Pieter-Jaap Aalbersberg, hoofdcommissaris bij de Amsterdamse politie, gaf na de ramp met vlucht MH17 leiding aan de repatriëringsmissie in Oekraïne. In gesprek met NU.nl blikt hij terug op de roerige tweede helft van 2014.
"Het begon met een telefoontje van mijn korpschef om 0.30 uur 's nachts, een week na de ramp", vertelt Aalbersberg in zijn kantoor in Amsterdam.
"'We willen een 'head of mission' naar Oekraïne sturen en het kabinet wil heel graag dat jij dat gaat doen', zei hij. 'Je hebt ongeveer een half uur de tijd om erover na te denken'."
"Toen begon het. Maar dan weet je nog niet goed waar je aan begint. 24 uur later was ik in Kiev. Met als hoofddoel: zorg dat de coalitie van Nederland, Australië en Maleisië bij elkaar blijft."
Aalbersberg moest een manier zien te vinden om via de OVSE afspraken te maken met de pro-Russische separatisten, en daarbij alles afstemmen met de Oekraïense regering en de coalitiepartners.
Kon u in dat halfuur inschatten wat uw functie in Oekraïne zou gaan inhouden?
"Nee, want dat weet je dan echt nog niet. Wat je in een half uur beslist, is of het beroep dat op je wordt gedaan voldoende is om te zeggen: 'Ok, ik maak m'n agenda leeg. Ik ga die kant op.'"
"Dat overlegde ik met m'n vrouw. Ik had er zelf nog helemaal niet over nagedacht, maar zij zei: ik had eigenlijk wel verwacht dat ze zouden bellen. Dat is echt iets voor jou."
"Ik snapte het beroep dat op mij werd gedaan, en ik snapte dat ze vanwege mijn internationale expertise in het politieveld bij mij kwamen."
"Er wordt een beroep op je gedaan en je snapt drommels goed, met bijna duizend nabestaanden, dat dit een belang is waar je in dit vak niet snel 'nee' tegen kan zeggen. Dus ik hoefde er niet lang over na te denken."
Toen u aankwam, moest er onderhandeld worden over toegang tot het rampgebied. Konden er afspraken gemaakt worden met de separatisten?
"Jazeker. Het belangrijkst in dat contact was de OVSE, en met name Alexander Hug in Donetsk. De OVSE is ons tot aan de grenzen van haar mandaat ter wille geweest."
"We stuurden heel erg op Alexander Hug: hij onderhandelde met de leiders van de DPR [Donetsk People's Republic, uitgeroepen door separatisten, red.]. Dat betekende voor hem 's avonds praten, drinken, en praten en drinken."
"Daar werden de eerste slagen gemaakt. En als daar dan weer tussenresultaten van waren, dan ging ik daamee in gesprek met de Oekraïense overheid. Wij hebben niet één keer zelf gesproken met de DPR. Dat was een beleidslijn en dat ook kon niet anders."
Wat waren voor u de belangrijkste dilemma's?
"Is het veilig of is het niet veilig. Dat is het eigenlijk. Je wilt niet op je geweten hebben dat één van je eigen mensen iets overkomt. Dat was het dilemma waar ik het meest mee bezig was: de balans vinden tussen resultaat en het voorkomen van onverantwoorde risico's."
"Met iedereen moet die afweging gemaakt worden. Soms had de groep die al op de rampplek was zoiets van: 'we kunnen wel'. Ze wilden ook echt. Maar alle stoplichten moesten op groen staan voordat we in het gebied aan de slag konden."
Hoe ver zijn we inmiddels in de zoektocht naar stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen?
"Er zijn nog twee zwarte plekken over waar we de, verbrande, grond nog moeten zeven. Op dit moment is het echter zo bevroren dat dat niet kan. Dat zal pas medio april weer kunnen als de veiligheidssituatie het toelaat, niet eerder."
"En er is nog een klein stuk in het noordwesten waar we nog nooit geweest zijn. Daar zal waarschijnlijk niets liggen, maar dat willen we wel gezien hebben."
"In wezen zijn we op dit moment nog altijd actief in Oekraïne. We blijven daar aanwezig om spullen aan te nemen die mensen hebben gevonden. We houden contact met de lokale bevolking en het opsporingsonderzoek vanuit Kiev blijft ook volledig doorgaan. Alleen het feitelijke graven doen we nu niet. Ik ga zelf in januari weer naar Kiev en Charkov."
Kunt u een indicatie geven van tijd die nog nodig is om alle werkzaamheden in het rampgebied af te ronden?
"Dat vind ik nog wat ingewikkeld om te zeggen. Een van de 'burn sites' is een stuk grond met een oppervlakte van ongeveer honderd bij honderd meter, het andere deel is wat kleiner."
"Je moet zo'n vijftien centimeter grond afgraven, vrij voorzichtig en met de hand. Daar ben je wel een tijdje mee bezig. Ik praat dan niet over maanden, maar wel over een aantal weken. Dat zijn we momenteel allemaal aan het plannen."
Wanneer is het werk voor u helemaal klaar?
"Het is klaar als ik vind dat we de nabestaanden recht in de ogen kunnen kijken en kunnen zeggen: we hebben écht goed gezocht en we gaan ervan uit dat we nu alles gedaan hebben wat we konden doen."
"Dan kan er nog altijd een kledingstuk tevoorschijn komen, maar als het gaat om stoffelijke resten moeten we kunnen zeggen dat we het maximale hebben gedaan."
Zijn de voorbij maanden voor u erg stressvol geweest?
"Nee, ik was niet gestrest. We werkten van 's ochtends 6.00 uur - om 7.00 uur hadden we de eerste briefing - tot 's nachts 1.00 of 2.00 uur door, dus je hebt wel enorm veel adrenaline. Je moet zelfs wennen als je na twee weken meer dan vier uur per nacht mag slapen. Maar adrenaline is iets anders dan stress."
"Ik moest mijn adrenaline afbouwen, want het werkt verslavend. Topsporters hebben dat ook. Je bent alleen maar aan het werk. En niet vijf dagen, maar veertien dagen of drie weken, constant in dat hoge tempo. De adrenalinekick geeft je energie, want je doet het met elkaar. Er is heel veel motivatie, iedereen weet waarvoor hij daar is."
"En de belangrijkste rol van een missiehoofd is juist het hoofd koel houden. Mijn kracht en stijl is om gewoon na te blijven denken. En dat ook te zeggen, want ik weet ook niet alles. Ik raak niet snel van de kook."
Met de kennis van nu, hadden dingen anders gemoeten?
"Dat is een complexe vraag. Ik denk vanuit resultaat. En als ik zie wat wij met elkaar hebben bereikt, met al die internationale partners, met de samenwerking tussen Buitenlandse Zaken, Defensie, politie, de NCTV, de burgers. Van tevoren had ik gezegd: dat is niet haalbaar."
"We hebben meer resultaat behaald op het gebied van identificatie dan ooit eerder internationaal is gebeurd. Je merkt ook dat er internationaal enorm veel respect is voor onze inspanning en dat we zo ver gekomen zijn."
"Uiteindelijk denk ik dat we heel veel resultaat hebben geboekt en geen onverantwoorde risico's hebben genomen. We zijn geen partij geworden in het conflict, en uiteindelijk waren we daardoor voor iedereen acceptabel."
Er is veel waardering geweest voor de missie, maar soms ook kritiek. Raakt die kritiek u?
"Daar moet ik eerlijk in zijn: dat voelt soms wel onrechtvaardig. Je doet daar met z'n allen knetterhard je best, en dan raakt het je even als soms vrij ongefundeerd allerlei andere dingen worden gezegd."
"Anderzijds, ik ben dit gewend als politieman. Ik kan niet zeggen dat het me niet raakt, maar het hoort erbij. We leven in een open samenleving, dan moet je altijd verantwoording afleggen."
Zie ook: Chronologie van de MH17-ramp in Oekraïne
Meer langere verhalen en achtergronden op NUweekend