Buk-raket waarmee vlucht MH17 werd neergeschoten komt uit Rusland
Dat bevestigt het Joint Investigation Team (JIT), dat het strafrechtelijk onderzoek naar de vliegramp leidt. Het onderzoek richt zich op het wapen waarmee het vliegtuig werd neergeschoten en de precieze locatie waarvandaan dat is gedaan.
De onderzoekers melden dat de Buk-raket waarmee het toestel is neergeschoten, met zekerheid werd afgeschoten vanuit een gebied in Oost-Oekraïne dat door pro-Russische rebellen wordt gecontroleerd. Het gaat "zonder enige twijfel" om een landbouwveld in Pervomajsk, zes kilometer ten zuiden van het stadje Snizhne. Satellietbeelden die de Verenigde Staten beschikbaar stelden, onderbouwen deze conclusie
Het JIT onderzocht ook de twee mogelijke afvuurlocaties die door Rusland werden aangewezen als de plek waarvandaan het Oekraïense leger een raket op het toestel zou hebben afgevuurd. Volgens het JIT staat voor beide plekken vast dat dit niet de afvuurlocaties zijn waarvandaan de Buk werd afgeschoten.
Het team weerlegt hiermee de stellingname van Rusland, dat beweert dat het Oekraïense leger vlucht MH17 uit de lucht schoot. Rusland stelde haar bewijsmateriaal niet beschikbaar aan het JIT.
Video: 'Antwoord over MH17 nu al duidelijk'
Buk-raket
Vorig jaar meldde de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid al dat een Russische Buk-raket destijds op het vliegtuig werd afgevuurd. Het JIT kan dit nu ook "met zekerheid zeggen". Uit gesprekken tussen rebellenleiders blijkt dat zou zijn gevraagd om luchtafweergeschut vanuit Rusland. De Buk-raket uit de zogenoemde 9m38-serie werd vervolgens vanuit Rusland naar het rebellengebied gebracht.
Het team heeft een groot deel van de route die het raketsysteem aflegde vanuit Rusland naar Oost-Oekraïne in kaart gebracht via beelden op social media en gesprekken met getuigen. Uit de informatie blijkt dat het gaat om een afweersysteem met vier raketten.
Een dag na de ramp, op 18 juli, werd dezelfde installatie met daarop nog drie raketten weer naar Rusland gebracht.
Scenario's
Het JIT meldt dat vrijwel meteen na de ramp werd uitgesloten dat het toestel door een ongeval of een aanslag vanuit het vliegtuig neerstortte. Ook is geen sprake van een aanslag door een ander vliegtuig, omdat hiervan geen sporen zijn te vinden op radarbeelden.
Ook Rusland meldde deze week radarbeelden te hebben ontdekt waarop geen ander vliegtuig te zien is dan de MH17. Het land legt het scenario van een mogelijk ander vliegtuig daarom naast zich neer, aldus de hoofdofficier van Justitie Fred Westerbeke.
Daders
Onderzoekers hebben niet achterhaald wie er precies achter de aanslag zitten. Er zijn zeker honderd personen in beeld, maar nog niemand is offcieel als verdachte aangemerkt. Het gaat onder meer om mensen die de Buk-installatie transporteerden, de raket faciliteerden of de opdracht gaven de raket daadwerkelijk af te vuren. Westerbeke wil niet zeggen waar de personen vandaan komen.
The Guardian berichtte dinsdag op basis van gesprekken met diplomaten dat de installatie van de 53e luchtafweerbrigade in de Russische stad Koersk zou zijn geweest. Russische militairen hebben zeer waarschijnlijk bij het transport geassisteerd.
Het JIT wil geen uitspraak doen over de betrokkenheid van Rusland bij de vliegramp. Rusland ontkent tot nu toe iedere betrokkenheid bij de aanslag op het toestel. Een woordvoerder van de Russische president Poetin laat weten dat de MH17-ramp ''transparant en volledig" moet worden onderzocht.
De Tweede Kamer wil zo snel mogelijk een debat over de voorlopige resultaten van het onderzoeksteam. Bij de ramp met vlucht MH17 kwamen op 17 juli 2014 298 mensen om het leven, onder wie 196 Nederlanders.
Video: Hoe en door wie werd MH17 neergeschoten
'Extreem politiek'
Rusland noemt de conclusies van JIT "extreem politiek." Politicus Leonid Slutsky: "Dit is natuurlijk een provocatief statement. Het heeft niets te maken met het onderzoek naar de tragedie die zo veel mensenlevens heeft weggenomen."
"De conclusies van het onderzoek hebben maar één doel: Het imago van Rusland verder beschadigen."
JIT
Het onderzoeksteam wordt geleid door het Nederlandse Landelijk Parket en de nationale recherche, die samenwerkten met justitie in Australië, Oekraïne, België en Maleisië.
Medewerkers van het JIT baseerden hun bevindingen onder meer op de duizenden wrakstukken van het toestel, tientallen getuigen, tienduizenden foto's en video's en opgenomen telefoongesprekken. Er werken tussen de honderd en de tweehonderd mensen bij het team, dat nog zeker tot eind 2018 doorgaat met het onderzoek.