
de Stentor Gerrit Jan (83) ervaart nog altijd de gevolgen van 'de hel van 63'
Dit artikel is afkomstig uit de Stentor. Elke dag verschijnt een selectie van de beste artikelen uit de kranten en tijdschriften op NU.nl. Daar lees je hier meer over.
In de koudste winter van de hele 20ste eeuw hadden Gerrit-Jan en zijn vier broers afgesproken het gewoon te gaan doen, die Elfstedentocht. Maar hoe verder het kwik onder nul zakt, hoe meer er afhaken. Het hele pad naar de boerderij van de familie Pleijter in Wezep is compleet dichtgesneeuwd, de waterleidingen naar de deel zijn bevroren. Een voor een trekken zijn vier broers zich terug. Gerrit-Jan blijft als enige van het gezin over. 'Het wordt zijn dood', zegt zijn bezorgde moeder tegen zijn vrouw Coby. Maar hij gaat toch, niets kan hem stoppen.
Oude schaatsen
"Roekeloos was het'', blikt de oud-boer terug. Voor hem op de keukentafel liggen zijn oude schaatsen, de Noorse trui die zijn lijf warm hield, het jubileumboek en een map met krantenknipsels die aan de tocht zijn gewijd.
"Achteraf dacht ik: hoe heb je dat kunnen doen?'' zegt Pleijter. Maar zijn jeugddroom en de jonge onbezonnenheid zetten hem die 17de januari op de trein, samen met de enig overgebleven vriend die het ook aandurft. De volgende dag verzamelen drommen rijders zich in de hal van autospuiterij Posthuma, waar het startsein om half zes klinkt. "De grond dreunde gewoon. Zeshonderd personen begonnen te rennen. Het was het geluid van een stel dieren dat op hol is geslagen'', herinnert Pleijter zich nog haarfijn.
Uitzonderlijke temperaturen
Eenmaal bij het ijs aangekomen, schaatst hij het grote niets in. "Het was pikdonker, heel indrukwekkend.'' Dertien uur lang ploetert hij zich door de zwaarste condities die een Elfstedentocht ooit gekend heeft. De temperatuur zakte in Joure tot -21 graden. "De echte wedstrijdrijders liet ik vooruit gaan. Ik hield mezelf rustig en dacht: laat die jongens maar gaan, wij komen wel een keer.''
Maar of dat een verstandige zet was, betwijfelt Pleijter 60 jaar na dato nog steeds. "Dat eerste stuk ging behoorlijk goed, maar het weer werd in de loop van de dag steeds extremer. Het ijs was wel geveegd, maar door de wind waaide het weer dicht met sneeuw. We moesten hele stukken lopen. Dat was ontzettend zwaar.''
Verstand op nul
Zijn vriend vindt het gekkenwerk en gooit halverwege de handdoek in de ring. Maar in Pleijter komt het niet op. "Nu denk ik: stap af, gebruik je verstand. Maar ik had mijn verstand op nul gezet, ging zonder nadenken verder. Anders zou ik het niet redden.'' Eén gedachte houdt hem op de been: "Ik ben voor de familie en het dorp naar Friesland gegaan, nu ga ik het ook volbrengen.''
En zo komt hij half zeven 's avonds over de finish in Leeuwarden. Zijn oren en linkervoet zijn bevroren en opgezwollen van de kou. Dagenlang kan hij niet zitten, door de verstijfde spieren. "Latere zomers kreeg ik last van winteroren. Dan begonnen ze te jeuken. En van mijn voet heb ik nu nog last. Als het winter wordt, wordt onrustig in die tenen.''
Groot risico
Nooit meer heeft hij overwogen aan een Elfstedentocht mee te doen. "Dat vond ik niet meer verantwoordelijk. Ik had inmiddels een mooi boerenbedrijf, daar had ik toch rekening mee te houden. Dat gevoel had ik op mijn 23ste niet. Ik deed het gewoon.'' Iets waar hij in al die zestig jaar nooit spijt van heeft gehad. "Hoe ouder ik word, hoe meer ik er aan terugdenk. Het was een jeugddroom. Een groot risico, maar ook een groot avontuur.''
Aan schaatsen doet de 83-jarige niet meer. De laatste keer was tien jaar geleden. "Toen ben ik achterover op mijn hoofd gevallen.'' Met de ambulance werd hij afgevoerd. Van zijn vrouw mag hij het ijs niet meer op en dat hoeft ook niet meer van hem. Lange tochten zijn er gezien zijn leeftijd niet meer bij. "Dan is het hooguit gewoon een rondje schaatsen. Wat stelt dat dan voor?''
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen