Met beheerst spel trok FC Twente meteen het initiatief naar zich toe. De thuisclub had veel meer balbezit. Het leidde al in de eerste helft tot meerdere kansen, waarvan de meesten voor Luc Castaignos waren. De spits, goed aan het seizoen begonnen, miste er drie op rij.

Twee keer, onder meer na een afgemeten voorzet van Roberto Rosales, kon Castaignos vrij inkoppen. Beide keren misten zijn pogingen kracht en richting, waardoor doelman Kristoffer Nordfeldt niet in de problemen kwam. In de 45e minuut nog kwam Castaignos oog in oog met de Zweedse doelman. Hij schoof de bal voorlangs.

Met aardige schoten van Rosales en Quincy Promes probeerde FC Twente ook de score te openen. Deze pogingen werden geblokt door Heerenveense verdedigers.

Het elftal van trainer Marco van Basten kwam er slechts sporadisch uit, al ging dat dan wel weer met aardig spel gepaard. De accuratesse in de afwerking ontbrak echter. Niet zo verwonderlijk.

Topscorer Alfred Finnbogason ontbrak vanwege een teenblessure. De IJslander maakte al zes doelpunten dit seizoen. Middenvelder Marten de Roon deed evenmin mee. Hij had last van de hamstring.

Ook na rust kreeg FC Twente kans op kans. Andreas Bjelland maaide van dichtbij over de bal, Kyle Ebecilio schoot iets te hoog, Dusan Tadic miste het doel maar net. Het wilde niet lukken. Typerend was ook nog eens dat een kopbal van Bjelland door Pele van Anholt van de lijn werd gehaald.

Zo kon het gebeuren dat het dat de treffer aan de andere kant viel. In de 64e minuut scoorde Joey van den Berg in tweede instantie met een droge knal, uit één van de spaarzame aanvallen van de Friezen.

FC Twente bleef jagen en kreeg opnieuw mogelijkheden. De beloning kwam in de slotminuut. Rasmus Bengtsson scoorde, na knap werd van Tadic en Dico Koppers.