
Tien jaar sinds Kyoto: emissiehandel plat door lobbygedrag en economie
De CO2-uitstoot moest daarmee worden verminderd tegen zo laag mogelijke kosten. In de praktijk werkte het systeem minder goed dan verwacht. Waar ging het mis?
NU.nl sprak met verschillende experts over de ontwikkelingen rondom het Kyotoprotocol en over de toekomst van de emissiehandel.
Wat houdt emissiehandel in?
"Om de CO2-uitstoot te verlagen, spreken landen met de VN een quotum af", zegt Jos Cozijnsen, zelfstandig adviseur emissierechten. "De industrielanden krijgen voor een bepaalde periode rechten voor de hoeveelheid schadelijke stoffen die ze mogen uitstoten."
Eén recht staat gelijk aan een ton CO2-uitstoot, en een land heeft per jaar een bepaald aantal rechten te verdelen. "Iets minder dan de helft van die rechten gaat naar fabrieken, waarvan de overheid een deel gratis verstrekt", vertelt Cozijnsen, "energiebedrijven moeten de rechten op de markt kopen."
Als de bedrijven te veel CO2 uitstoten, kunnen ze rechten bijkopen. Omgekeerd kunnen zuinige bedrijven overtollige rechten verkopen en zo geld verdienen. Op deze manier ontstaat een handel in rechten.
Het systeem van emissiehandel werd in 2005 voor het eerst ingevoerd. Volgens Edwin Woerdman, universitair hoofddocent rechtseconomie, ontstonden de eerste barstjes in het systeem al kort na de start.
De eerste barstjes: lobbygedrag
In 2005 startten Europese overheden met een soort oefenperiode waarin bedrijven konden wennen aan het nieuwe systeem van emissiehandel.
Internationaal opererende bedrijven vreesden voor hun internationale concurrentiepositie nu er in Europa ineens een prijskaartje hing aan de uitstoot van broeikasgassen.
Door lobbygedrag van de industrie zijn te veel rechten in het systeem opgenomen
Volgens Woerdman speelt de 'oefenfase' een belangrijke rol in het verdere verloop van de handel. "Bedrijven wilden zeker zijn dat zij genoeg rechten zouden krijgen. Door lobbygedrag van de industrie zijn destijds te veel rechten in het systeem gekomen."
Vanaf 2008 voerde Brussel het systeem officieel in. Maar de economische crisis gooide na een half jaar roet in het eten.
Na 2008: de crisis
"Het enige jaar dat de prijs voor emissierechten echt hoog lag, was in 2008", vertelt Harm van de Wetering, plaatsvervangend directeur van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), "daarna deed de recessie zijn intrede."
Die recessie zorgde voor een prijsdaling van de rechten: de prijs ging van ruim 25 euro naar ongeveer 5 euro. "De eerdere lobby had een grote hoeveelheid rechten in de markt gebracht, die door de crisis niet meer nodig was. Er ontstond een gat", legt rechtseconoom Woerdman uit.
In tijden van crisis gaan bedrijven niet investeren in duurzame energie
Ook zorgde de crisis ervoor dat het beoogde effect van de emissiehandel - duurzamer produceren - niet echt op gang kwam. Veel bedrijven hadden moeite het hoofd boven water te houden. "In tijden van crisis gaan bedrijven niet investeren in duurzame energie", aldus adviseur Cozijnsen.
Eind 2012 behaalde Europa de beoogde uitstootdaling van acht procent met gemak. Europa voldeed daarmee aan de Kyotodoelstelling, maar in plaats van klimaatvriendelijke productie was de daling vooral te danken aan verminderde productie. Daarom voerde Brussel in 2013 een verandering door om verminderde uitstoot te stimuleren.
Tegenwoordig: de lobby is nog altijd sterk
Op dit moment veilt de overheid een deel van de rechten die bedrijven voorheen gratis ontvingen. Maar met name de energie-intensieve industrie krijgt nog veel gratis rechten. Ook wordt een deel van hun gestegen elektriciteitsrekening door de belastingbetaler vergoed.
Rechtseconoom Woerdman vindt dat de overheid nog steeds te veel luistert naar bedrijven. "Met name de staal- en aluminiumindustrie lobbyen flink. De overheid mag zijn rug rechter houden in onderhandelingen."
De lobbypraktijken leiden volgens Woerdman tot een hoop uitzonderingsregels die het systeem te ingewikkeld maken. "Je kunt het systeem vergelijken met een kerstboom waar steeds meer kerstballen in gehangen worden. Op een gegeven moment wordt de boom zo zwaar dat hij dreigt om te vallen."
Toch is er hoop dat het systeem in te toekomst zal werken. Daarvoor zijn twee dingen belangrijk: de aantrekkende economie en strengere Kyoto-doelstellingen.
De toekomst: de prijs van rechten moet stijgen.
De prijs voor emissierechten, op dit moment ongeveer 7 euro, is volgens Van de Wetering van de emissieautoriteit nog steeds te laag om bedrijven te stimuleren om een hele productielijn om te zetten naar een duurzamer productieproces.
Op dit moment werkt Brussel echter aan maatregelen die een uitkomst kunnen bieden. "Europa bespreekt de mogelijkheden om het overschot aan rechten uit de markt te halen zodat de prijs weer zal stijgen", aldus Van de Wetering. In Europa is een meerderheid voor deze maatregel, maar het is nog onbekend waneeer deze wordt ingevoerd.
Emissiehandel is een mooi systeem, maar het valt of staat met ambitie
Ondanks de luwte op de markt kan emissiehandel volgens adviseur Cozijnsen een effectief middel zijn. Volgens hem is het vooral belangrijk dat de klimaatdoelstellingen scherp genoeg zijn.
Met de Europese doelstelling van veertig procent vermindering in 2030 zou dat zo maar eens kunnen uitkomen. Cozijnsen: "Emissiehandel is een mooi systeem, maar het valt of staat met ambitie."