Westerse ministers willen meer grenscontroles binnen EU na aanslagen Parijs
Dat is een van de plannen die de Europese en Amerikaanse ministers die in Parijs beraadslaagden na de aanslagen in die stad zondagmiddag presenteerden.
Bij die controles zouden de afspraken over het vrije verkeer van goederen en personen wel gerespecteerd moeten worden, zei de Franse minister van Binnenlandse Zaken, Bernard Cazeneuve, na de bijeenkomst. Verder willen de ministers dat aan de buitengrenzen van de EU beter gecontroleerd wordt.
De ministers van tien Europese landen waaronder Nederland, stellen zich twee doelen, zo bleek zondag. Ten eerste moet het reizen van geradicaliseerde personen of terroristen worden beperkt, ten tweede moet worden voorkomen dat mensen radicaliseren, bijvoorbeeld via internet.
Bekijk video:
Blokkeren
Om dat te bewerkstelligen willen de ministers meer informatie met elkaar delen over buitenlandse strijders, de geldstromen naar terreurgroepen en terroristen blokkeren en een Europees systeem opzetten waarmee vliegreizen van mensen worden geregistreerd. Dat systeem moet gekoppeld worden aan andere databases, waardoor het voor iedereen zichtbaar moet zijn als verdachte mensen zich verplaatsen met een vliegtuig.
Verder willen de ministers de illegale wapenhandel steviger aanpakken. Op internet willen de ministers ''kwalijke invloeden'' sterker bestrijden. ''Maar tegelijk willen we het internet als een forum voor vrije meningsuiting beschermen'', aldus Cazeneuve.
De ministers van de tien aanwezige Europese landen spraken al eerder met elkaar over dergelijke initiatieven, onder meer in Milaan. Binnenkort zal er in het Letse Riga en in Washington worden gesproken over de antiterreurmaatregelen die landen gezamenlijk willen nemen.
''Terrorisme maakt geen onderscheid tussen landen en continenten. Wat Frankrijk is overkomen, gaat alle democratische landen in de wereld aan. Dat was voor mij de reden om deze ministers nu samen te brengen. We zijn vastberaden om terrorisme te bestrijden op een internationaal niveau'', aldus Cazeneuve.
Rutte
Nederland is niet in oorlog met extremisten en voert ook geen strijd met de islam, zo heeft premier Mark Rutte gezegd in het televisieprogramma Buitenhof. ''We zijn in strijd met extremisten die hun geloof gebruiken als onderbouwing om aanslagen te plegen'', aldus de premier.
Rutte zei dat hij een term als 'oorlog' hier nooit zal gebruiken. PVV-leider Geert Wilders had woensdag snel na het bloedbad bij het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs getwitterd dat we in oorlog zijn.
Rutte weigerde zich ook aan te sluiten bij een oproep eerder deze week van oud-VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, die stelde dat er meer kritiek op de islam en de Koran nodig is. Rutte wilde alleen de ''feitelijke constatering'' maken dat er binnen de islam minder ruimte is voor kritiek. Maar politici moeten niet overgaan tot kritiek op andere religies, ook niet in deze week, aldus de premier. ''Omdat je dan de griezels in Parijs op één lijn zou zetten met de mensen die in vreedzaamheid de islam aanhangen.''
Opstelten
Contacten die Saïd en Chérif Kouachi, de twee broers achter de aanslag op Charlie Hebdo, zouden hebben met Nederland zijn bij de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten niet bekend, zo zegt minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie), die in Parijs aanwezig is bij het antiterrorismeberaad van Europese en Amerikaanse ministers. ''Uiteraard gaan de diensten verder met hun onderzoek want dat is nog niet klaar'', aldus de minister.
De Duitse krant Bild meldde zondag op basis van Amerikaanse onderzoeksbronnen dat Saïd en Chérif Kouachi contacten hadden in Nederland.
Het Nederlandse Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid gaan niet in op het bericht. Ook Rutte wil niets zeggen over het al dan niet bestaan van deze contacten. Hij wilde alleen kwijt dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in de verschillende landen met elkaar samenwerken en informatie uitwisselen.