Ooggetuigenverhaal Onder heerschappij van IS: Een staat van angst
Bilal Abdullah ondervond dat, kort nadat de extremisten een jaar geleden zijn Iraakse dorp Eski Mosul overnamen, aan den lijve. Toen hij op straat liep, vroeg een strijder van IS in een pick-up hem de weg naar een lokale moskee. Toen Abdullah de naam van de moskee niet herkende werd de strijder achterdochtig.
"Hij beschuldigde me ervan niet zwaar genoeg te geloven. "Bid jij wel?", vroeg hij, zo herinnert Abdullah zich. Toen vroeg de strijder hem naar zijn 'berouwkaart'.
Voor de IS-overname was Abdullah politieman van beroep. Nu is het verplicht dat oud-politiemensen en -soldaten zo'n pas in hun bezit hebben.
Hetzelfde geldt voor veel andere oud-overheidsmedewerkers en loyalisten. En zelfs voormalige docenten Engels, omdat zij ooit lesgaven in een "verboden taal". En voor kleermakers die vrouwenkleding maakten: on-islamitisch.
Abdullah had zijn pas thuis laten liggen. Doodsbang stuurde hij zijn zoon naar huis om hem op te halen.
"Het zijn bruten", vertelt hij aan persbureau AP. "Elke kleinigheid is genoeg voor ze om je als heiden te beschouwen."
Het Kalifaat
Het 'Kalifaat' van Islamitische Staat (IS), dat een jaar geleden werd uitgeroepen, strekt zich uit van Noord-Syrië tot een groot deel van het noorden en westen van Irak.
Tallozen werden vermoord omdat zij werden gezien als een bedreiging voor IS of simpelweg omdat ze niet vroom genoeg waren. Vijf tot acht miljoen mensen leven onder een regime dat hun wereld ondersteboven heeft gegooid en dat elk aspect van het dagelijks leven beïnvloedt, met zijn eigen radicale interpretatie van sharia, de islamitische wet.
Het domein van IS is een plaats waar mannen zich overgieten met eau de cologne om de geur van verboden sigaretten te verbergen, waar taxichauffeurs en andere bestuurders meestal afstemmen op het radiostation van IS, omdat muziek een chauffeur op tien zweepslagen kan komen te staan.
Het is een plaats waar vrouwen compleet bedekt moeten zijn in het zwart en plat schoeisel moeten dragen, waar mensen die worden verdacht van homoseksualiteit van hoge gebouwen worden geduwd, en waar winkels moeten sluiten tijdens de gebedstijden en iedereen die buiten wordt aangetroffen verplicht moet bidden.
Een veilige uitweg is er niet. Mensen gaan plotseling in rook op. Hun verdwijning wordt pas naderhand verklaard middels een video van hun onthoofding, of een overlijdenscertificaat zonder details, of helemaal niet.
Haat en geen hoop
"De bevoking haat IS, maar ze hebben geen hoop. Ze denken niet dat iemand ze zal steunen als ze in opstand komen", zegt een anonieme 28-jarige Syrische activist die 'Adnan' wil worden genoemd om zijn familie te beschermen. Zij wonen nog steeds in het gebied van IS. "De mensen voelen zich alsof helemaal niemand aan hun kant staat."
AP sprak met meer dan twintig Irakezen en Syriërs die onder de heerschappij van de terreurgroep leven. Een team van het Amerikaanse persbureau reisde naar verschillende dorpen en steden in het noorden van Irak, waaronder Eski Mosul, een dorp ten noorden van de inmiddels bekende stad Mosul, waar de inwoners net zijn bevrijd, na zeven maanden onder IS.
Een ander team reisde naar plaatsen aan de Turkse grens, waar veel Syriërs wonen die het territorium van IS zijn ontvlucht.
Dit artikel komt voort uit hun verhalen. Deze zijn in veel gevallen bevestigd door meerdere bronnen, en op materiaal afkomstig van IS zelf, uit hun berichten op sociale media, hun tv-uitzendingen en documenten die AP in het bezit heeft gekregen.
