
Trouw Deze jongvolwassenen namen afscheid van hun ultraorthodoxe geloof
Dit artikel is afkomstig uit Trouw. Elke dag verschijnt een selectie van de beste artikelen uit de kranten en tijdschriften op NU.nl. Daar lees je hier meer over.
De ultraorthodoxe joodse gemeenschap is de laatste tijd onderwerp van verschillende tv-series en films. De populaire Netflix-serie Shtisel is daar een goed voorbeeld van. Miljoenen kijkers volgen het (liefdes)leven van Akiva, zijn vader de rabbijn, en de gemeenschap in een ultraorthodoxe buurt in Jeruzalem. Een blik in deze gemeenschap, waar de personages leven volgens de zeer strikte regels van hun religie, biedt alle ingrediënten voor groots drama en aansprekende verhalen.
Maar niet alle mensen in de gemeenschap kunnen zich overgeven aan dit strenge ultraorthodoxe systeem, met zijn 613 uit de Thora afkomstige leefregels. Esty Shapiro, hoofdpersonage in Unorthodox, neemt afscheid van het geloof om zichzelf te herontdekken in een vreemde wereld buiten de grenzen van haar gemeenschap.
Een snelgroeiende gemeenschap...
In Israël behoort 12,6 procent van de totale bevolking tot de Haredim, ultraorthodoxe joden, ofwel 1.175.000 mensen. Volgens het Israël Democracy Institute zal de gemeenschap van ultraorthodoxen blijven groeien, tot ongeveer 2 miljoen mensen in 2033.
Naast de snelle groei als gevolg van hoge geboortecijfers, kiezen jaarlijks ongeveer drieduizend mensen ervoor om de ultraorthodoxe gemeenschap te verlaten. De meerderheid van hen zijn jonge volwassenen tussen de 18 en 30 jaar. Deze yotzim (zij die weggaan), komen terecht in een vreemde wereld die ze niet kennen. Volgens de organisatie Hilel, die hulp biedt aan mensen die de ultraorthodoxe wereld willen verlaten, zal het aantal yotzim in de komende tien jaar verdubbelen.
... die moeilijk te verlaten is
Yotzim raken vaak in een sociaal en financieel isolement omdat familie en vrienden niks meer met ze te maken willen hebben. Ze missen de basale kennis en sociale vaardigheden om volledig te integreren in de reguliere Israëlische samenleving. Het vinden van werk en huisvesting is daarom lastig. De Haredim leven vaak in afgesloten gemeenschappen, volledig gericht op de regels van de Thora, waarbij contact met de moderne samenleving als zondig wordt ervaren.
Fotografen-duo Hadas Itzkovitch en Anya van Lit portretteerde drie jonge Yotzim: Chaya, Dor en Tess. Zij delen hun levensverhaal van opgroeien in een Haredim-familie en het zeer moeilijke traject wanneer ze op jonge leeftijd het vertrouwde verlaten, hun families en gemeenschappen de rug toe keren, om het onorthodoxe in zichzelf te ontdekken.

Tess Meir (28): 'Door een dunne spleet in het gordijn keek ik naar de wereld die voorbijging'
"Ik was een dromerig kind en kon verdwalen in mijn verbeelding. Lag het liefst op de bank. Maar dat mocht nooit. Meisjes vanaf 3 jaar worden al gezien als verleiding voor de mannen. En het is onfatsoenlijk om je lichaam uitgestrekt op een bank te laten zien. Ik mocht ook niet fietsen, buiten rennen, of een ijsje eten op straat. Dat is onbescheiden. Een braaf meisje zijn betekende ook volledig bedekt zijn - een rok bedekt de knieën en een panty bedekte de huid eronder. Een shirt moest zowel de ellebogen als het sleutelbeen bedekken. Alleen gezicht en handen mogen worden getoond. Mijn eeuwig lange haar moest altijd strak gevlochten over mijn rug hangen.
Ik ben kind nummer vier in een rij van tien, zeven jongens en drie meisjes. Veel kinderen krijgen is een zegen. We groeiden op in een ultraorthodoxe wijk buiten Jeruzalem, in de strikte Litvakse-gemeenschap. We hadden thuis geen tv of computer.
De jongens zijn de koningen van het gezin
Mijn broers waren de koningen van het huis. Als ze thuiskwamen van school moesten de meisjes lunch serveren en schoonmaken. Van jongs af aan oefen je de regels die van je worden verwacht; meisjes zorgen voor de mannen en het huis, de jongens houden zich bezig met Thora-studie. Ik wilde zo graag een jongen zijn in mijn jeugd. We hebben allemaal een zeer zware jeugd gehad, de meisjes én de jongens. De enige aanraking die ik me herinner was een pak slaag, nooit een uiting van liefde.
