
Deze nieuwe spelregels moeten het voetbal sneller en eerlijker maken
Doeltrap: Een van de opvallendste wijzigingen is dat een doeltrap niet langer naar een speler buiten het strafschopgebied gespeeld hoeft te worden. Verdedigers mogen binnen de zestienmeter door de keeper worden aangespeeld.
Hiermee kunnen ploegen makkelijker opbouwen en kan de keeper het spel sneller hervatten. Voorheen kon er straffeloos tijd worden gerekt door een ploeg die de doeltrap binnen het strafschopgebied speelde. Er stond namelijk geen sanctie op. De doeltrap moest simpelweg opnieuw worden genomen.

Deze spelregels veranderen dit jaar in de Eredivisie
Hands: De regels worden eenvoudiger gemaakt. Als een speler van de aanvallende ploeg de bal met de hand of arm raakt, dan is er voortaan áltijd sprake van een overtreding. Een doelpunt kan dus nooit tot stand komen nadat een speler van de aanvallende ploeg de bal met de hand beroerde. Voorheen beoordeelde de scheidsrechter of er sprake was van opzettelijk hands of niet.
In verdedigend opzicht is er wel nog steeds sprake van een verschil tussen opzettelijk en onopzettelijk hands. Als de scheidsrechter oordeelt dat een verdediger zijn arm in een natuurlijke positie houdt en de bal van korte afstand tegen zijn hand of arm geschoten wordt, dan is dat geen overtreding. Deze regel is er om te voorkomen dat aanvallers bewust op zoek gaan naar een strafschop door de bal expres tegen de hand van een verdediger te schieten.

Raakt een speler van de aanvallende ploeg de bal op de arm? Dan is het vanaf nu altijd een overtreding. (Foto: Pro Shots)
Kaarten: Trainers, stafleden en wisselspelers krijgen voortaan een gele of rode kaart als ze zich schuldig maken aan bijvoorbeeld spelbederf of commentaar op de leiding. Voorheen werden trainers naar de tribune gestuurd. Het tonen van de rode kaart moet voor het publiek duidelijker maken wat er aan de hand is.
Als het voor de scheidsrechter onduidelijk is welk staflid zich heeft misdragen, bijvoorbeeld in het geval van een opstootje met meerdere stafleden), dan kan hij de hoofdtrainer als leidinggevende van de trainersstaf de rode kaart geven.

Trainers worden niet langer met een handgebaar naar de tribune gestuurd, maar krijgen een rode kaart voorgehouden. (Foto: Pro Shots)
Kaarten (II): Als een scheidsrechter een gele of rode kaart wil geven na een overtreding, maar de vrije trap wordt snel genomen door de aanvallende ploeg, dan kan hij voordeel toekennen door het spel door te laten gaan. Zodra het spel weer stilligt, toont de scheidsrechter alsnog de gele of rode kaart.
Wissel: Een speler die gewisseld wordt, moet het veld bij de dichtstbijzijnde lijn verlaten. Hiermee wordt voorkomen dat tijdrekkende spelers bij een wissel het hele veld over wandelen en al hun teamgenoten en de scheidsrechter bedanken, voordat ze van het veld af zijn.

Verleden tijd: scheidsrechters die gewisselde spelers manen om haast te maken. (Foto: Pro Shots)
Penalty: Een keeper dient met minimaal één voet de lijn te raken op het moment van schieten. Als de keeper op het moment van schieten in de lucht springt, dan moet ten minste een deel van zijn lichaam op de hoogte van de doellijn zijn.
Dit is vooral een verduidelijking van de bestaande regel dat een keeper niet voor de doellijn mag staan bij een penalty. Bewegen op de lijn van links naar rechts blijft wel toegestaan, maar er wordt strenger gekeken naar het al dan niet te snel naar voren stappen van de keeper.

Zoals het hoort: de keeper staat met minstens één voet op de lijn als de penalty genomen wordt. (Foto: Pro Shots)
Muurtje: Spelers van de aanvallende partij mogen niet meer in de muur plaatsnemen om bijvoorbeeld het zicht van de keeper op de bal te belemmeren. Dit zorgde vaak voor duw- en trekwerk en oponthoud. Volgens de nieuwe regels moeten aanvallende spelers minimaal een meter afstand van het muurtje houden.

Niet langer toegestaan: spelers van de aanvallende ploeg in de muur bij een vrije trap. (Foto: Pro Shots)
Stuiterbal: De stuiterbal of scheidsrechtersbal waarbij twee spelers om de bal strijden die de arbiter op de grond laat vallen, bestaat niet langer. Als de scheidsrechter het spel stillegt, bijvoorbeeld bij een ernstige blessure of als er iemand uit het publiek op het veld komt, dan hervat hij het spel door de bal aan de ploeg te geven die in balbezit was. Was de bal in het strafschopgebied op het moment dat de scheidsrechter het spel stillegde, dan geeft hij de bal nadien aan de keeper.
Hiermee wil de IFAB vooral voorkomen dat een wilde spelsituatie ontstaat bij een stuiterbal. Of dat de verdedigende ploeg de bal opeist en hem onsportief vlak bij de cornervlag op de helft van de tegenstander over de zijlijn schiet.

De scheidsrechtersbal houdt op te bestaan. (Foto: Pro Shots)
Stuiterbal (II): Als de bal per ongeluk wordt geraakt door de scheidsrechter waarbij een van de teams veel nadeel ondervindt, dan kent de scheidsrechter voortaan een stuiterbal nieuwe stijl toe.
Een kansrijke aanval die om zeep wordt geholpen doordat de scheidsrechter de bal tegen zich aangeschoten krijgt, of zelfs een doelpunt dat valt doordat de bal via de scheidsrechter in het net caramboleert, behoort tot het verleden. De scheidsrechter geeft de bal nu terug aan het benadeelde team.
Alle bovengenoemde wijzigingen zijn van kracht sinds juni. Bij bijvoorbeeld het WK vrouwenvoetbal en de voorrondes van de Champions League werden de nieuwe regels al gehanteerd.
Vrijdagavond worden de regels voor het eerst in de Eredivisie gebruikt, wanneer PEC Zwolle en Willem II elkaar treffen. De wedstrijd in Zwolle begint om 20.00 uur.
NUjij: Uitgelichte reacties