
Vier dingen die u moet weten over veranderingen in de zorg
De top van het kabinet, coalitiepartijen VVD en PvdA en de drie 'bevriende' oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP zijn het woensdagavond eens geworden over de plannen voor de zorg.
Vanaf 2015 zullen de gemeenten dus verantwoordelijk worden voor veel meer taken dan voorheen. De gemeente is er niet meer alleen voor het aanvragen van het rijbewijs, voortaan bepaalt de gemeente ook hoeveel huishoudelijke hulp u krijgt en worden jonggehandicapten door de gemeente aan een baan geholpen.
Gemeenten worden verantwoordelijk.
Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor veel zorg- en ondersteunende taken. Het idee is dat gemeenten deze taken beter en goedkoper kunnen uitvoeren, omdat ze de burgers beter kennen dan de centrale overheid.
De gemeenten worden verantwoordelijk voor drie nieuwe beleidsvelden: de Jeugdwet, langdurige zorg (AWBZ), WMO en de Participatiewet.
In de Jeugdwet wordt de jeugdzorg geregeld. Voorheen waren de provincies hier nog voor verantwoordelijk. In de jeugdzorg krijgen kinderen, jongeren en hun ouders gedwongen of vrijwillige hulp bij opgroei- en opvoedproblemen. Ook jeugdige criminelen vallen onder de jeugdzorg.
In de langdurige zorg wordt de zorg voor ouderen en chronisch zieken zo omgevormd dat mensen langer thuis kunnen wonen. Gemeenten en zorgverzekeraars worden meer verantwoordelijk voor de hulp die mensen thuis krijgen. De instellingszorg wordt beperkt tot ruim 200.000 mensen.
Mensen die daarbuiten vallen, moeten een beroep doen op hun gemeente of zorgverzekeraar. Mensen moeten eerder dan nu een beroep doen op hun spaarrekening en op een netwerk van familie en vrienden.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat jonggehandicapten die kúnnen werken, ook aan het werk kunnen gaan.
De hervormingen gaan gepaard met flinke bezuinigingen.
Met de plannen gaan flinke bezuinigingen gepaard, van 1,5 miljard euro. Het idee achter de hele hervorming is dat de zorgkosten steeds duurder worden en dat die beweging met deze plannen wordt geremd.
Als mensen langer thuis kunnen wonen, is dat goedkoper. Ook het idee dat minder instanties zich met dezelfde zorgbehoevenden gaan bezig houden levert een kostenreductie op.
Sommige partijen in de Kamer vinden dat de bezuinigingen te hoog en te snel worden doorgevoerd. Alle plannen moeten per 1 januari 2015 ingaan, terwijl de plannen voor de langdurige zorg en de Wmo nog moeten worden behandeld in de Tweede Kamer.
De gemeenten maken zich zorgen over de vertraging die in de behandeling van de wet is opgetreden. Ze vrezen ook dat de stapeling van de maatregelen te veel zal drukken op hun budgetten en capaciteit.
U moet meer zelf doen.
Het kabinet wil dat mensen langer thuis wonen en meer zelf doen. Ouderen kunnen alleen nog worden opgenomen in een verzorgingshuis als ze een indicatie hebben gekregen dat ze ook echt 24 uur per dag verzorgd moeten worden. De rest kan begeleiding aan huis krijgen en moet zoals eerder al gezegd ook een beroep doen op hun omgeving en eigen spaargeld.
Want door de bezuinigingen gaat het budget voor de begeleiding voor de dagbesteding ook met 25 procent omlaag. Het budget op de huishoudelijke hulp wordt met 40 procent teruggeschroefd.
De persoonlijke verzorging gaat naar de verzekeraars en gaat gepaard met een bezuiniging van 15 procent. Dit alles gaat gepaard met flinke ontslagrondes in de zorg.
Gemeenten hebben gewaarschuwd dat ze vinden dat ze meer belasting moeten kunnen gaan heffen, omdat ze vrezen anders in de problemen te komen. Ook kan het zijn dat gemeenten besluiten te korten op andere algemene voorzieningen, zoals zwembaden en bibliotheken, wanneer de nieuwe taken teveel op het budget zullen drukken.
De bezuinigingen vallen toch iets lager uit.
CDA, D66, ChristenUnie, de SP en GroenLinks hadden twijfels of de invoering van de langdurige zorg per 1 januari 2015 wel haalbaar was, vanwege de samenhang van de wetswijzigingen in de zorg. GroenLinks en CDA spraken zich openlijk uit over een jaar uitstel van de plannen.
Daarom pleitten de partijen voor meer geld. Na onderhandelingen met het kabinet en D66, ChristenUnie en SGP half april is overeen gekomen om het komende jaar 360 miljoen euro minder te bezuinigen op de zorg dan eerder voorzien. Dit bedrag wordt in de jaren erna verminderd richting de 200 miljoen euro.
Door het akkoord met de drie oppositiepartijen heeft het kabinet ook in de Eerste Kamer steun voor de plannen.