Vragen mochten niet gesteld worden. Wie durft te vragen twijfelt aan God, zeiden mijn ouders, en wie aan God twijfelt komt in de hel.
Eens per maand reisden we om shabat te vieren naar familie in het zuiden van Israël. Mijn ouders huurden een busje, ze bedekten het raam met gordijnen zodat we de verleidelijke buitenwereld niet konden zien. Ik deed alsof ik in slaap viel, met mijn voorhoofd tegen het raam, maar heimelijk, door een dunne spleet, keek ik naar de wereld die voorbijging. Ik herinner me de mensen, anders dan wij, die er zo vrij uitzagen.
De stem van een zingende vrouw is als ontucht
Ik wilde heel graag zingen met de mannen tijdens shabat-avond. Dat mocht niet. De stem van een zingende vrouw staat gelijk aan ontucht, het leidt de mannen af. Ik confronteerde mijn vader hiermee toen ik 10 was. Ik bleef aandringen tot hij naar de rabbijn ging om toestemming te vragen, voor mij en mijn zussen, om thuis te zingen, met de deuren en ramen gesloten. We hadden zo'n mooie harmonie van stemmen, dit is mij enige goede herinnering aan thuis.
Er gebeurden veel schokkende dingen in onze gemeenschap. Geweld en seksueel misbruik. Het speelde zich allemaal af achter gesloten deuren. Een kind uit mijn omgeving werd misbruikt, ik wist door wie, maar mijn ouders wilden er niks over horen. Ze zeiden dat ik een leugenaar was met een wilde fantasie. In mijn directe omgeving werden meer kinderen misbruikt, het was verschrikkelijk.
Rond mijn veertiende ging ik stiekem met de bus naar het centrum van Jeruzalem. Daar ontmoette ik nieuwe mensen. De eerste paar keer maakte ik mijn rok korter en rolde ik mijn mouwen op. Later verstopte ik beneden bij de trap een zak met moderne kleren, en kleedde ik me onderweg om. Ik vond toegang tot internet, en kocht stiekem een telefoon.
Een dubbelleven
Tot mijn zeventiende heb ik een dubbelleven geleefd. Mijn ouders merkten een verandering in me en stuurden me naar een ultraorthodox meisjeszomerkamp om het geloof in me te versterken. Je wordt er eigenlijk gehersenspoeld. De rabbijnen spraken daar charismatische woorden, je mocht er zingen en dansen.
Toen ik terugkeerde van het kamp, dacht ik heel even het licht weer te zien. Mijn ouders stelden een huwelijkskandidaat voor en we waren bijna getrouwd. Ik besefte dat trouwen me voor altijd aan de gemeenschap zou binden en uiteindelijk nam ik de beslissing om te vertrekken.
Sindsdien heb ik geen contact meer met mijn familie, alleen met mijn jongere zus. Zij heeft na mij de gemeenschap verlaten, zij is mijn beste vriendin.
Geen idee wie Shakespeare is
Ik verhuisde naar Tel Aviv en ging naar de toneelschool. Ik was heel verlegen, en merkte dat ik gebrek had aan sociale vaardigheden en kennis. Ik wist niet eens wie William Shakespeare was.
Mijn werk als actrice en toneelschrijver helpt me om te genezen van mijn trauma's. Het maakt me wel boos als ik naar populaire series als Shtisel kijk. De harde werkelijkheid wordt in de serie geromantiseerd. Ik schrijf nu een toneelstuk dat mijn ware verhaal vertelt en licht werpt op de zeer donkere hoeken van de ultraorthodoxe samenleving."

Dor Klein (23): 'Ik werkte stiekem in een restaurant, om te kunnen ontsnappen'
"Op mijn derde verjaardag werden mijn mooie lange blonde haren geknipt. Dat gebeurde op de Meronberg, naast het graf van rabbijn Sjimon Bar Jochai. Het is een eeuwenoude ceremonie, in het Jiddisch een upsherin. Alleen de pijpenkrullen langs mijn oren werden intact gelaten. Vanaf die dag is mijn leven veranderd. Er werd van mij verwacht dat ik mitswa's zou vervullen en de Thora zou leren in de heder (een religieuze school voor kinderen).
Mijn familie behoort tot de Satmar, een extreme, anti-zionistische, ultraorthodoxe gemeenschap. De Satmar zien het zionisme en de oprichting van de staat Israël als een anti-messiaanse daad, bedacht en geboren uit zonde. Er wonen slechts duizend families van de gemeenschap in Israël, de rest woont in de Verenigde Staten.
Tot mijn twaalfde sprak ik alleen Jiddisch. Hebreeuws was verboden omdat het geassocieerd wordt met de zionist. In Bnei Brak, de ultraorthodoxe stad waar we woonden, besloeg onze gemeenschap een paar straten, als jong kind kwam ik daar niet buiten.
Elke dag geslagen
In mijn eerste jaar op school, vanaf mijn derde, hanteerde iedere leraar een eigen methode om te straffen. De ochtendleraar gebruikte zijn handen om ons te slaan, de middagleraar gebruikte stokken. Ik was een nieuwsgierige jongen, stelde vragen en werd bijna dagelijks geslagen. Huilend kwam ik thuis, daar wachtte mij steeds dezelfde reactie van mijn ouders: je hebt het waarschijnlijk verdiend. Ze wisten niet beter. Ook zij zijn zo opgevoed. Een zin in de Bijbel luidt: 'Wie zijn roede spaart, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem'.
Ik geloofde niet in God. Maar ik kende ook geen wereld zonder hem. Op school leerde ik over het zondige leven, van de ongelovigen die in de buitenwereld leefden. Zij zouden in de hel belanden.
Ik wilde niet in de hel belanden, maar mijn leven voelde ook niet veel beter dan dat. Ik was twaalf en kwam in opstand. Ik weigerde mijn bed uit te komen en naar school te gaan. De rabbijnen in de gemeenschap gaven mijn ouders de opdracht me naar een herscholingsprogramma in Jeruzalem te sturen. Dat hield in dat ik niet meer thuis mocht wonen. Ik moest bij een mentor wonen.
Twijfelen aan het geloof staat gelijk aan 'gek'
Het was zijn taak om me weer de Thora te laten studeren. Hij dreigde me naar een gesloten inrichting te sturen als ik niet zou gehoorzamen. Maar ver weg van mijn eigen zeer strikte gemeenschap begon ik te veranderen. Mijn pijpenkrullen knipte ik steeds een stukje korter en ik leerde Hebreeuws. Twijfelen aan het geloof betekent in mijn gemeenschap hetzelfde als 'gek' zijn. De mentor stuurde mij uiteindelijk naar een psychiater en ik kreeg pillen. Maar ik voelde me verschrikkelijk en stopte met de medicijnen.
's Avond werkte ik stiekem, ik waste af in een restaurant. Zo spaarde ik geld voor mijn ontsnapping. Toen ik vijftien was ontvluchtte ik mijn mentor. Het eerste wat ik deed, was mijn pijpenkrullen afknippen. Het gewicht van vele jaren viel in die seconden van me af.
In het begin zwierf ik op straat, sliep op bankjes in het park. Soms was het eng, maar ik heb me in mijn hele leven nog nooit zo vrij gevoeld. Een aardig, kinderloos, stel nam me onder hun vleugels en gaf me een thuis.
Met opzet onwetend
Ik was vastberaden om naar een seculiere school te gaan, mijn leven op te bouwen en iemand te worden. Ik was vijftien en had nooit basisonderwijs gehad. Mijn Hebreeuws en Engels waren matig, mijn sociale vaardigheden waren vergelijkbaar met die van een buitenaards wezen dat net op aarde is aangekomen. We worden met opzet onwetend gehouden, zodat we nooit kunnen ontsnappen en integreren in de seculiere wereld.
Ik besteedde mijn hele zomervakantie aan bijleren, zodat ik bij leeftijdsgenoten in de klas kwam. Dat is gelukt.
Zingen brengt me nu dichterbij mezelf
Jarenlang heb ik mijn lichaam en geest getraind, om sterk te zijn, om nooit meer door iemand onderdrukt te worden. Ik heb tegenwoordig mijn eigen IT-start-up, ik heb leren programmeren van YouTube. Ook heb ik mijn familie benaderd, die enkele jaren geleden het contact met mij had verbroken. Ik hou van ze, ondanks alles. Ik bleef ze bellen, ik stond erop ze te ontmoeten. Stukje bij beetje gaat de deur op een kier. Afgelopen maand heb ik voor het eerst in jaren mijn hele familie weer gezien, op de bruiloft van mijn broer. Ik moest me daarvoor orthodox kleden, maar dat vond ik niet erg.
Wat ik mis uit mijn oude leven zijn de chassidische liederen op vrijdagavond rond de tafel. Met een groep onorthodoxen hebben we een moderne versie verzonnen, met gitaar zingen we de oude liederen. Het brengt me niet dichter bij God, dat was ik al nooit, het brengt me alleen maar dichter bij mijn ware zelf."

Chaya Harel (26): 'Op de religieuze meisjesschool broeide er een gevoel van vrijheid'
"Chaya betekent 'dier' in het Hebreeuws, maar ook 'levend'. Een dier dat niet gekooid wilde worden, dat zat altijd in me. Maar pas toen ik mijn ultraorthodoxe gemeenschap verliet, voelde ik me echt levend.
