
Wieffer debuteert voor Oranje na bizar jaar: 'Kende de jongens alleen van tv'
Het was een bijzonder moment toen Wieffer maandag het veld opstapte, dat besefte hij maar al te goed. "Ik heb inmiddels best vaak in De Kuip gespeeld, maar nu was ik wel even bewust aan het genieten. Spelen in Oranje, daar had ik echt zin in", vertelt Wieffer, die een basisplaats kreeg van bondscoach Ronald Koeman.
Bijzonder was dat Wieffer tegen Gibraltar samenspeelde met Wout Weghorst, die net als hij geboren is in Borne. Ze begonnen allebei met voetballen bij dorpsclub RKSV NEO, waar Weghorst nog even de trainer was van de zeven jaar jongere Wieffer. "Dat vertelde Wout aan mij, ik kon het me niet goed meer herinneren. Het is lang geleden. Maar het is wel een mooi verhaal als je dan later samen in Oranje speelt."
Veel andere spelers bij Oranje zag Wieffer voor het eerst in Zeist. "Ik zat ineens 's avonds een spelletje te spelen met jongens die ik eigenlijk alleen kende van tv. Ik keek altijd erg op tegen Frenkie de Jong. Omdat hij ook op het middenveld speelt, was hij een voorbeeld voor me. Helaas was Frenkie er nu niet bij door een blessure. Het zorgt voor extra motivatie om de volgende keer weer geselecteerd te worden. Dan kan ik met Frenkie trainen bij Oranje."
'Ik kreeg een klap op mijn kop'
De 25-jarige De Jong is niet eens heel veel ouder dan Wieffer, maar de carrière van de Feyenoord-middenvelder is pas het laatste jaar in een stroomversnelling gekomen. Wieffer debuteerde in 2018 al in de hoofdmacht van FC Twente, waarna het bleef bij een competitiewedstrijd voor de Enschedese club. In het seizoen 2019/2020 mocht hij niet eens meer meetrainen met de A-selectie.
"Dat was een moeilijkere periode, omdat ik al een jaar op een veel hoger niveau had getraind. Dan moet je wel gemotiveerd blijven. Uiteindelijk heb ik de stap naar Excelsior gezet en dat heeft goed uitgepakt."
Vorig jaar speelde Wieffer nog in de Keuken Kampioen Divisie met de Kralingers, die na een knotsgek duel bij ADO Den Haag promoveerden. Na het laatste fluitsignaal moest hij rennen voor boze Haagse supporters.
"Ik kreeg een klap op mijn kop", vertelt Wieffer met een glimlach. "Het is en blijft de meest bizarre wedstrijd die ik ooit gespeeld heb, maar het debuut in Oranje is nu het hoogtepunt. Ik kan amper geloven dat het zo snel is gegaan, maar het is wel de werkelijkheid."

'Mijn spel is degelijker geworden'
Een verklaring voor zijn razendsnelle opmars heeft Wieffer niet. "Het is niet dat ik ineens anders ben gaan spelen. Hoewel, vroeger legde ik wel wat meer risico in mijn spel, nu is het degelijker. Daarin ben ik gegroeid en ik ben ook letterlijk gegroeid. Vroeger was ik heel klein, nu ben ik lang."
De samenwerking met Arne Slot bij Feyenoord heeft hem ook beter gemaakt. "Hij zei dat ik feller moest zijn in de duels. Je moet elke bal willen veroveren, door die instelling ben ik beter geworden. En Slot heeft me de kans gegeven, waardoor ik nu ook een kans heb gekregen bij Oranje."
Wieffer speelde bij zijn Oranjedebuut tegen Gibraltar de eerste 63 minuten. En dat was even wennen voor de middenvelder, ook omdat het niveau van de tegenstander zo laag was. "Ik kreeg veel ruimte en tijd. Bijna te veel, waardoor de snelheid eruit ging. Het was ook lastig om kansen te creëren."
In de 51e minuut zat de schrik er goed in, toen Wieffer een harde trap te verwerken kreeg van Gibraltar-speler Liam Walker. De aanvaller kreeg rood en de Oranje-middenvelder bleef even liggen. "Het scheelde niet veel of ik had mijn been gebroken, het deed veel pijn. Het lag open, met bloed. Maar nu heb ik nergens meer last van. Zo was het gewoon een heel mooie avond. En een heel mooie week."