
75 jaar geleden: In 1943 had Duitsland de oorlog eigenlijk al verloren
De Duitsers wisten voor aanvang al dat ze de oorlog snel moesten winnen. In ieder geval vóór hun opponenten hun veel grotere productiecapaciteit, toegang tot natuurlijke hulpbronnen en militaire mankracht konden uitbuiten. Die missie was in 1943 mislukt. Industriële grootmacht Amerika mengde zich steeds nadrukkelijker in het conflict en na een snelle verplaatsing van de productie naar het oosten rolde in de Sovjet-Unie de ene na de andere tank van de productielijn.
Bovendien waren de Duitse troepen er niet in geslaagd om de olievelden bij de Kaukasus of in het Midden-Oosten veilig te stellen. Brandstoftekorten bleven voor de Duitsers tot het einde van de oorlog een probleem.
Hoewel de invasie van Normandië in juni 1944 onder het grote publiek wordt gezien als het definitieve keerpunt in de Tweede Wereldoorlog, was 1943 het jaar waarin voor veel Duitsers - binnen én buiten de strijdkrachten - al duidelijk werd dat het door de nazi's geleide land aan een verloren oorlog bezig was. Hoewel Adolf Hitler nog strijdvaardig was, leek het zo lang mogelijk vertragen van de geallieerde opmars het enige dat restte. Een overzicht van de cruciale momenten in het oorlogsjaar van 75 jaar geleden:
Stalingrad
Januari 1943 begon al desastreus voor de Duitsers. Het volledige zesde leger van generaal Paulus was in de laatste maanden van 1942 omsingeld bij Stalingrad, het huidige Volgograd. De Sovjets eisten de overgave. En die kwam er ook, op 2 februari. De troepen van Paulus hadden geen voorraden meer en waren uitgehongerd. Hij gaf zich over, tegen de zin van Hitler in. Vanaf dit moment zou het Rode Leger de Duitsers vrijwel continu op de hielen zitten.

Duitse soldaten worden weggevoerd uit Stalingrad (Getty)
In januari werd bovendien een conferentie gehouden in het Marokkaanse Casablanca, waar de Britse premier Winston Churchill en de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt afspraken niets anders te willen dan de "onvoorwaardelijke overgave van de asmogenheden", doelend op met name Duitsland en Italië.
In Casablanca werd bovendien het gecombineerde Britse en Amerikaanse plan om Duitsland onaflatend te bombarderen verder beklonken. Doel was ondermijning van het moreel van de Duitse bevolking en specifieker het vernietigen van zoveel mogelijk jachtvliegtuigen van de Duitse Luftwaffe. Dit moest uiteindelijk leiden tot een luchtoverwicht boven Noordwest-Europa.
Totaler Krieg
Na de verloren slag om Stalingrad riep propagandaminister Joseph Goebbels op 18 februari de 'Totaler Krieg' (de totale oorlog) uit tegen de geallieerden, waarbij alles en iedereen in de strijd geworpen zou worden. Eind februari kwam er echter een nieuwe deuk, toen de productie werd gesaboteerd van 'zwaar water' in Noorwegen, wat uiteindelijk had kunnen leiden tot een Duits kernwapen.
Op 13 mei kregen nazi-Duitsland en Italië opnieuw een zware slag te verwerken. 275.000 troepen gaven zich in Noord-Afrika over aan de geallieerden, wat het einde van de gevechten op het Afrikaanse continent betekende. Het Amerikaanse leger was bovendien voor het eerst serieus de strijd aangegaan met de Duitse en Italiaanse troepen. Dit bleek de opmaat naar de invasie van Sicilië in juli.

Amerikaanse troepen op Sicilië in augustus 1943 (Getty)
U-boten
Ondertussen was ook de slag om de Atlantische Oceaan in geallieerd voordeel beslecht. Een lange periode hadden de U-boten van de Duitse Kriegsmarine het ene na het andere geallieerde bevoorradingsschip tot zinken gebracht. Met name dankzij het ontcijferen van de Duitse marinecodes konden de konvooien de Duitse onderzeeërs ontwijken. Deze werden bovendien in een groeiend tempo tot zinken gebracht.
Op 24 mei haalde admiraal Karl Dönitz de U-boten terug uit de noordelijke Atlantische Oceaan en konden de bevoorradingskonvooien ongehinderd van de VS naar Groot-Brittannië varen. De geallieerden konden hun surplus aan mensen en materiaal nu nog verder benutten.