Dat laatste omvat onder andere kopieën van berouwkaarten, wapenlijsten, pamfletten met kledingvoorschriften voor vrouwen en toestemmingsverklaringen voor reizen buiten het IS-gebied - allemaal bedrukt met de zwarte vlag van IS en het logo; "Kalifaat in de voetsporen van de profeet".
Het beeld dat dit alles schetst suggereert dat het territorium van Islamitische Staat, dat nu een gebied grofweg ter grootte van Zwitserland omvat. En dat het zich heeft ontwikkeld tot een diepgewortelde pseudo-staat, die is gebaseerd op een bureaucratie van terreur.
De overname van Ragga
In janurari 2014 veroverde Islamitische Staat de Syrische stad Ragga. Adnan vluchtte, omdat hij vreesde dat zijn werk als politiek activist hem een doelwit zou maken. Maar na een paar maanden van heimwee naar zijn familie keerde hij terug om te zien of hij een leven onder de extremisten toch kon verdragen.
Vrouwen die van top tot teen waren bedekt met zwarte stof dribbelden snel naar de markt en weer terug naar huis. Jonge mannen vermeden de cafés die zij vroeger bezochten. Strijders van IS veranderden het voetbalstadion van de stad in een gevangenis en ondervragingscentrum, dat bekend kwam te staan als 'Punt 11'. Een van de grote, centrale pleinen in de stad werd nu door inwoners 'Het plein van de Hel' genoemd.
Adnan ontdekte al snel waarom. Op een dag hoorde hij vreugdeschoten. De dode lichamen van drie mannen bungelden aan palen op het Plein van de Hel. Die lijken bleven daar drie dagen hangen, vertelt hij, terwijl hij de ene na de andere sigaret rookte in een café in Gaziantep, een Turkse grensstad gevuld met Syriërs in ballingschap.
Het terreurregime dat hij was ontvlucht, was alleen maar erger geworden.
Zo neemt IS een gebied over
AP ontdekte dat iedere keer grofweg hetzelfde patroon dat zich aftekent wanneer IS een gemeenschap overneemt. Het is net zo methodisch als bloederig. De eerste golf van moorden richt zich op politiemensen en militairen. Dan proberen de strijders de steun van de lokale bevolking te verwerven door snel te zorgen dat de elektriciteits- en watervoorziening worden gerepareerd.
Ze roepen ambtenaren op weer aan het werk te gaan. Werknemers van de overheid en voormalige politieagenten en soldaten tekenen hun 'berouwkaart' en leveren hun wapens in, op straffe van hoge boetes.
Met luidsprekeraankondigingen, pamfletten en tijdens moskeediensten worden de nieuwe regels uitgelegd: roken en de consumptie van alcohol zijn verboden. Vrouwen mogen alleen werken als verpleegster of in vrouwenkledingwinkels, waar zelfs de paspoppen in de etalage volledig zijn bedekt.
Inwoners vertelden dat ze muren om hun huizen moesten bouwen, zodat de vrouwen in de familie nooit worden gezien.
In elk district wordt een 'emir' - vaak een lokale radicaal - aangesteld als bestuurder. Scholen sluiten en worden later heropend met een curriculum dat is opgesteld door IS. Bedrijven worden zwaar belast. Apothekers moeten sharia-cursussen volgen en mogen geen voorbehoedsmiddelen meer verkopen.
Op veel plaatsen krijgen stammen of families die zich achter de terreurgroep scharen betere functies of andere extraatjes, vertelden diverse geïnterviewden aan AP.
Ieder aspect van het leven
Adnan bleef bijna een jaar in Ragga en zag hoe de extremisten bijna elk aspect van het leven binnendrongen. IS-functionarissen bezochten de auto-onderdelenwinkel van zijn familie en eisten belasting op - het equivalent van 4.500 euro.
De groep werd duidelijk steenrijk van het afpersen van ondernemers, de inbeslagname van land van gevluchte inwoners en de inkomsten van olievelden verder naar het oosten in Syrië, die in handen zijn van IS.
De groep moedigt handel aan binnen het 'Kalifaat', zegt Adnan. Groenten en voorraden voor de productie van cement worden bijvoorbeeld aangevoerd uit Turkije en via Ragga naar Mosul, de tweede stad van Irak, vervoerd.
Vandaag hebben we iemand knapperig gemaakt.
