
Mijn jaren als GTST-schrijver: harde porno en bananen
Maar hoe kwamen de legendarische scènes uit de begintijd tot stand? Filmjournalist en vaste recensent voor NU.nl André Nientied, die van 1991 tot 1999 als scriptschrijver aan de serie werkte, haalt Goede én Slechte herinneringen op.
Toen ik als scriptschrijver bij Goede Tijden, Slechte Tijden werd gehaald had ik nog nooit één aflevering van GTST gezien en nog nooit een script geschreven. GTST was in het najaar van 1990 gestart bij RTL4, en na een aarzelend begin was het een heus kijkcijferkanon geworden voor de jonge zender, met ruim twee miljoen kijkers per dag.
Een hele prestatie voor een dagelijkse serie met bordkartonnen decors en onervaren acteurs die vaak ook van bordkarton leken.
Er was nog een ander probleem: de scripts waren niet bruikbaar. GTST was namelijk gebaseerd op de Australische soap The Restless Years, die van 1977 tot 1981 daar werd uitgezonden.
GTST-producent Joop van den Ende had met de Australische producent Grundy de deal gesloten dat de scripts zouden worden vertaald. Dat werd aanvankelijk ook gedaan, maar steeds vaker ontstond er een kloof tussen het origineel en de Nederlandse versie.
Om te beginnen waren de Australische scripts veel conservatiever. Afleveringen lang werd er gedaan over de eerste kus tussen twee jonge geliefden - in de Nederlandse versie werd die eerste kus dan al snel de eerste keer met elkaar naar bed, want er moest meer op het spel staan.
Wanneer die eerste keer vervolgens tien afleveringen later alsnog aan bod kwam in de Australische versie was er natuurlijk een probleem: wat nu weer te verzinnen?
Kip met de gouden eieren
Daarnaast was er het luxeprobleem dat de Nederlandse soap-acteurs al snel populair werden. Leuk voor Reinout Oerlemans (Arnie) en Antonie Kamerling (Peter) en leuk voor de serie, maar de vertalers zaten met een probleem toen de Australische 'Arnie' na een slangenbeet overleed.
De simpelste oplossing - Arnie uit de serie schrijven - stond gelijk aan de kip met de gouden eieren slachten. Er was maar één echte oplossing: de Australische scripts loslaten.

Dat gebeurde tegen het eind van het eerste seizoen en dus waren er schrijvers nodig in plaats van vertalers. Filmmaakster Olga Madsen, die door Van den Ende was aangesteld als creative producer van GTST, schakelde een oude vriend in: scenarioschrijver en radiomaker Rogier Proper. Wist hij geen enthousiaste schrijvers die snel konden werken en hun neus niet ophaalden voor soap?
Proper bleef dicht bij huis: hij zat destijds in de redactie van het in 1993 ter ziele gegane filmblad Skoop, en benaderde mederedactieleden met de klus. Proper bleef ook letterlijk dicht bij huis, want de eerste jaren werden alle scripts bij hem in huis ontwikkeld.
Op kleine Macintosh-computers, via een zelf bedacht programma. Het stramien van de scripts werd op floppy's gezet, die de schrijversmee naar huis namen om daar op hun eigen Macs de scènes in te vullen. Internet bestond immers nog nauwelijks.
Harde porno
Die invulling deden de Skoop-redacteuren min of meer naar eigen inzicht. Een scène moest bijvoorbeeld worden 'Arnie wil Linda niet vertellen dat hij ruzie met Peter heeft' en dat dan in zo veel mogelijk dialogen en zo weinig mogelijk handelingen, met een streeftijd van hooguit anderhalve minuut.
Martin Bril werkte ook mee aan de scripts, maar de helft van zijn scènes eindigde uit pure meligheid in harde porno.
Martin Bril werkte als Skoop-redacteur ook mee aan de scripts, maar de helft van zijn scènes eindigde uit pure meligheid in harde porno. Hilarisch om te lezen, maar uiteraard onbruikbaar. Bril gaf er dan ook snel de brui aan.
Ook ik kwam begin 1991 als Skoop-redacteur bij GTST terecht, zonder dus ooit een aflevering te hebben gezien of ooit een script te hebben geschreven. Ik kon meteen aan de slag met een scène rond Anita en Arthur, in aflevering driehonderd-zoveel.
Al snel kreeg ik de smaak te pakken en een zekere handigheid in het schrijven van scènes. In goede tijden schreef ik in één dag een hele aflevering. Stoplappen als "daar gaat het niet om" - "waar gaat het dan wel om" werden daarbij dankbaar gebruikt om scènes aan te lengen.
De serie draaide als een echte soap om dialogen waarin eindeloos werd doorgebabbeld, want sommige, vooral jonge, acteurs moest je niet te veel handelingen geven. Ook niet te veel tekst trouwens, omdat ze vaak moeite hadden die te onthouden.
Dat de werkdruk bij de opnames groot was - een scène moest er vaak in een half uurtje op staan - en de razend populaire acteurs menig feestje afliepen had daar ook mee te maken.
Borrelen met ene Katja Schuurman
De acteurs waren dan razend populair geworden, de schrijvers konden gelukkig nog wel gewoon over straat. Sterker nog; ze werden zelfs niet herkend wanneer ze een keer naar de wekelijkse vrijdagmiddagborrel in Aalsmeer gingen.
