
Overzicht: Dit is sinds 1 juli 2018 veranderd in je portemonnee
Hoe zit het bijvoorbeeld met de kinderbijslag, je huur en de tarieven voor internet en televisie? NU.nl zet de belangrijkste wijzigingen op een rij.
Het minimumloon pakt iets hoger uit
Het minimumloon en het minimumjeugdloon zijn weer een stukje omhoog gegaan. Het zogenoemde wettelijk brutominimumloon (WML), voor werknemers vanaf 22 jaar, is nu 1.594,20 euro per maand bij een volledig dienstverband. Het hangt van de sector en de cao af of dit op 36, 38 of 40 uur per week neerkomt. Sinds 1 januari lag het WML op 1.578 euro.
Het minimumjeugdloon, voor mensen van 15 tot en met 21 jaar, ging ook omhoog. Een werknemer van 21 jaar verdient vanaf 1 juli 1.355,05 euro per maand bij een fulltime dienstverband. Voor iemand van 15 jaar ligt dit bedrag op 478,25 euro. De bedragen voor jongeren van 16 tot en met 20 jaar liggen daartussenin.
Overigens wordt de leeftijd waarop werknemers recht op het volledige brutominimumloon krijgen in stapjes teruggebracht. Waar dat eerder nog 23 jaar was, is dat inmiddels dus 22 jaar. En per 1 juli volgend jaar ontvangen mensen vanaf 21 jaar al het WML.
Ook AOW'ers, bijstandsgerechtigden en WW'ers zien hun inkomen licht stijgen
Uitkeringen zijn gekoppeld aan het minimumloon en stijgen daarom mee. Het gaat dan om uitkeringen binnen de participatiewet (bijstand), de IOAW en de IOAZ (beide voor oudere, gedeeltelijk arbeidsongeschikten), de AOW, de Anw, de Wajong, de WAO, de ziektewet (ZW) en de toeslagenwet (TW).
De bijstandsuitkeringen voor gehuwden en samenwonenden stijgen naar 1.423,66 euro per maand, inclusief vakantie-uitkering. Voor alleenstaanden en alleenstaande ouders is dit in totaal 996,56 euro per maand.
De hoogte van de AOW hangt van meerdere factoren af. Zo speelt mee of AOW'ers alleenstaand of juist samenwonend zijn en het is ook van belang of de partner AOW krijgt of niet.
Hoe hoog je WW-uitkering is, wordt bepaald door onder meer de hoogte van het loon dat je het laatst verdiend hebt en het maximumdagloon. Per 1 juli is de bestaande bruto-uitkering, net als het minimumloon, met 1,03 procent verhoogd. Het maximumdagloon ging met hetzelfde percentage omhoog, naar 211,42 euro bruto.
Kinderbijslag stijgt mee met de inflatie
Ouders en verzorgers van kinderen tot en met zeventien jaar krijgen Kinderbijslag. Deze stijgt mee met de inflatie en ging dus ook licht omhoog, met ruim 1 euro voor alle leeftijdsgroepen.
Per kind van nul tot en met vijf jaar is het bedrag 202,23 euro per kwartaal. Voor kinderen van zes tot en met elf jaar gaat het bedrag naar 245,57 euro en voor de leeftijdsgroep twaalf tot en met zeventienjarigen kunnen ouders en verzorgers per kwartaal 288,90 euro per kind tegemoetzien.
Vanaf 1 januari 2019 gaat de kinderbijslag trouwens wel flink omhoog, daarvoor trekt het kabinet zo'n 250 miljoen euro uit. De kinderbijslag gaat dan voor de leeftijdsgroep twaalf tot en met zeventienjarigen per kwartaal met 22,19 euro omhoog. Ouders van kinderen van zes tot en met elf jaar krijgen dan 18,86 euro meer, terwijl voor kinderen van nul tot en met vijf jaar de kinderbijslag met 15,53 euro verhoogd wordt.
Huur gaat gemiddeld met 1,5 procent omhoog
Veel huurders hebben per 1 juli te maken met een verhoging van hun maandelijkse huur. Volgens vereniging van woningcorporaties Aedes gaat het voor huishoudinkomens tot 41.056 euro (in 2016) gemiddeld om een verhoging van 1,5 procent. Dat is 0,1 procentpunt meer dan de inflatie. De huurverhoging kan gevolgen hebben voor de hoogte van de huurtoeslag.
Verhuurders mogen hun huren met maximaal 3,9 procent verhogen voor deze inkomensgroep. Voor huurders met een inkomen boven de 41.056 euro, mag de huur maximaal 5,4 procent opgeschroefd worden.
De huur voor een kamer, woonwagen of woonwagenstandplaats mag vanaf 1 juli met maximaal 2,9 procent verhoogd worden. De hoogte van het huishoudinkomen maakt daarbij niet uit.
De regels gelden alleen voor sociale huurwoningen. Voor huren in de vrije sector geldt geen maximum verhoging. Wie het niet eens is met de aangekondigde huurverhoging, kon tot 1 juli bezwaar maken.
Energie valt duurder uit
Gas- en elektriciteitsrekeningen met variabele prijzen vallen hoger uit. De precieze stijging hangt af van de leverancier. Ongeveer de helft van de huishoudens heeft een contract met variabele tarieven.
Volgens vergelijkingssite Pricewise moeten huishoudens tot 64 euro per jaar meer neertellen voor energie. En vergelijkingssite Gaslicht.com berekende dat consumenten met een contract voor onbepaalde tijd zelfs rekening moeten houden met een stijging tot 72 euro op jaarbasis.
De verschillen tussen de verschillende leveranciers zijn groot. Bij Eneco gaan de kosten bij een jaarverbruik van 3.500 kilowattuur stroom en 1.500 kubieke meter gas met 64 euro omhoog. Bij Nuon is dat de helft, terwijl Essent zijn prijzen gelijk houdt.
Collegegeld eerste studiejaar wordt gehalveerd
Deze wijziging ging niet precies op 1 juli in, maar wel met ingang van het aanstaande studiejaar 2018/2019: het collegegeld voor eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs wordt gehalveerd. Studenten die aan de voorwaarden voldoen, betalen voor hun eerste jaar dan 1.030 euro in plaats van 2.060 euro.
Omdat het kabinet meer mensen voor de klas wil krijgen, krijgen studenten aan lerarenopleidingen zelfs twee jaar lang een korting van 50 procent.
Het wetsvoorstel dat de verlaging van het collegegeld mogelijk moet maken, is al aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer zal er in juli nog over stemmen.
Nieuwe arbowet: gratis second opinion bij andere bedrijfsarts
De nieuwe arbeidsomstandighedenwet, beter bekend als de Arbowet, is in 2017 ingegaan, maar sinds 1 juli van dit jaar is ook de overgangsperiode voorbij. Werkgevers zullen zich nu echt volledig aan de nieuwe regels moeten houden.
Voor werknemers betekent de nieuwe wet onder meer dat zij het recht hebben om bij twijfel naar een andere, onafhankelijke bedrijfsarts te stappen voor een second opinion. De kosten hiervoor zijn voor de werkgever.
Werknemers moeten wel altijd zelf het initiatief nemen. De eigen bedrijfsarts moet zich hierbij neerleggen, tenzij er sprake is van zwaarwegende argumenten om de werknemer ervan te weerhouden.
Internet en televisie worden iets duurder
Vrijwel alle aanbieders van internet, televisie en bellen hebben per 1 juli hun prijzen opgeschroefd. Gemiddeld gaat het volgens vergelijkingssite Pricewise om een stijging van 2 tot 3 euro per maand, oftewel zo’n 20 tot 40 euro op jaarbasis. T-Mobile houdt als enige zijn prijzen op hetzelfde niveau.
KPN, Ziggo en XS4ALL voeren een verhoging door die boven de huidige inflatie ligt. Bestaande klanten hebben in dat geval het recht om kosteloos hun contract op te zeggen.