
Klimaat: Het moet anders, maar beleid maken blijkt nog niet zo makkelijk
Maandag klonk vanuit het wetenschappelijk klimaatpanel (IPCC) van de Verenigde Naties de waarschuwing voor een op handen zijnde "klimaatcatastrofe". Als de uitstoot van broeikasgassen niet wordt aangepakt, zal de gemiddelde temperatuur op aarde tussen 2030 en 2052 met 1,5 graden stijgen. Onder meer het einde van koraal en een stijgende zeespiegel zijn de gevolgen.
Een dag later was er opnieuw groot klimaatnieuws. In de zogenoemde klimaatzaak veegde het gerechtshof in De Haag de vloer aan met de Nederlandse Staat en bepaalde het dat de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25 procent moet zijn verminderd ten opzichte van 1990. Volgens het hof is de uitstoot onverminderd hoog gebleven en is de klimaatverandering een reële dreiging waartegen de burgers moeten worden beschermd. Dat zou in lijn zijn met de zorgplicht van de Staat.
Het waren twee flinke signalen aan de Nederlandse regering om mee te nemen in het klimaatbeleid. Maar het verleden heeft uitgewezen dat goede klimaatvoornemens moeilijk te vertalen zijn naar daadwerkelijk beleid. Ondanks diverse pogingen bevindt de CO2-uitstoot zich nog op hetzelfde niveau als in 1990. Waarom is het zo moeilijk om effectief klimaatbeleid op te stellen?
Polderen aan vijf klimaattafels
Het huidige kabinet presenteert zich graag als een klimaatbewuste coalitie. In het regeerakkoord is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990.
Het plan om tot dat doel te komen wordt gesmeed aan vijf klimaattafels, waar tientallen partijen een plek aan hebben; van grote bedrijven tot milieuorganisaties. Afgelopen week presenteerden het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de voorstellen die de klimaattafels in juli publiceerden. Wegens het gebrek aan concrete afspraken konden de bureaus de plannen niet doorrekenen.
Het kabinet ziet de plannen deels zitten en heeft feedback naar de klimaattafels gestuurd. Oud-VVD-leider Ed Nijpels is voorzitter van het overlegorgaan rond de klimaattafels en dringt er bij het kabinet op aan haast te maken, zodat er dit jaar nog een definitief Klimaatakkoord ligt.
-
Doel klimaatakkoord: in 2030 40 procent minder minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990
-
Dat is 48,7 megaton minder dan gerealiseerd zou worden met het huidige beleid
-
Akkoord gaat vooral over CO2, het belangrijkste broeikasgas
Volgens Diederik Samsom is de poldermethode de juiste manier om tot een uiteindelijk akkoord te komen. De voormalige PvdA-leider is nauw betrokken bij het overleg als hoofd van de tafel Gebouwde omgeving.
"Het is een feit dat je klimaatbeleid alleen kunt veranderen via wetgeving", zegt Samsom. "Dan moet je daar goed over nadenken en met iedereen spreken die erbij betrokken is. Het Energieakkoord uit 2013 is ook zo tot stand gekomen en dat was mogelijk doordat overheid en bedrijfsleven elkaar hadden gevonden. Dan vraag je toewijding van alle partijen."
Tegenpolen met elkaar om tafel
Onder meer tegenpolen als Greenpeace en Shell zitten samen aan de klimaattafels. Deze partijen moeten dus samen tot een werkbaar compromis komen. Volgens Samsom leidt dit niet tot grote problemen.
"Ze zullen wel moeten samenwerken, want anders komt er wetgeving die ze niet willen hebben. Mensen die niet overtuigd zijn van de noodzaak zijn niet vertegenwoordigd aan de tafels. Je onderhandelt niet over het doel, want dat staat vast middels de regering. Dat is een politieke keuze geweest. Je praat met elkaar over hoe je dat doel bereikt."
Wie had drie jaar geleden kunnen denken dat je deze doelstellingen zou hebben?
Samsom is niet bang dat het samenwerken met tientallen belanghebbenden tot vertraging leidt. "In zekere zin gaat het adembenemend snel. Wie had drie jaar geleden kunnen denken dat je dit soort doelstellingen zou hebben? Voor die tientallen jaren dat de hele operatie duurt, maken die drie maanden extra niet uit."
Politicoloog Kristof Jacobs van de Universiteit van Nijmegen wijst erop dat er geen one size fits all-manier bestaat om tot klimaatbeleid te komen. "Ieder politiek systeem is anders. Een krachtig beleid heb je als een partij aan de macht is of bij een machtige president. Nederland is een consensusdemocratie en dat zorgt nu eenmaal voor traagheid. De diversiteit van de coalitie met vier partijen speelt een rol. Je moet de belangen van het CDA en D66 verenigen en dat is een forse opgave."
Geen aantrekkelijk politiek thema
Volgens Jacobs is het grote probleem bij het opstellen van een klimaatbeleid dat de baten niet direct tastbaar zijn, maar de kosten wel. "De pluspunten van het beperken van de opwarming liggen ver weg", zegt hij. "In democratieën zeggen politici dat ze begaan zijn met het klimaat, maar die grote stappen worden alleen in woorden gezet. Dat kun je ze niet kwalijk nemen, want ze moeten na vier jaar worden herkozen."