Terwijl de acteurs daar uitbundig vierden dat er weer vijf afleveringen waren opgenomen, stonden de schrijvers een beetje verloren in een hoekje. En als ze al werden aangesproken was dat door acteurs die klaagden dat ze "die tekst niet uit hun bek konden krijgen".
Maar Aalsmeer was ook de plek waar schrijvers kennis konden maken met zojuist gecaste nieuwe acteurs, wat mee kon helpen bij het schrijven.
Onvergetelijk is de borrel waarop ik werd voorgesteld aan de toen nog onbekende Katja Schuurman. Ze was zojuist gecast als Jessica, het nichtje van Harmsen, vers uit de provincie. Met haar hese stem en haar verleidelijke voorkomen was ze volkomen verkeerd gecast als muurbloempje, maar meteen was duidelijk dat geen (mannelijke) kijker daar moeite mee zou hebben.

Ondertussen werd de productie van de scripts steeds professioneler en gestructureerder. Verhaallijnen werden voor langere tijd uitgezet door zogenaamde storyliners, en de cliffhangers werden sterker.
De 'Eerste Nederlandse Soapfabriek' was een feit: ook Goudkust en Onderweg naar Morgen zouden uiteindelijk uit de stal van het door Proper opgerichte Doctor Proctor Scripts komen, dat inmiddels een eigen bedrijfspand had. Na de overname door Endemol in 1998 werd de naam veranderd in Scriptstudio.
Sponsor-bananen
Bij het schrijven van GTST moest ook rekening gehouden worden met product placement. Steeds vaker moest er een zogenaamd 'sponsormoment' in een script werden ingebouwd.
Dat was niet zo'n probleem met de bekende flessen wijn met de scheve hals (J.P. Chenet, bij de slijter al snel bekend als 'GTST-wijn'), maar lastiger was het met de product placement van bananen.
Want elke dramatisch bedoelde scène wordt lachwekkend wanneer een personage ineens een banaantje gaat zitten afpellen en opeten.
Gouden Televizier-Ring
GTST kreeg ondertussen steeds meer waardering en werd meermalen genomineerd voor de Gouden Televizier-Ring. Toen de serie de Ring na vier eerdere nominaties eindelijk won in 1995, beloonde Van Den Ende cast en crew met een tripje naar Londen. Een vliegtuig vol soapies toog naar de Britse hoofdstad - als dat was neergestort had dat het einde van GTST betekend.
Bij de feestjes in Londen viel vooral een nieuwe acteur op door zijn perfecte imitaties. Het was Paul Groot, die toen Stan in de serie speelde, maar niet veel later via Kopspijkers en vervolgens Koefnoen veel beter tot zijn recht kwam.
Ardennen in Aalsmeer
Het acteertalent van diezelfde Paul Groot werd in GTST een keer flink op de proef gesteld in een absurde scène met de door Reinout Oerlemans gespeelde Arnie. In het script stond dat Stan tijdens een woeste wildwatertocht in de Ardennen de controle over zijn kano verloor.
Maar uit kostenoverwegingen - dure buitenopnames werden sowieso al nauwelijks gedaan - werd deze actiescène opgenomen in een slootje achter de studio. De angstige uitroepen van Stan ("Arnie, ik hou de boot niet meer!") wekten daardoor vooral de lachlust.
Aan de andere kant kon er heel soms ook meer in GTST. Bij de ultieme confrontatiescène tussen Helen Helmink (Bruni Heinke) en haar inmiddels gevangen gezette kwelgeest Martine Hafkamp (Inge Ipenburg) mocht ik uitpakken met een scène die de maximale tijdsduur van 2 minuten ver overschreed.
Mede dankzij de inzet van de actrices leverde dat een bijna Oscarwaardige scène op - voor GTST-begrippen dan.
250e script
Tegen de tijd dat GTST eind jaren negentig aan haar tweeduizendste aflevering toe was had ik mijn 250e script geschreven en begon de lol er een beetje af te raken.
De stoplap "daar gaat het niet om" - "waar gaat het dan wel om" had ik inmiddels tientalen malen gebruikt, en ook had ik iets te vaak een scène geschreven waarin een persoon nét iets hoorde wat hij niet mocht horen, doordat hij toevallig een meter achter iemand stond die dat vreemd genoeg nét niet doorhad.
Ook andere schrijvers verlieten na verloop van tijd Scriptstudio om andere dingen te doen: aan series van Westenwind tot Nieuwe Buren en van De Vastgoedfraude tot Smeris werken scenarioschrijvers mee die begonnen zijn bij GTST.
Volgende generatie
Het werd tijd om na negen jaar het stokje door te geven aan de volgende generatie schrijvers, die wél opgegroeid was met GTST. Eind 1999 schreef ik mijn laatste scène - en daarna heb ik nooit meer een aflevering GTST gekeken, zoals ik dat ook vóór mijn jaren als soapschrijver nooit had gedaan.
De beginjaren van GTST waren Goede Tijden, al leek het er toen absoluut niet op dat de serie ooit de vijfhonderdste aflevering zou halen, laat staan de vijfduizendste.
De serie is na ruim twintig jaar een televisie-instituut en daarnaast een broedplaats gebleken voor talent - voor én achter de camera.