Djokovic schreef "Kosovo is het hart van Servië. Stop het geweld" op een cameralens nadat hij maandag van de Amerikaan Aleksandar Kovacevic had gewonnen in de openingsronde.

"Het was niet gepast. Het staat een sporter vrij om mensenrechten te verdedigen en mensen te verenigen, maar dit was militant en zeer politiek. Dat mag niet nog eens gebeuren", zei Oudéa-Castéra woensdag tegen TV2.

De minister voegde eraan toe dat ook voormalig toptennisster en toernooidirecteur Amélie Mauresmo met de 36-jarige Djokovic en zijn begeleidingsteam heeft gesproken over het incident.

Maandag raakten in het Noord-Kosovaarse Zvecan (waar de vader van Djokovic opgroeide) zo'n dertig NAVO-militairen gewond bij confrontaties met Servische demonstraten. Aanleiding was het aantreden van etnisch-Albanese burgemeesters in het noorden van Kosovo.

In dat gebied worden de burgemeesters door de Servische demonstranten niet als hun vertegenwoordigers erkend. De Serviërs vormen er een meerderheid en accepteren de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo uit 2008 niet.

De Franse tennisbond (FFT) onderneemt geen actie tegen Djokovic, omdat er geen officiële Grand Slam-regels zijn over wat spelers wel of niet mogen zeggen. Tennisfederatie ATP kan wel ingrijpen.

Het olympisch comité van Kosovo wil dat de Serviër wordt gestraft. "Novak Djokovic heeft opnieuw de sport gebruikt om het Servische nationalisme te promoten", zei voorzitter Ismet Krasniqi.

"Uitspraken van een dergelijk publiek figuur zonder enig gevoel van berouw leiden rechtstreeks tot het verhogen van het niveau van spanning en geweld tussen de twee landen."

Djokovic vervolgt de jacht op zijn 23e Grand Slam-titel woensdag. In de tweede ronde van Roland Garros speelt hij tegen de Hongaar Márton Fucsovics.