
Trouw Scholieren in opstand tegen de koning van voormalig Swaziland
Dit artikel is afkomstig uit Trouw. Elke dag verschijnt een selectie van de beste artikelen uit de kranten en tijdschriften op NU.nl. Daar lees je hier meer over.
Machawe Lukhuleni zit in een rolstoel naast zijn bed in een piepklein tweekamerhuisje waar ze met zijn zevenen leven. Het optrekje staat hoog in de heuvels. De natte rode aarde, van het kronkelpad naar de woning, is maar moeilijk uit zijn kamertje te houden. Hij slaapt er met zijn broer en moeder, naast het kookstel met pannen. Kleren hangen aan de muren. Door een raam komt wat licht binnen op deze koude mistige ochtend.
Dat Lukhuleni in een rolstoel zit, is het gevolg van protesten waar hij in juni bij betrokken raakte toen hij boodschappen ging doen. De demonstranten verzetten zich tegen de feodale koning Mswati III van Eswatini. Het land dat voorheen Swaziland heette ligt in zuidelijk Afrika en heeft 1,2 miljoen inwoners.
In Lukhuleni's dorp Lomahasha, aan de grens met Mozambique, wordt net als in de rest van het land al maanden geprotesteerd tegen de absolute monarch. De demonstranten eisen democratie en het aftreden van de koning. Ze gaan de komende dagen opnieuw de straat op.

'Ik schreeuwde en riep om hulp'
Het protest waar Lukhuleni (16) bij betrokken raakte, vond plaats op de doorgaande weg. Hij stond op de zanderige parkeerplaats voor de paar winkels die Lomahasha telt. Ineens was de politie er, veel politie, in gevechtsuitrusting, en begon te schieten. Iedereen rende, ook de jongen. Hij werd onder de voet gelopen. Toen hij opstond, werd hij door twee kogels getroffen in zijn rug. "Ik schreeuwde en riep om hulp. Ik zag de wond in mijn buik waar een kogel uit was gekomen. Ik voelde nog geen pijn, maar ik kon mijn benen niet bewegen, mijn armen wel."
Koning Mswati III
Volgde in 1986 op achttienjarige leeftijd zijn vader Sobhuza II op. Bij zijn overlijden was Sohuza 82 jaar koning geweest. Mswati erfde de absolute macht in Eswatini. Als vorst van de Eswatini's treedt hij in de voetsporen van zijn voorouders die al meer dan duizend jaar de feodale heersers zijn over dit volk.
De bevolking is arm in Eswatini en er is een hoge werkloosheid. Werk is schaars. Een kleine elite rond Mswati en de koninklijke familie leeft in grote rijkdom.
Hij vertelt gelaten dat er uiteindelijk hulp kwam. Op de rug van een man werd hij naar een lokaal gezondheidscentrum gebracht, maar de verpleegkundigen durfden hem niet te helpen. Hij moest naar een ziekenhuis 60 kilometer verderop, maar agenten blokkeerden de weg. Hij mocht er niet door. Veel later is Lukhuleni er toch naartoe gebracht. Na drie weken zei de arts dat zijn ruggengraat door kogels was beschadigd en dat hij nooit meer zou kunnen lopen. Dat was drie maanden geleden.
Het verhaal van Lukhuleni is exemplarisch voor wat er in de laatste dagen van juni is gebeurd. Eswatini kwam in opstand tegen zijn koning, die in exorbitante luxe leeft met zijn vijftien vrouwen en vele kinderen. Hij bezit de meeste bedrijven in Eswatini of heeft een groot aandelenbelang. Veel grond is in handen van de koninklijke familie.
Zeker honderd mensen kwamen om
De koning benoemt de minister-president, rechters, de politiecommissaris en de bevelhebber van het leger. Een echt parlement bestaat niet, alleen regionale afgevaardigden, volksvertegenwoordigers zonder wetgevende macht. Mswati regeert per decreet.
Aanleiding voor het oproer eind juni was het doodschieten van een andere student, Thabani Nkomonye, door politieagenten. Het was de druppel die de emmer deed overlopen. De koning met zijn brute politiemacht overschreed een grens toen de agenten vrijuit gingen. Uit het hele land werden petities ondertekend die democratie eisten, maar de minister-president maakte de overhandiging ervan onmogelijk. Er braken rellen uit, waarbij volgens de oppositie zeker honderd mensen omkwamen en volgens de politie 35 plunderaars zijn gedood.
Vanuit trucks en vanuit een helikopter werd er die dagen geschoten op mensen op straat. Volgens de grootste oppositiepartij, de socialistische Pudemo waren er ook 350 gewonden, zoals Lukhuleni, en ruim 800 arrestaties.