Mede om die reden was klimaat tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 geen groot thema. In de paar keer dat klimaat ter sprake kwam, ging het er vooral over dat het juist niet over klimaat ging. Volgens Samsom plukt de coalitie daar nu de vruchten van.
"Paradoxaal genoeg is het goed voor de vooruitgang dat het klimaat geen groot thema is tijdens campagnes", aldus de oud-politicus. "Deze doelstelling kon alleen zo scherp in het regeerakkoord komen omdat niemand zich van tevoren had ingegraven. Zo heeft niemand verlies hoeven incasseren. Voor de lange termijn heb je wel politiek debat nodig, want dat is een voedingsbodem voor nieuwe consensus."
Energie is niet langer slechts een lichtknopje aan de muur
Het kabinet presenteert zich graag als het "groenste kabinet ooit" en volgens Samsom is dat volledig terecht. "Elk nieuw kabinet is het groenste ooit. Net als het vorige kabinet destijds. Het volgende kabinet neemt dat stokje weer over. De vooruitgang laat zich niet stoppen. Het is allemaal een logisch gevolg van een ontwikkelende samenleving."
Volgens politicoloog Jacobs zijn er ondanks de gebrekkige aandacht voor klimaat in campagnes wel genoeg zorgen bij de kiezer over het klimaat en zijn de meeste burgers ervan overtuigd dat er iets aan de hand is. EenVandaag onderzocht tijdens de kabinetsformatie op welke gebieden het kabinet volgens de kiezer zou moeten investeren. Klimaat, milieu, duurzaamheid eindigden na gezondheidszorg en onderwijs op de derde plaats.

Voorzitter Ed Nijpels presenteert de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord aan Minister Wiebes. Rechts Diederik Samsom. (foto: ANP)
Paul van Seters, hoogleraar Globalisering en Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Tilburg, benadrukt dat het voor een geslaagde energietransitie belangrijk is dat burgers zich bewuster zijn van de klimaatuitdagingen.
Het rapport van de IPCC en het vonnis in de klimaatzaak zorgen volgens Van Seters bij de burgers voor meer besef van de urgentie. Dat is volgens hem de laatste stap in een drieslag die noodzakelijk is voor een geslaagde transitie.
Ten eerste moet de burger volgens de hoogleraar meer aandacht hebben voor wat energie is. "Het is niet langer een lichtknopje aan de muur, het is veel meer dan dat", zegt hij. "Zonder de aandacht kun je geen betrokkenheid creëren, wat de tweede stap is. Betrokkenheid leidt tot het kopen van zonnepanelen, omdat mensen zien dat ze daarmee beter af zijn. Als dat geslaagd is, praten ze erover met hun omgeving. Dat brengt je tot slot bij de urgentie. Mensen moeten zich realiseren dat het snel moet veranderen."
-
Zo'n 80 á 90 miljard aan investeringen nodig in periode 2019 tot 2030
-
Extra kosten voor akkoord komen tot 2030 uit op jaarlijks 3 tot 4 miljard
-
Gas wordt waarschijnlijk duurder, elektriciteit goedkoper
Een klimaatakkoord is een streven dat geld kost. Het is de uitdaging om die kosten zo veel mogelijk te beperken. De burger mag er niet te veel van merken. Om die reden wordt rekeningrijden bijvoorbeeld niet ingevoerd.
Het kabinet ziet een verschuiving in energiebelasting van elektriciteit naar gas wel zitten. Wanneer elektriciteit goedkoper wordt, zal men eerder afstappen van gas. Maar het is nog niet duidelijk welke kosten er bij zo'n verschuiving komen kijken. Het door de klimaattafels voorgestelde plan om gas per kubieke meter 20 cent duurder te maken en elektriciteit per kilowattuur 7,3 cent goedkoper, vindt het kabinet te ver gaan.
Kosten hangen af van politieke besluiten
In een analyse stelde het PBL vorige maand dat de extra kosten voor een klimaatakkoord tot 2030 uitkomen op 3 tot 4 miljard euro per jaar. De benodigde investeringen worden geschat op 80 tot 90 miljard in de periode 2019-2030. Maar de uiteindelijke kosten hangen af van de besluiten die de komende maanden worden genomen in Den Haag.
Volgens Samsom vallen de kosten van de plannen wel mee. "We praten over een paar miljard per jaar. Voor de overheid valt dat wel mee. Zorg en onderwijs zijn tientallen keren groter", aldus de voorzitter van de tafel Gebouwde omgeving.
Duurzaamheidsexpert Van Seters verwacht dat energie duurder gaat worden, maar zijn er meerdere kanten aan het verhaal. "De transitie kan aan de ene kant enorm veel werkgelegenheid opleveren", voorspelt hij. "Maar als je net je gasrekening kunt betalen, dan heb je niks aan die ontwikkelingen. Je kunt dat oplossen door een groot deel van de kosten te socialiseren, net als bij de overgang van steenkool naar gas in de jaren zestig. Dan betaalt de samenleving als geheel de overgang."
Heb je vragen over het klimaat of klimaatverandering? Maandag houdt klimaatexpert Reinier van den Berg een vragenuurtje op NUjij. Stel hier alvast je vragen.