
Analyse Waarom het kabinet-Rutte 2 wel/niet op sterven na dood is
A) Waarom het kabinet nu écht op vallen staat.
1) Het bed, bad, brood-akkoord is onvoltooid en krijgt zoveel kritiek dat het de partijen onder druk zal zetten.
Vicepremier Lodewijk Asscher sprak woensdagavond van een "zwaarbevochten compromis". Dat was de buitenwereld niet ontgaan. En wat het vaak is met Haagse zwaarbevochten compromissen is dat ze lelijk zijn, omdat ze in het midden liggen van twee uitersten.
Daar komt bij dat er nog wat losse eindjes aan het verhaal zitten. Zo moeten er met de gemeenten nog afspraken worden gemaakt over het afschaffen van de gemeentelijke noodvoorzieningen. Voor veel steden is dit onacceptabel.
Het gevolg: iedereen vindt het niks. Niet alleen de gemeenten en de oppositie, maar ook de VN-rapporteur, Amnesty en zelfs burgemeesters van VVD- en PvdA-huize zijn zeer kritisch. En natuurlijk de mogelijke oproer binnen de PvdA, waar kwesties met illegalen altijd heel gevoelig liggen.
De maatschappelijke weerstand die dit akkoord oproept zou de coalitie dus weleens ernstig kunnen laten wankelen.
2) De crisis heeft het vertrouwen onderling wederom een knauw gegeven...
De bed, bad, brood-discussie is de zoveelste waar de coalitie met de grootst denkbare moeite een compromis vindt. Denk daarbij aan de eerdere discussies over de inkomensafhankelijke zorgpremie, de strafbaarstelling illegaliteit en recentelijk de vrije artsenkeuze.
Waar de eerste twee nog gezien konden worden als calculatiefoutjes bij de formatie is dat bij de laatste en bij de bed, bad, brood-discussie zeker niet het geval. De VVD was woest dat de PvdA de afspraak over de vrije artsenkeuze in de Eerste Kamer niet nakwam om voor inperking van de vrije artsenkeuze te stemmen. Knauw in het vertrouwen.
Ook in de discussie over bed, bad, brood wees de VVD naar het regeerakkoord. Er is maar één element groter dan het regeerakkoord en dat is de rechter, aldus de liberalen. De PvdA eiste toch opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Nieuwe knauw.
3) ...en er komen nog zoveel obstakels aan.
De compromisbereidheid neemt af. Zoals uit de reconstructie van NU.nl blijkt leefde bij de VVD het gevoel dat in het asielbeleid steeds soepelheid is getoond naar de PvdA. Dat is nu klaar en daarom was een permanente bed, bad, brood-voorziening bij gemeenten een brug te ver.
Dit aspect zal ook terugkomen in de nog komende discussies. Bijvoorbeeld over het Gronings gas. Afgelopen week zette juist de PvdA een streep en eiste zeer tegen de wens van VVD-minister Kamp van Economische Zaken dat de bewijslast voor bevingsschade niet meer bij de burgers zelf kwam te liggen.
Op de achtergrond speelt daarbij ook partijprofilering mee. De PvdA zal duidelijker herkenbaar moeten worden voor kiezers, anders dreigen ze te worden gedecimeerd bij de volgende verkiezingen.
In dit licht verwacht dan ook niemand veel van de aangekondigde grote belastingherziening. Ook daar liggen VVD en PvdA te ver uit elkaar voor een ambitieuze herziening.
B) Waarom het kabinet keurig de rit zal uitzitten
1) De coalitie heeft eerder veerkracht getoond.
Woensdag zei Samsom na het bereikte akkoord: "Ik heb weleens gehoord dat je door dit soort zaken sterker uit een crisis komt. Misschien is dat zo, maar dat kun je later pas zeggen". Het zou waar kunnen zijn.
Het leek in 2012 immers nogal wat; in een sterk gepolariseerd politiek veld een coalitie vormen tussen VVD en PvdA. Het uitruilmodel, waarbij er uitgeruild werd in plaats van onderhandeld, stuitte onmiddellijk op problemen. De VVD-achterban trok de inkomensafhankelijke zorgpremie niet.
Daarna bleek het ontbreken van een meerderheid in de Eerste Kamer een veel groter probleem dan ze eerder hadden ingeschat. Maar uiteindelijk werden toch voor grote hervormingen in de zorg, arbeidsmarkt en woningmarkt meerderheden gevonden.
En ook bij de vele partij-interne problemen, met name bij de PvdA, en bij de crises tussen VVD en PvdA kwamen de partijen er steeds weer uit. Waarom zou dat in de komende tijd niet weer lukken?
2) Rutte en Samsom vertrouwen elkaar en zijn er op gebrand om voor het eerst sinds Kok 1 (1994-1998) een kabinet de rit uit te laten zitten.
Samsom had genoeg van het gechagrijn dat de politiek al ruim een decennium kenmerkte. VVD en PvdA spraken dan ook in 2012 af gewoon de rit uit te zitten, iets wat niet was voorgekomen sinds de kalme jaren negentig.
De partijen verschillen dan wel sterk van opvatting over veel dingen, Rutte en Samsom zijn diplomatiek naar elkaar. Ze vertrouwen elkaar en zijn pragmatisch ingesteld. Dat helpt om grote meningsverschillen te overbruggen.
Wat bovendien meehelpt is dat de belangrijkste hervormingen en bezuinigingen al zijn doorgevoerd. De komende jaren komt er weer ruimte om geld uit te geven in plaats van te besparen. Dat onderhandelt toch makkelijker.
3) Het alternatief van nieuwe verkiezingen is, met name voor de PvdA, onaantrekkelijk.
Het regeren met de VVD doet de PvdA electoraal pijn, maar juist dat houdt ze aan de liberalen vast. De sociaaldemocraten verliezen keer op keer verkiezingen. Een landelijke verkiezingen zou de PvdA terugbrengen naar een rol in de marge van de landelijke politiek.
In plaats daarvan zullen ze proberen de tijd te nemen. En daar is ook wel reden voor. De economie trekt aan en over een tijdje zijn de hervormingen wat beter geland en is de boosheid wat afgenomen. Dan kan het nog best goed komen, denken ze bij de PvdA, dus blijven ze nog maar even zitten.