De rust keerde nooit helemaal terug, de onvrede bleef. De koning kwam eind vorige maand met een campagne onder de naam 'Hallelujah', ten teken dat alles weer pais en vree was. Iedereen moest banners, pamfletten en posters ophangen met 'Hallelujah'. In twee weken tijd gingen de meeste teksten in vlammen op. Alleen bij kazernes en paleizen staan nog enkele grote borden. Afbeeldingen van de koning waren vroeger overal in het straatbeeld te zien, maar zijn nu bijna verdwenen uit het land.
De onrust houdt aan in Eswatini. Overal breken schoolstakingen uit, zelfs op basisscholen. Scholieren en studenten gaan de straat op. De reactie van de politie is steeds bikkelhard, zoals ook blijkt uit een video die op 8 oktober is opgenomen bij de Tikhuba middelbare school waar de leerlingen staken. Op het schoolterrein zijn schoten te horen.
Dansend op de heuvel
Diezelfde dag verzamelden zich, volgens de krant Eswatini News, zeker tweeduizend scholieren bij het kantoor van de minister-president in de hoofdstad Mbabane om een petitie aan te bieden. Ze liepen in een lange stoet zingend en dansend de heuvel op in hun rode kleding met een rode baret of ze droegen hun schooluniform. De politie was alom aanwezig, met zeker 150 tot de tanden toe gewapende agenten. De politiemensen stonden met blauwe trucks en pantservoertuigen op kruispunten. Uiteindelijk bleef het rustig deze dag.
Maar niet voor lang, zegt de voorzitter van studentenvakbond SNUS, Colani Maseko (28). Hij is op de vlucht voor de politie. Elke nacht slaapt hij ergens anders. "Een regionale afgevaardigde die is gevlucht naar het buitenland belde me een paar nachten geleden dat ik onmiddellijk mijn huis moest verlaten, omdat ik anders die nacht vermoord zou worden. Ook een soldaat bevestigde dat."

Maseko opereert uiterst omzichtig. Zo wordt de afspraaklocatie om met hem te praten bij aankomst gewijzigd naar een andere stad om er zeker van te zijn dat het geen valstrik is. Ineens duikt de studentenleider op. Door de coronaregels draagt iedereen in Eswatini een mondkapje op straat en dat maakt herkenning door de politie een stuk lastiger. Maseko waagt het erop.
"Ik heb de laatste maanden zeven studenten begraven", zegt hij ernstig. "Ook ik ben in levensgevaar." Maar van stoppen met actievoeren is geen sprake. Vanaf begin oktober zijn meer en meer scholen gaan staken en protesteren scholieren en studenten dagelijks. "We eisen dat iedereen recht krijgt op een studiebeurs en niet alleen de kinderen van de kliek rond de koning", zegt hij. Die petitie hebben de demonstranten in Mbabane bij het kantoor van de minister-president afgeleverd.
'We gaan de straat op'
"We willen nu dat alle scholen de komende dagen dichtgaan. Er mag geen school meer open zijn totdat er democratie is en alle arrestanten zijn vrijgelaten. We gaan de straat op", zegt hij dreigend.
Ook andere oppositie-organisaties, zoals Pudemo doen mee, blijkt bij navraag. Het land gaat, volgens Maseko, op slot totdat de koning weg is. Inmiddels zijn sinds begin van deze week al meer dan 80 scholen in staking volgens lijstjes die lokale kranten publiceren.
Ook in Lomahasha, het dorpje van Lukhuleni staken zijn medeleerlingen. "Leraren en de schooldirecteur deden niets voor hem. Ze zijn niet eens bij hem langs geweest, maar de school incasseert wel schoolgeld", zegt Siphiwosethu Nyoni (17) met ingehouden woede. "We willen gerechtigheid voor Lukhuleni."
De leerlingen verlieten de school om enkele kilometers verderop naar een andere school te lopen, om daar steun te vragen. "De politie zei ons te begeleiden om ons te beschermen." Toen de scholieren bij een stuk weg kwamen met aan de ene kant een steile bergwand en aan de andere kant een diep ravijn stond een grote politiemacht hen op te wachten. "We zaten in de val; opgesloten. Ze trokken geweren, schoten op ons en vuurden traangasgranaten af. Iedereen probeerde terug te rennen."
'De moordenaar van mijn vader is nog steeds op vrije voeten'
Het meisje kijkt naar de grond en frunnikt aan de drukknopjes van haar jas: open, dicht, open, dicht. "Ik bevroor. Ik kon niet rennen. Ik bleef alleen achter en zat op de grond. Twee agenten kwamen op mij af, de een trapte en sloeg me en de ander zette zijn geweer tegen mijn hoofd en dreigde te schieten. Ze wilden me straffen omdat ik een van de leiders van het protest ben."
Uiteindelijk kon ze wegrennen. "Ik blijf protesteren. Het is groter dan onze schooldirecteur en de agent die Lukhuleni verlamde. Die politieman schoot onlangs nog twee andere mannen dood." Ze zwijgt even. "We willen democratie en dat is belangrijker dan die agent die nog steeds op vrije voeten is."

