Alles dat u moet weten over de Europese verkiezingen
Het Europees Parlement (EP) wordt elke vijf jaar gekozen. De vorige verkiezingen vonden dan ook plaats in 2009. Per lidstaat verschilt de precieze datum: Nederland gaat op 22 mei naar de stembus, België bijvoorbeeld op 25 mei.
De uitslag van de verkiezingen wordt bekend op zondagavond de 25e; wanneer alle 28 lidstaten naar de stembus zijn geweest.
Politieke partijen zijn verbonden aan Europese fracties.
Europarlementariërs groeperen zich op ideologie, niet op land; daar zijn de ministers (de Raad van de Europese Unie, ofwel de Raad van ministers) en regeringshoofden (de Europese Raad) voor. Desondanks kunnen stemgerechtigden alleen op parlementariërs uit eigen land stemmen.
Politieke partijen worden aangemoedigd zich te verenigen in een Europese fractie, een soort vereniging van gelijkgestemde politieke partijen. Er zijn momenteel zeven van dat soort fracties.
In een politieke fractie zitten soms meerdere partijen uit een land; de VVD en D66 zijn bijvoorbeeld allebei aangesloten bij de Liberale groep, ALDE. Dat betekent niet dat de VVD en D66 altijd hetzelfde stemmen. Politieke fracties in het Europees Parlement zijn vaak minder gelijkgestemd dan de losse politieke partijen waar zij uit bestaan.
Als een politieke partij zich niet aansluit bij een Europese fractie, lopen ze budget voor medewerkers en spreektijd mis.
Het indienen van een amendement gebeurt ook door fracties, of door tenminste veertig Europarlementariërs. Er zijn momenteel 32 Europarlementariërs die bij geen enkele fractie behoren, waaronder bijvoorbeeld de vier parlementariërs van de PVV.
Voor hen is het dus een stuk lastiger om een amendement in te dienen, omdat zij bij de andere fracties op zoek moeten gaan naar gelijkgestemde parlementariërs.
Het Europees Parlement doet zelf geen voorstellen voor wet- en regelgeving.
Maar het kan wel suggesties doen aan de Europese Commissie, het enige orgaan in de Europese Unie dat voorstellen voor nieuwe Europese richtlijnen en verordeningen kan doen.
Er is geen coalitie.
De Europese Unie heeft geen kabinet of ministers, maar een dagelijks bestuur (de Europese Commissie) dat geacht wordt boven de partijen te staan. Het bestuur bestaat uit één commissaris per lidstaat. Omdat de Europese Commissie geen partijprogramma's uitvoert, is er dus ook geen vaste meerderheid in het EP. Voor elk voorstel van de Commissie moet daarom een nieuwe meerderheid worden gevonden.
Wel zijn er twee grote fracties in het midden die samen vaak een meerderheid vormen: de Europese Volkspartij, waarbij het CDA is aangesloten, en de Partij van de Europese Sociaaldemocraten, waar de PvdA in zit.
Het Europees Parlement besluit niets alleen.
Als er een meerderheid gevonden wordt voor een voorstel van de Commissie, betekent dat nog niet dat de Europese richtlijn of verordening direct van toepassing is.
Het Europees Parlement besluit nooit iets alleen. Bijna alle beslissingen in de EU worden genomen via de zogenoemde medebeslissingsprocedure, waarin ook een meerderheid van de ministers van de Europese lidstaten moeten instemmen met het voorstel en eventuele door het parlement voorgestelde wijzigingen. Als de Raad van Ministers op zijn beurt een wijziging wil doorvoeren in het voorstel, moet het EP daar ook weer over stemmen.
Bij gevoeligere zaken, zoals het invoeren of wijzigen van een nieuw Europees verdrag of instituut, ligt de meeste macht bij de individuele lidstaten en een stuk minder bij het Europees Parlement.
Het aantal zetels dat ieder land krijgt in het EP is afhankelijk van het aantal inwoners.
Maar ook weer niet helemaal; een land kan minimaal 6 zetels en maximaal 96 zetels hebben. Dat is dus voordelig voor de kleinere lidstaten, omdat zij nooit onder de ondergrens van zes zetels kunnen zakken. Zo heeft Malta (418.366 inwoners) net zoveel Europarlementariërs als Estland (1,3 miljoen inwoners).
Duitsland krijgt minder zetels.
Het Europees Parlement groeide de afgelopen jaren met de toetreding van nieuwe lidstaten tot 766 leden. Maar het aantal parlementsleden gaat na de aanstaande verkiezingen omlaag, omdat het maximumaantal in het Verdrag van Lissabon is vastgelegd op 751, inclusief voorzitter.
Die krimp gaat met name ten koste van Duitsland, dat nu 99 zetels heeft en er na deze verkiezingen 96 overhoudt. Buiten Duitsland zijn er nog twaalf landen die allemaal één zetel verliezen. Nederland behoudt zijn 26 zetels.
Er komt ook een nieuwe voorzitter van de Europese Commissie.
De Europese verkiezingen van 2014 gaan niet alleen over het Europees Parlement, maar ook over de voorzitter van de Europese Commissie. De huidige voorzitter van de Europese Commissie is José Manuel Barroso, die die functie sinds 2004 heeft. Zijn termijn loopt dit jaar af. De voorzitter van de Commissie bepaalt de koers van de Europese Commissie en stelt samen met de Europese lidstaten de rest van de Commissie samen.
De Europese Raad (de regeringsleiders van de Europese lidstaten) draagt elke vijf jaar een kandidaat-voorzitter voor. Het Europees Parlement kon tot nu toe die kandidaat enkel goed- of afkeuren. Dit keer gaat dat iets anders.
Sinds het Verdrag van Lissabon (2009) moet bij de selectie worden gekeken naar de uitslag van de Europese verkiezingen.
Het is het idee dat op die manier de Europese verkiezingen dichter bij de Europese burger komen te staan.
De Europese politieke fracties hebben allemaal een eigen kandidaat naar voren geschoven: Jean-Claude Juncker, oud-premier van Luxemburg en voorganger van Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep, is kanidaat namens Europese Volkspartij, de grootste partij in het EP. Hij werd eerder genoemd als belangrijke kanshebber voor de positie van voorzitter van de Europese Raad. Die functie ging uiteindelijk naar Herman Van Rompuy.
De Duitser Martin Schulz, de huidige voorzitter van het Europees Parlement, is kandidaat namens de Europese Sociaaldemocraten, de tweede partij in het EP. De Europese Liberalen en Democraten dragen de Belg Guy Verhofstadt voor. De Europese Groene Partij draagt zowel de Fransman José Bové als de Duitse Ska Keller voor. Europees Links draagt de Griek Alexis Tsipras voor.