens de CHP, ondernam een poging om de Amerikaanse president Donald Trump aan te klagen voor belediging van Erdogan. Dit naar aanleiding van diens controversiële brief waarin hij de Turkse president opriep niet de 'stoere jongen' uit te hangen.

President Trump drukte zich in zijn brief van 9 oktober in weinig diplomatieke termen uit. (Foto: Reuters)
'Geen steun voor inval is niet vaderlandslievend'
In de dagen na de inval ontstond daarnaast al snel de trend om een militair saluut te brengen. Van profvoetballers tot gymnasten en van schoolkinderen tot parlementariërs: iedereen leek er in Turkije aan mee te doen.
Selim Koru, analist bij de onafhankelijke Turkse Stichting voor Economisch Onderzoek en Beleid (TEPAV) in de hoofdstad Ankara, vertelt: "De overgrote meerderheid van de Turkse bevolking gelooft in de boodschap van de regering dat de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) een existentiële bedreiging voor de natie en daarmee voor het land vormt. Om die reden blijven mensen die de operatie niet steunen stil. Het wordt als niet-vaderlandslievend en daarmee 'fout' gezien om tegen een actieve militaire operatie te zijn."
De uitzonderingen zijn volgens Koru de aanhangers van de Koerdisch-georiënteerde HDP en kleine plukjes CHP-stemmers in de grote steden.
Zwijgen is volgens Amnesty International ook deels noodzakelijk. In een vrijdag verschenen rapport met de dubbelzinnige titel 'We mogen niet klagen', schrijft de organisatie dat er sinds de inval naar verluidt 186 mensen zijn aangehouden, van wie er 24 zijn vastgezet. Naar 839 gebruikers op sociale media loopt een onderzoek.

Het Turkse nationale elftal bracht op het veld in Frankrijk een militair saluut. (Foto: Pro Shots)
Erdogan leek in het nauw gedreven
Sommige commentatoren zijn dan ook van mening dat Erdogan garen heeft gesponnen bij de inval. Tegenover The Washington Post verklaarde CHP-lid Sezgin Tanrikulu dat de president na de lokale verkiezingen, waarbij zijn AKP de macht in onder meer Istanboel en Ankara verloor, de regie een beetje verloren was.
De zogeheten approval rating van Erdogan, ofwel het percentage van het publiek dat aangeeft achter zijn beleid te staan, was de afgelopen maanden tot 44 procent gedaald, aldus opiniepeiler Metropoll. "Maar hij heeft de teugels weer in handen", verklaarde Tanrikulu. Er loopt inmiddels een onderzoek tegen de parlementariër.
Erdogan stond onder druk vanwege een sputterende economie, een zwakke munt, hoge inflatie en toenemende onvrede over de grote aantallen Syrische vluchtelingen. Met een rijzende ster in de persoon van de nieuwe burgemeester van Istanboel Ekrem Imamoglu en het vooruitzicht op twee nieuwe politieke partijen onder leiding van voormalig partijgenoten, leek Erdogan in het nauw gedreven.
Koru denkt niet dat Erdogan de operatie startte om zichzelf wat lucht te verschaffen. "Zo werkt dat niet. De regering van Erdogan tapt van nature uit een nationalistisch vaatje bij alles wat het doet. De regering ziet zichzelf verwikkeld in een geopolitieke strijd en weet dat zolang ze tegen de grenzen van wat mogelijk is blijven schuren, ze in het zadel zullen blijven."

Dit jaar verloor de beweging van Erdogan na een kwart eeuw de macht in Istanboel aan de oppositie. (Foto: EPA)
Steun voor leger en Erdogan niet vanzelfsprekend
Toch is het de vraag in hoeverre de inval in Syrië het imago van de president heeft opgepoetst. Uit een in oktober gehouden peiling van de sociaaldemocratische stichting SODEV blijkt dat de politieke alliantie van Erdogans AKP en de ultranationalistische MHP op slechts 38 tot 40 procent van de stemmen kan rekenen als er nu verkiezingen zouden komen. De alliantie behaalde bij de parlementsverkiezingen in 2018 nog 53,66 procent van de stemmen.
Een belangrijke nuance is dan ook dat steun voor de militaire operatie niet automatisch steun betekent voor het beleid van Erdogan. Zo vindt een deel van de Turken van oudsher dat terroristen per definitie een halt moeten worden toegeroepen en dat de inval in Syrië daarom een goede zaak is.
Daarnaast is ook de relatie tussen de maatschappij en de Turkse strijdkrachten aan het veranderen. Sinds jaar en dag voert de krijgsmacht de lijstjes van meest gerespecteerde instellingen aan. Echter, toen de regering Erdogan in 2018 het mogelijk maakte om tegen betaling de dienstplicht te verkorten, kwamen er direct meer dan een half miljoen aanmeldingen. Inmiddels is het bij wet geregeld dat een dienstplichtige na een maand de resterende vijf maanden kan afkopen.
'Oppositiepartij CHP zou hoe dan ook een tik krijgen'
In één opzicht plukt Erdogan zeker de vruchten van de militaire inval. De grootste oppositiepartij CHP, die flink in de lift zat na de verkiezingswinst in Istanboel en Ankara, is verzwakt. Koru: "Ze zouden hoe dan ook een tik hebben gekregen. Hadden ze tegen de operatie gestemd, dan zouden ze heulen met terroristen. Nu ze hun steun hebben verleend, krijgen ze het verwijt geen ruggengraat te hebben en daarmee geen serieus alternatief voor de regering te zijn."

De passie voor het Turkse leger is minder vanzelfsprekend geworden, zo lijkt het. (Foto: Pro Shots)
NUjij: Uitgelichte reacties