Adnans vroegere politiek activisme ter ondersteuning van de Syrische rebellen haalde hem in. In januari doorzocht een patrouille de woning van zijn familie, nam zijn laptop in beslag en arresteerde hem wegens de publicatie van artikelen op het internet. Die moedigden secularisme aan, zeiden ze.
"Wat een mooi huis", zei een van de strijders, voordat hij twee glazen waterpijpen kapotsloeg. "Deze vervuilen de omgeving."
In de vijfenvijftig dagen die volgden, werd Adnan gevangen gehouden in Punt 11, het voetbalstadion.
Tijdens zijn eerste dagen in het stadion werd hij drie keer ondervraagd en geslagen met een groene pvc-buis. Toen werd hij uit de isolatiecel gehaald en ondergebracht op een afdeling met andere gevangenen.
Vlak daarna diende het volgende gruwelijke moment zich aan. Een van de belangrijkste IS-rechters in het gebied, een plaatselijke man die bekendstond onder het pseudoniem Abu Ali al-Sharei, kwam begin februari op bezoek om de gevangenen les te geven in de islamitische wet.
Hij praatte eerst over koetjes en kalfjes, maar toen grijnsde hij en zei: "Luister, ik heb jullie dit nog niet verteld, maar vandaag hebben we al-Kaseasbeh knapperig gemaakt." Hij haalde een usb-kaart uit zijn zak, zo vertelde Adnan, en liet de verbijsterde gevangenen beelden zien van de gevangengenomen Jordaanse luchtmachtpiloot Muath al-Kaseasbeh, die was opgesloten in een kooi en levend werd verbrand door zijn IS-bewaarders.
Propagandavideo's
Adnans verhaal is slechs één voorbeeld van hoe IS de executievideo's, die het de wereld toont via het internet, ook gebruikt om mensen onder het IS-regime te intimideren.
In de gevangenis in Ragga gaf Adnans baantje als voedseluitdeler voor zijn medegevangenen hem een goed beeld van de gang van zaken.
Hij zag twee Koerdische gevangenen en hoorde bewakers zeggen dat het tweetal waarschijnlijk zou worden gebruikt voor propagandafilms in het Koerdisch voordat ze zouden worden vrijgelaten.
Adnan zei dat hij ook een aantal buitenlandse IS-strijders zag - drie Turken, een Oezbeek, een Rus en een Jemeniet - die door hun kameraden werden vastgehouden op verdenking van spionage.
Twee andere IS-strijders werden binnengebracht voor het stelen van roofgoed uit de Syrisch-Koerdische stad Kabani , dat zij niet wilden delen met andere strijders. In Kobani leed IS zijn grootste nederlaag in Syrië tot nu toe, toen Koerdische strijdkrachten met Amerikaanse luchtsteun de extremisten verdreef na maanden van zware gevechten.
"Wij hebben 2200 martelaars opgegeven in Kobani, en jullie besloten te gaan stelen?", hoorde Adnan een ondervrager schreeuwen tegen de twee gevangen strijders.
Toen kwam de dag dat ze hem echt vermoordden.
Adnan ontmoette de Palestijnse Mohammed Musallam, die door IS werd beschuldigd van spionage voor Israël. Musallam vertelde hem dat de bewakers hem herhaaldelijk filmden voor zijn eigen executievideo. Elke keer vertelden zij hem dat een kind hem in zijn hoofd zou schieten - maar elke keer bleek het pistool niet geladen te zijn. "Toen kwam de dag dat ze hem echt vermoordden", vertelt Adnan.
In maart bracht IS een video uit waarin Musallams dood is te zien. Hij knielt in een veld en wordt in zijn hoofd geschoten door een jongetje in camouflagekleding.
Adnan denkt te weten waarom zoveel slachtoffers in de beruchte video's zo kalm lijken. "Ze herhalen het proces zo'n twintig keer. Wanneer het moment van hun dood echt is aangebroken, denken de gevangenen dat het weer gaat om een nep-executie."
Dit verhaal verscheen eerder deze week bij persbureau AP (waarbij ook NU.nl is aangesloten). Dit is een vertaling van een deel van het AP-artikel. De volledige versie vindt u op de website van AP.