
Winkelen is in 2025 vooral een dagje uit
Boekwinkelketen Polare viel om, modemerk Mexx redde het niet en recenter werden House of Shoes en Schoenenreus failliet verklaard.
Momenteel zijn alle ogen gericht op het noodlijdende V&D. De van oudsher oer-Hollandse warenhuisketen zit bijna in alle stadscentra op primaire locaties. Als die panden leeg komen te staan verandert het stadsaanzicht ingrijpend.
De klassieke winkels zoals we die nu kennen zullen niet uit het straatbeeld verdwijnen, zegt Laurens Sloot, hoogleraar retail en marketing aan de Rijksuniversiteit Groningen. De huidige leegstand is volgens hem vooral veroorzaakt door de recessie, de opkomst van online winkelen werkt ook niet mee.
"De retailmarkt moet zich resetten. De vastgoedprijzen van winkelgebieden zijn in aanloop naar de financiële crisis net als de huizenprijzen gestegen, maar de prijsdaling in de woningmarkt zien we in veel mindere mate terug bij winkelpanden. Dit proces duurt te lang, het is een starre markt en dat levert ook onnodige faillissementen op", zegt Sloot. Hij pleit daarom voor een huurverlaging van winkelpanden.
Samenwerken met horeca
Daarnaast denkt de hoogleraar dat horeca en retail steeds meer naar elkaar toe zullen groeien om het consumeren voor winkelend publiek aangenamer te maken. Sloot vergelijkt het met voetbal.
"In de jaren tachtig en negentig kon de Nederlandse competitie goed mee met de Europese top, maar de stadions zaten alleen vol als Ajax of Feyenoord speelden. Nu zijn er veel meer toeschouwers maar je kunt niet echt zeggen dat het Nederlandse voetbal beter is geworden. De kwaliteit van de stadions is dat wel, je zit comfortabeler, je krijgt entertainment rondom de wedstrijd en er is ruimschoots te eten en te drinken."
Naast het kopen van kleding, willen consumenten ook een lekker kopje koffie drinken, wil hij er maar mee zeggen.
Dagje uit
Zo denken Dirk Mulder, sectormanager retail bij ING, en Gertjan Slob van retailonderzoeksbureau Locatus er ook over. "Mensen die kleding kopen, maken er echt een dagje uit van", zegt Mulder.
"Shoppen wordt meer gekoppeld aan toerisme, waar mensen een dagje voor naar de grote stad trekken. Ze combineren het winkelen dan met bijvoorbeeld een museum en een hapje eten. De dorpskernen zullen in de toekomst vooral boodschappencentra worden", vult Slob aan.
Niet ieder winkelgebied is te redden
Mulder is een van de auteurs van het ING-rapport Winkelgebied 2025 (pdf). Daarin staat dat niet alleen de economische recessie en de snelle opkomst van e-commerce hun sporen in de retail achterlaten, maar dat ook de vergrijzing een grote rol speelt. Er zal simpelweg minder behoefte zijn aan winkels. "Niet ieder winkelgebied is te redden, sanering is noodzakelijk", wordt geconcludeerd.
Veel te winnen online
Hoewel de opkomst van internet al sinds de jaren negentig speelt, valt er binnen de retail op dat gebied nog steeds veel te winnen. Het aandeel dat binnen de detailhandel online werd aangeschaft was volgens ING in 2013 naar schatting 6 procent. In datzelfde jaar werd er voor 10,6 miljard euro aan producten en diensten gekocht via internet.
De bank verwacht dat het aandeel dat detaillisten online verkopen in 2025 uitkomt op 25 tot 30 procent van de markt.
Vooral kleine steden gaan de impact van online winkelen voelen
Mulder is in tegenstelling tot hoogleraar Sloot wel van mening dat het straatbeeld zal veranderen. Zo zullen sommige winkels veel kleiner worden of gedeeltelijk verdwijnen. "Vooral kleine steden als Gouda en Woerden gaan de impact van online winkelen voelen, daar bestaat nu al een overschot aan vierkante winkelmeters. Datzelfde geldt voor de periferie van drukbezochte locaties, die winkelgebieden zullen steeds meer indikken."
Daarbij denkt Mulder dat grootwinkelbedrijven sociale media nog veel meer kunnen integreren in de fysieke winkels. "Daarin kunnen nog wel tien stappen worden gezet, we staan nog maar aan het begin van de technologische ontwikkeling. Het is een kwestie van tijd tot je in een winkel kunt staan en je een eigen, virtuele paspop hebt."
Verschillende winkelgebieden
ING spreekt de verwachting uit dat er de komende jaren vijftien tot twintig hoogwaardige winkelgebieden zullen ontstaan in de grotere Nederlandse steden. Ook Slob van Locatus denkt dat de verschillen tussen Nederlandse winkelgebieden de komende periode steeds groter worden.
"In de echt grote steden zal er in de hoofdwinkelstraten, zoals de Amsterdamse Kalverstraat, nog steeds een boeiend en interessant winkellandschap te vinden zijn. Dit wordt wel steeds internationaler van karakter; Nederlandse ketens worden steeds minder belangrijk. Grote winkelcentra zullen vooral gaan bestaan uit modewinkels en horeca. De diversiteit gaat eruit", verwacht Slob.
Het is krimp of cariës
"De middelgrote centra zien nu al dat het winkelaanbod krimpt. De vraag is: hoe ga je daar als gemeente mee om? Het is krimp of cariës: een kleiner centrum is niet erg, maar leegstand in het centrum wel."
Locatus schat dat de leegstand nog oploopt naar een "procent of 10". Nu is dat 6,5 procent. "Maar in de grote binnensteden valt het mee. De vrijgekomen ruimte wordt vaak wel weer opgevuld door andere winkels, woningen of bedrijven."
V&D failliet?
Hoe de winkelstraat er in 2025 ook uit komt te zien, bij V&D zal er iets moeten veranderen. Gaat de warenhuisketen toch failliet, zal een deel van de eventueel vrijgekomen ruimte wellicht worden verhuurd aan grote buitenlandse modeketens, zoals de Primark, de H&M en de Zara. "Ik denk dat Primark al klaar staat om winkelruimte over te nemen", aldus Slob. Niet alle 63 locaties van V&D zijn echter even interessant en praktisch.
Mulder denkt gezien het vooruitzicht dat warenhuisketens zoals V&D op zoek moeten naar een nieuw verdienmodel.
"Eigenlijk doet V&D al heel lang hetzelfde maar dan in een andere vorm, ze hebben nog steeds 63 vestigingen. Misschien moeten ze inkrimpen naar vijftien winkels op alleen de beste locaties en kunnen ze hun horecadeel La Place meer ruimte geven. Denk daarbij ook aan meer beleving tijdens het winkelen met theater en film."