
Nederland stelt Rusland aansprakelijk voor neerhalen MH17
In het kort:
- Nederland en Australië stellen Rusland aansprakelijk voor neerhalen MH17
- Hiermee willen beide landen afdwingen dat Rusland meewerkt aan onderzoek
- Rusland is op de hoogte gebracht van besluit
- Buk-raket waarmee toestel in 2014 uit lucht werd geschoten volgens onderzoeksteam afkomstig van Russisch leger
''Wij eisen dat Rusland zijn verantwoordelijkheid neemt en volledig meewerkt aan waarheidsvinding en gerechtigheid voor de slachtoffers van vlucht MH17 en hun nabestaanden", aldus minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken.
De bewindsman heeft vrijdagochtend contact gehad met zijn Russische ambtsgenoot Sergei Lavrov. Die reageerde volgens Blok "niet heel verrassend afhoudend" op deze stap en ontkende enige betrokkenheid van Rusland bij de MH17-ramp.
Volgende week dinsdag komt de VN-Veiligheidsraad bijeen waar Nederland de aansprakelijkheid aan de orde zal stellen. Beide landen zijn op dit moment lid van de VN-Veiligheidsraad.
"We zullen de Russen dan zeker recht in de ogen kijken", zei Blok. Maandag spreekt Blok met zijn EU-collegaministers bij wie hij het onderwerp ter sprake zal brengen.
Rusland moet van Nederland schuld erkennen en de slachtoffers compenseren. Het is volgens Blok te vroeg om het al over bedragen te hebben.

Stef Blok wil niet vooruitlopen op eventuele vervolgstappen tegen Rusland
Onderzoek
Donderdag publiceerde het Joint Investigations Team (JIT), een samenwerkingsverband tussen Australië, België, Maleisië, Nederland en Oekraïne, de tussentijdse conclusies uit hun onderzoek. Volgens het team kwam de buk-raketinstallatie die het toestel boven Oost-Oekraïne neerschoot van het Russische leger.
Na uitvoerige vergelijkingen met andere buk-TELAR-installaties werd volgens het JIT duidelijk dat de installatie in kwestie afkomstig was van de 53e raketafweerbrigade uit Koersk in Rusland. Die maakt deel uit van de Russische krijgsmacht. Rusland liet na de publicatie weten niet bij de ramp betrokken te zijn. Het JIT roept voor enkele vragen de hulp van "het publiek" in, omdat Rusland niet meewerkt.
Nederland en Australië, de landen met de meeste slachtoffers, hebben de andere deelnemers aan het JIT-onderzoek (België, Maleisië en Oekraïne) geïnformeerd en gevraagd zich aan te sluiten. Blok: "We kunnen ons voorstellen dat deze landen hun positie willen bepalen, maar ze zijn uitgenodigd."
Nederland zegt wel steun te hebben vanuit de NAVO, de Europese Unie en de Verenigde Staten. De NAVO en de EU hebben Rusland vrijdag opgeroepen om "verantwoordelijkheid" te dragen.

Raketinstallatie die MH17 neerhaalde heeft unieke 'vingerafdruk'
Leed
Blok benadrukt dat de aanslag op het passagiersvliegtuig met 298 mensen aan boord ''onherstelbaar leed'' heeft teweeggebracht. Het besluit staat los van het strafrechtelijk onderzoek en de mogelijke vervolging en berechting van de daders. ''Maar deze trajecten kunnen elkaar wel wederzijds versterken'', aldus de minister.
Rusland is door zowel Nederland als Australië op de hoogte gebracht van dit besluit. Het aansprakelijk stellen van een staat is een juridisch complex proces. Nederland en Australië hebben Rusland vrijdag verzocht in overleg te treden om samen tot een oplossing te komen.
Steun
Piet Ploeg, voorzitter van de stichting Vliegramp MH17, noemt de uitspraak van het kabinet "een belangrijke steun in de rug voor de nabestaanden en voor eventuele juridische procedures".
Ploeg sprak donderdag na de presentatie van het JIT nog zijn hoop op een reactie van het kabinet uit. "Ik had het gehoopt, maar ik had dit niet durven te verwachten. Het is een hele stevige reactie van het kabinet, en dat is terecht."
Schadeclaim
Een groep van 270 Nederlandse nabestaanden stapt naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor een schadeclaim tegen Rusland, maakt hun Amerikaanse advocaat Jerry Skinner vrijdag bij EenVandaag bekend. Die procedure gaat buiten de stichting Vliegramp MH17 om.
Skinner stapte twee jaar geleden al namens een aantal Maleisische, Australische en Nieuw-Zeelandse nabestaanden naar het hof. De claim wordt uiterlijk 13 juni ingediend bij het hof.
NUjij: Uitgelichte reacties