De Amerikaanse kustwacht laat een dieptebom ontploffen in de strijd met een Duitse U-boot. (Getty)
Productie
De productiestrijd ging op grote schaal verloren. In 1943 produceerde Duitsland 26.000 nieuwe gevechtsvliegtuigen. De VS produceerde er in hetzelfde jaar 86.000 (al waren die ook nodig in de strijd tegen Japan). De Sovjet-Unie produceerde 37.000 vliegtuigen in 1943, het Verenigd Koninkrijk 35.000.
Hetzelfde geldt voor tanks: Duitsland fabriceerde er 6.000 in 1943. De Britten bouwden ook dat aantal, maar de Sovjets wisten er alleen drie keer zo veel te maken. In de VS rolde de M4 Sherman in dat jaar 21.000 keer van de band. Duitse tanks als de 'Panther' en de 'Tiger' waren veel geavanceerder dan de Geallieerde tanks, maar het waren er simpelweg te weinig voor een grote impact.
Hitler dwarsboomde midden 1943 bovendien de grootschalige productie van de eerste operationele straaljager ter wereld, de Messerschmitt Me 262, omdat hij er meer een jachtbommenwerper in zag. Pas in 1944 werd deze fout hersteld.

Een uitgeschakelde Panther-tank in Italië (Getty)
Ultra
'Ultra', de geheime informatie die uit ontcijferde Duitse berichten werd opgedaan, begon een steeds grotere rol te spelen. Behalve een selecte groep commandanten en medewerkers van de inlichtingendiensten wist niemand binnen de geallieerde troepen af van deze doorbraak. Voor elk stuk informatie moest een schaduwverhaal worden bedacht over hoe men tot deze informatie was gekomen.
Ultra-informatie bracht de Sovjets op de hoogte van een op handen zijnde Duitse tegenaanval bij de Russische stad Koersk, die begin juli begon. Het Rode Leger was goed voorbereid en de Duitse aanval liep op niets uit, hoewel een kolossaal aantal troepen, tanks en kanonnen werd ingezet.
Mussolini
Een flink aantal tanks was bovendien door Hitler teruggeroepen om naar Italië te gaan, waar de geallieerde opmars steeds meer gestalte kreeg. De Italiaanse dictator Benito Mussolini werd eind juni van zijn troon gestoten en de invasie van Sicilië was half augustus voltooid.
De slag om Koersk werd in diezelfde maand in Sovjet voordeel beslecht. Die verloren wel meer manschappen en tanks dan de Duitsers, maar die waren voor de Sovjets veel makkelijker te vervangen dan voor de Duitsers.
De zomer van 1943 was bovendien het toneel van Operation Gomorrah, het Britse bombardement op Hamburg op 24 juli. In de Duitse miljoenenstad ontstond door de Britse brandbommen een vuurstorm. Hierbij vielen naar schatting 42.000 doden. Een groot deel van de woonruimte in Hamburg werd verwoest. Ook veel andere Duitse steden kregen te maken met zware bombardementen. De Amerikanen richtten zich vooral op de Duitse industrie, de Britten namen de steden op de korrel.

Het silhouet van een Britse Lancaster-bommenwerper boven Hamburg (Getty)
Overgave Italië
Op 3 september zetten de eerste geallieerde soldaten voet op het Italiaanse vasteland, waarna nazi-Duitslands belangrijkste bondgenoot zich op 8 september overgaf en zich bij de geallieerden aansloot. De opmars in Italië ging in de periode die volgde echter moeizaam, omdat veel Duitse troepen zich inmiddels in het langgerekte schiereiland hadden verschanst. Italië bleek voor de geallieerden uiteindelijk niet de weg naar Duitsland, maar het zorgde er wel voor dat veel Duitse manschappen en materieel niet elders kon worden ingezet.
Tegen het einde van 1943 werd in Teheran een conferentie gehouden met de drie grote leiders van de geallieerden: Jozef Stalin, Roosevelt en Churchill.

Stalin, Roosevelt en Churchill in Teheran (Getty)
De belangrijkste uitkomst van deze bijeenkomst was dat, na aandringen van Stalin, de Amerikanen en Britten in 1944 middels een invasie Noordwest-Europa zouden binnenvallen om al ver opgerekte capaciteiten van de Duitse oorlogsmachine nog verder te belasten en snel richting Berlijn op te trekken. Dit leidde tot de invasie in Normandië in 1944 en de opmars door Frankrijk, België en uiteindelijk ook Nederland.
Het was de opmaat naar het einde voor nazi-Duitsland, al was dat lot in 1943 in principe al bezegeld.