Nyoni is bedrukt. Het duurt even voordat ze verder praat. Dan blijkt dat haar vader het eind augustus in een café opnam voor Lukhuleni bij een ruzie met de agent die de scholier met twee kogels verlamde. De agent was dronken en woedend. "Hij reed naar het politiebureau, haalde een geweer, kwam terug en schoot mijn vader en een andere man dood. De moordenaar van mijn vader is nog steeds op vrije voeten."
Ondanks het excessieve politiegeweld gaan de schoolstakingen door in het hele land. Studentenleider Maseko beseft dat er slachtoffers kunnen vallen. "Misschien wel doden." Hij zegt dan resoluut: "De koning heeft de boodschap van ons maandenlange vreedzame protest niet willen horen. We zullen niet alleen staken, maar we zullen ook in opstand komen. Revoluties worden door jongeren gemaakt. Nu is het onze taak om Eswatini te bevrijden van deze koning. De rest van de bevolking zal ons zeker steunen."
Hij loopt het winkelcentrum uit. Zijn telefoon staat alweer vol berichten. Al bellend gaat Maseko omzichtig naar zijn volgende schuilplaats.
'Mensen moeten blijven vechten'
In Lomahasha drijven de wolken tussen de heuvels met in de valleien de katoenvelden. De boeren kregen een tijdje geleden te horen dat de koning hun land zal opeisen om er zelf mais te verbouwen. Daarna bleef het stil, maar bij de arme bevolking resteert een grimmig gevoel over Mswati III.

Lukhuleni 's benen zijn na meer dan drie maanden graatmager. Al die tijd lag hij op bed, zonder ooit iets van de autoriteiten te horen. Pudemo trok zich zijn lot aan. Er arriveert in het geheim een wit busje dat van binnen als ambulance is ingericht. Hij en zijn moeder worden opgehaald om ze naar de stad Manzini te brengen, twee en half uur rijden van Lomahasha. Hij krijgt daar dagelijks fysiotherapie. "Hopelijk komt er weer beweging in mijn benen", zegt Lukhuleni met enig optimisme.
Net voordat hij de ambulance ingaat, wil de jongen nog iets kwijt. "Ik heb nooit geprotesteerd, ook niet tegen de koning", zegt hij zachtjes. "Nu ben ik van gedachte veranderd. Ik realiseer me dat de koning niets om zijn volk geeft en ook niets om mij. Mensen moeten blijven vechten voor hun vrijheid."
Lukhuleni wordt naar buiten gerold en op een brancard in de ziekenauto getild. Het busje rijdt de heuvel op, maar na 100 meter komt de ambulance tot stilstand en zinkt weg in de diepe rode modder. Duwen, zelfs met tien man, helpt niet. Alleen een tractor kan uitkomst bieden.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen