
Overzicht: Kalender en resultaten voorverkiezingen VS
Niet alle Amerikaanse staten hanteren een standaard verkiezingssysteem waarbij kiezers naar de stembus gaan om vertegenwoordigers te kiezen. Sommige staten, waaronder Iowa, organiseren een zogeheten 'caucus'; verschillende bijeenkomsten waarbij leden van de Democratische en de Republikeinse Partij hun kandidaat kiezen.
De manier waarop de kandidaat wordt gekozen in een caucus, verschilt per staat en per partij. In Iowa stemmen Democraten bijvoorbeeld via een complex systeem waarbij leden van de partij tijdens speciale bijeenkomsten groepjes vormen bij een vertegenwoordiger van een kandidaat.
Resterende voorverkiezingen
14 juni: District of Columbia (voorverkiezing Democraten)
Resultaten voorverkiezingen
Nominatie kandidaten
18-21 juli: Nationale Republikeinse Conventie (definitieve nominatie kandidaat)
25-28 juli: Nationale Democratische Conventie (definitieve nominatie kandidaat)
8 november: Presidentsverkiezingen
Kiesmannen
Uitslagen
1 februari: Iowa (caucus). Hillary Clinton eindigt bij de Democraten nipt voor Bernie Sanders. Bij de Republikeinen verslaat Ted Cruz rivaal Donald Trump met een ruime marge. Marco Rubio doet het opmerkelijk goed in Iowa en eindigde als derde.
9 februari: In New Hampshire behaalt Trump een ruime overwinning bij de Republikeinen. Bij de Democraten wint Sanders overtuigend.
20 februari: Clinton weet haar politieke rivaal Sanders te verslaan in Nevada met een verschil van zo'n 6 procent.
In South Carolina weet Donald Trump de Republikeinse concurrentie ver voor te blijven met 32 procent van de stemmen. Marco Rubio en Ted Cruz bleven achter op elk 22 procent. Jeb Bush besluit uit de race te stappen nadat hij kon rekenen op slechts 8 procent van de stemmen.
23 februari: In Nevada bij de caucus van de Republikeinen, heeft Donald Trump met een grote meerderheid gewonnen. Hij blijft zijn rivalen Marco Rubio en Ted Cruz ruim voor.
27 februari: Clinton behaalt in South Carolina een ruime overwinning op concurrent Sanders.
1 maart (Super Tuesday): Bij de Republikeinen boekt Trump een overtuigende overwinning, door te winnen in Arkansas, Tennessee, Alabama, Georgia, Virginia, Vermont en Massachusetts. Cruz blijft in de race door overwinningen in zijn thuisstaat Texas en buurstaat Oklahoma. Rubio weet op Super Tuesday niet te verrassen en wint slechts in Minnesota.
Clinton verslaat in de Democratische voorverkiezingen op Super Tuesday Sanders in de zuidelijke staten. Ze wint in Texas, Arkansas, Tennessee, Alabama en Georgia. Ook wint ze in Virginia en Massachusetts. Sanders wint in Oklahoma, Colorado, Minnesota en zijn thuisstaat Vermont.
Video: De Amerikaanse presidentskandidaten in 5 standpunten
Vervolg uitslagen
5 maart: Cruz weet tijdens de zogeheten 'Super Saturday' de meeste stemmen te krijgen van de Republikeinen in Kansas en Maine. Op de plekken waar echter meer kiesmannen te verdelen zijn, in Kentucky en Louisiana, wint Trump.
Bij de Democraten behaalt Clinton alleen de overwinning in Louisiana, Sanders schrijft Nebraska en Kansas op zijn naam.
6 maart: Rubio wint de voorverkiezing in Puerto Rico met een ruime meerderheid. Bij de Democraten wint Sanders in Maine.
8 maart: Clinton wint ruim in Mississippi, Sanders weet nipt te winnen in Michigan. Bij de Republikeinen weet Trump de winst te pakken in Michigan, Mississippi en Hawaï. Cruz wint in Idaho.
12 maart: Rubio wint nipt in Washington D.C. Hij houdt John Kasich met slechts vijftig stemmen achter zich. Clinton wint voor de Democraten in de Noordelijke Marianen, een eilandengroep in Oceanië.
15 maart: Rubio weet niet te winnen in zijn thuisstaat Florida en stapt uit de race. Trump breidt zijn voorsprong uit door te winnen in Florida, Illinois en North Carolina. Kasich wint in zijn thuisstaat Ohio.
19 maart: Rubio wint namens de Republikeinen op de Amerikaanse Maagdeneilanden.
22 maart: In Arizona wint Clinton bij de Democraten, in Idaho staat Sanders ruim op winst. In Utah wint Sanders en namens de Republikeinen Ted Cruz.
26 maart: Sanders haalt zijn achterstand op Clinton in door te winnen in Alaska, Hawaii en Washington.
5 april: Cruz verslaat Donald Trump in Wisconsin. Sanders laat Clinton achter zich.
9 april: Sanders wint in Wyoming van Clinton, maar Clinton houdt een grote voorsprong.
19 april: Trump wint met een ruime meerderheid in de staat New York. Concurrent Cruz komt op een voor hem teleurstellende derde plek en John Kasich wordt tweede. Bij de Democraten wint Clinton overtuigend van Sanders.
26 april: Zowel bij de Republikeinen als bij de Democraten wordt er gestemd in Pennsylvania, Connecticut, Delaware, Maryland en Rhode Island. Trump wint in alle staten en Clinton weet in vier staten de winst te pakken. Sanders komt enkel als eerste uit de race in Rhode Island.
3 mei: Donald Trump wint in Indiana. Ted Cruz maakt daarop bekend dat hij uit de presidentsrace stapt. Bij de Democraten gaat de overwinning naar Bernie Sanders.
7 mei: Hillary Clinton wint de voorverkiezing op het eiland Guam. Ze krijgt 60 procent van de stemmen, waarmee ze vier gedelegeerden verdient. Door haar overwinning heeft Clinton 94 procent van de 2.383 gedelegeerden binnen die nodig zijn om genomineerd te worden door haar partij.
10 mei: Trump wint alle gedelegeerden in West Virginia (30) - Cruz en Kasich zijn inmiddels uit de race gestapt. Sanders wint bij de Democraten met 51,4 procent van de stemmen en krijgt 18 gedelegeerden, tegen 11 gedelegeerden voor Clinton. Trump en Sanders winnen ook in Nebraska.
17 mei: Hillary Clinton wint met minimaal verschil in Kentucky. Trump en Sanders winnen in Oregon.
4 juni: Clinton verslaat Sanders op de Maagdeneilanden.
5 juni: Clinton wint de voorverkiezing in Puerto Rico en is hiermee nog dichter bij de nominatie voor de Democratische partij.
7 juni: Clinton wint in Californië, New Jersey, New Mexico en South Dakota. Ze roept zichzelf uit tot de presidentskandidaat voor de Democratische partij. President Obama feliciteert haar met het behalen van genoeg gedelegeerden. Bernie Sanders wint in Montana en North Dakota.