Ik ben opgegroeid in de Chabad-gemeenschap in Migdal HaEmek, en ben een van de jongsten van dertien kinderen. Chabad wordt als een milde, vriendelijke beweging gezien, en maakt deel uit van de ultraorthodoxe gemeenschap. Als je het mij vraagt, is deze vriendelijkheid een vermomming. We zijn allen boodschappers van de rabbijn van Lubavitch, de overleden leider van de Chabad-beweging. Hij wordt verondersteld terug te keren als de messias. Als boodschappers moeten we vriendelijk zijn, we moeten mensen bereiken om hen dichter bij onze waarheid te brengen.
Ik ken de gemeenschap van binnenuit, het is niets anders dan een sekte. Je bent verplicht om blindelings een absolute leider te volgen, strikte regels te gehoorzamen en je mag geen eigen mening hebben.
Gegrepen door tv-beelden
Mijn ouders groeiden op in seculiere families. Samen zochten ze naar meer betekenis in hun leven. Voor de geboorte van hun eerste kind werden ze ultraorthodox en sloten zich aan bij de Chabad-gemeenschap. Als we op bezoek gingen bij onze seculiere familieleden moesten die de tv verbergen. Een keer vergat mijn tante dat. De bewegende beelden op het scherm grepen me. Het was gewoon het avondnieuws dat uitgezonden werd, maar ik kon mijn ogen er niet van afhouden. Mijn vader was woedend op zijn zus.
Mijn ouders hadden zoveel kinderen, dat het meer op een fabriek leek bij ons thuis. Er was geen warmte, mijn ouders omhelsden me nooit. De oudere kinderen zorgden voor de jongere, in aflopende volgorde. 's Ochtends naar school gaan was een hele operatie, rijen met boterhammen werden gesmeerd.
Als tiener werd ik naar een religieuze meisjeskostschool gestuurd, en daar, ver weg van huis, ver weg van mijn strikte ouders, broeide een gevoel van vrijheid. Voor het eerst kwam de gedachte in me op dat ik de gemeenschap wilde verlaten. Maar ik bleef - voor het vertrouwde, voor mijn vrienden en voor het gemeenschapsgevoel.
'Toen ik mijn pruik ging dragen voelde ik me heel vrouwelijk'
Toen ik zeventien was, stelde een vriendin me een huwelijkskandidaat uit New York voor. Mijn familie ging uitzoeken of hij en zijn familie geschikt waren. Ze gaven groen licht voor een eerste ontmoeting. Die moet plaatsvinden op een openbare plek, je mag alleen water drinken, je moet een zekere afstand houden en alleen concrete vragen zijn toegestaan. Na vijf ontmoetingen verloofden we ons. Drie maanden later, toen ik achttien werd, trouwden we in New York. Het was opwindend, ik was een getrouwde volwassene die ging wonen in Crown Heights in Brooklyn. De dag na mijn bruiloft moest ik mijn haar bedekken met een pruik. Een mooie lange pruik met highlights, van echt haar. Ik voelde me heel vrouwelijk.
Maar al snel realiseerde ik me dat ik om de verkeerde redenen getrouwd was. Met de verkeerde man. Hij was een bedrieger. Sommige van mijn broers en zussen woonden in New York, maar mijn man wilde alleen bij zijn familie langs, en ik had weinig contact met de mijne. Ik voelde me erg geïsoleerd. Mijn eerste kind werd geboren en kort daarna de tweede. Van jongs af aan leer je wat de rol van een goede echtgenote en moeder is. Ik wilde de rust bewaren en deed mijn best om te voldoen aan wat er van me verwacht werd. Diep van binnen wist ik dat er iets niet goed zat, ik wilde een andere toekomst voor mijn kinderen.
Mijn eerste stap naar vrijheid was het afzetten van mijn pruik
Ik was diep ongelukkig. Tijdens een bezoek met de kinderen aan Israël besloot ik dat ik niet meer terug wilde keren. Ik zette mijn eerste stap op het pad naar vrijheid: mijn pruik deed ik af. Die pruik heeft tot vandaag diep in de kast gelegen. Toen ik deze na zoveel jaren weer opzette voor de foto, kreeg ik tranen in mijn ogen.
Mijn man vloog naar Israël om me te overtuigen terug te keren. Hij bedreigde ons en we werden door de sociale dienst in een opvangcentrum geplaatst. We bleven er een jaar. Het was een goede tijd. Ik kreeg therapie om mijn ziel te genezen, mijn kinderen hadden een veilige plek. Twee jaar later slaagde ik er eindelijk in om van hem te scheiden.
Ik werd verliefd op een vrouw, we wonen samen met de kinderen. In mijn oude leven was dit onmogelijk geweest.
Ik heb gelukkig contact met mijn familie, ze accepteren de nieuwe Chaya, maar mijn relatie accepteren ze niet. Ik geloof dat alles in het leven een proces is, op een dag zullen ze dit ook accepteren. Het kostte me tenslotte zelf ook een tijd om in het reine te komen met wie ik ben."
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen