
Hoe praat je met kinderen over seks?
Drie op de tien kinderen tussen de negen en twaalf jaar praten op school, thuis of met vrienden nooit over seks, zo kopte NU.nl maandag. Ruim 1100 ouders en 950 kinderen vulden een vragenlijst in over seksualiteit. Het kenniscentrum concludeerde dat de kinderen te weinig weten over seksualiteit.
Zo praat dertig procent van de kinderen nooit over seks, weet maar 48 procent van de kinderen wat vrijen of seks is, weten zes op de tien kinderen waar baby’s vandaan komen en is er weinig weet van de lichamelijke veranderingen tijdens de pubertijd.
Tijdens de elfde editie van de Week van de Lentekriebels is er deze week veelvuldig over deze onderwerpen gesproken op scholen in het land.
"We weten door dit onderzoek dat het kind behoefte heeft aan meer informatie. We vonden het percentage van kinderen dat zegt dat ze er geen les over hebben gehad, wordt erg hoog. Het onderwerp moet weer op de agenda komen", zegt Ineke van der Vlugt van Rutgers. "Seksuele voorlichting zit in de kerndoelen van het onderwijs. Scholen kunnen daar zelf invulling aan geven, en dat is ook goed. Maar we willen ervoor pleiten dat een aantal onderwerpen, zoals puberteit, frequenter besproken worden."
Kinderen hebben het met elkaar over dit soort onderwerpen als ze acht of negen jaar oud zijn en er is dan al sprake van gêne
Normaal
Ouders moeten al over seksualiteit praten als hun kind nog jong is, zegt Petra Hoeve van Qpido, het Seksespecifiek expertisecentrum van de Amsterdamse jeugdhulpinstelling Spirit. "Hoe sneller de ouder ermee begint, hoe normaler het wordt om erover te praten", zegt Hoeve.
"Dat kan al als kinderen vier jaar oud zijn, op een lieve en zachte manier. Dan kan je een kind al uitleggen wat seksualiteit is en ze vertellen waar de grenzen liggen." Volgens Hoeve wordt dit gesprek nu vaak overgeslagen, waardoor kinderen als ze wat ouder zijn opeens met heftigere beelden worden geconfronteerd.
Channah Zwiep, docent Seksuele Opvoeding aan de Universiteit van Amsterdam, benadrukt ook het belang van vroeg beginnen met voorlichten. "Kinderen praten met elkaar over dit soort onderwerpen als ze acht of negen jaar oud zijn. Als ouders voor die tijd nooit open seksualiteit besproken hebben, is het voor kinderen gênant als zij dit opeens wel doen."
Rond acht jaar moeten kinderen die basisinformatie eigenlijk al hebben, zowel de 'technische' kennis als praten over emoties en wederzijds respect, zegt Zwiep.
"Ouders denken vaak dat hun kind niet geïnteresseerd is in seksualiteit en stellen de voorlichting uit. Dat is struisvogelgedrag." Zwiep noemt het een gemiste kans om er niet over in gesprek te gaan. "Kinderen hebben vaak wel een beeld bij seks. Dat werkt heel goed als basis voor een gesprek. Stel je kind een vraag erover, dan heb je een mooie aanleiding om die informatie aan te vullen. Als ik ouders kan overtuigen om er gewoon mee te beginnen, blijken ze praten eigenlijk best makkelijk te vinden."
Er zijn overal digitale kinderlokkers, dus we proberen ze te leren waar ze op moeten letten, waar de grenzen liggen
Sexting
Met de komst van internet is de seksuele voorlichting deels veranderd. Zo speelt sexting, het verspreiden van seksueel getint foto- en videomateriaal, een grote rol in de voorlichtingslessen van Qpido, zo legt Hoeve uit. "De jongeren zitten in appgroepen en sturen elkaar foto’s en video’s. Ze staan daar zelf niet op, maar delen de beelden wel zonder over de mogelijke consequenties na te denken."
Ze kunnen zelf uiteraard ook slachtoffer worden, bijvoorbeeld van grooming. "Er zijn overal digitale kinderlokkers, dus we proberen ze te leren waar ze op moeten letten, waar de grenzen liggen. Daar ligt de focus steeds meer op."
Volgens Hoeve is het voor ouders soms lastig om hun kind online bij te benen. "Ze worden gelukkig wat mediawijzer, maar soms snappen kinderen meer van internet dan hun ouders." Het is daarom belangrijk om als ouders na te denken over het opvoeden van je kind in die digitale wereld. "Veel ouders hebben een soort handelingsverlegenheid en vinden het lastig om over seksualiteit te praten, om te bespreken wat hun kinderen online zien. Maar het is belangrijk om toch dat gesprek aan te gaan."
Alleen achter de computer
Ook Zwiep wijst op het belang van vroege voorlichting over online gedrag. "Kinderen zitten ook alleen achter de computer. Als je pas rond de puberteit gaat vertellen wat ze daar kunnen vinden, dan ben je al te laat. Maak veilige afspraken voor online gedrag. Hang een lijstje naast de computer met regels en ga er eens naast zitten. Zelfs bij een zoektocht naar een foto van de Eiffeltoren kan je al op seksueel getinte foto’s stuiten."
Zwiep is voor een positieve benadering en wil kinderen op die manier voorlichten. "Seksualiteit is in principe leuk. Maak kinderen niet bang door alleen op de gevaren te wijzen. Bespreek hoe ze zouden reageren als iemand bijvoorbeeld om een blote foto vraagt."
De huidige voorlichting die in klassen wordt gegeven, speelt ook in op internet, zegt Van der Vlugt. "Naast de leuke kanten van internet bespreken we ook grooming en sexting al op de basisschool. Kinderen moeten voorbereid zijn, en dat zeggen we over de hele linie. Ze worden er weerbaarder van en schrikken minder van wat ze zien. Ook online geldt dat. Als ze voorbereid zijn, kunnen ze signaleren wat er wel of niet klopt en tijdig hulp vragen."
Er zijn internetfilters die het computerende kind kunnen weghouden bij foute sites, maar dat lost niet alles op, zegt Van der Vlugt. "Die discussie laait soms op. Ouders moeten zich wel realiseren dat het filter thuis wel werkt, maar bij buren, vriendjes en op school ziet een kind alsnog wel hetgeen dat je thuis verbergt."
Het bespreekbaar maken van het onderwerp en daarmee het vergroten van de weerbaarheid van kinderen, moet er uiteindelijk voor zorgen dat seksualiteit weer vaker besproken wordt en de kinderen voldoende gewapend zijn tegen wat zij gaandeweg tegenkomen.