
Oproer in Chinese fabrieken raakt Apple flink in de portemonnee
Er gingen niet alleen minder iPhones over de toonbank; Apple verkocht ook minder Mac-computers en Apple Watches. De omzet uit de dienstentak, waar bijvoorbeeld de App Store en Apple Music onder vallen, steeg wel. Ook wist het bedrijf meer iPads te verkopen.
Eind vorig jaar werd voor bijna 66 miljard dollar (ruim 60 miljard euro) aan iPhones verkocht. Dat is een daling van ruim 8 procent vergeleken met de laatste drie maanden van 2021. Door de feestdagen is het laatste kwartaal altijd erg belangrijk voor de iPhone-fabrikant.
Een corona-uitbraak in een Chinese fabriek van Foxconn, waar veel Apple-producten worden gemaakt, was een belangrijke oorzaak van de tegenvallende cijfers. Het personeel van die fabriek mocht in eerste instantie niet weg en moest slaapzalen delen met zieke collega's. Dat leidde tot een opstand met werknemers die besloten terug naar huis te gaan. Daardoor konden minder producten gemaakt worden.
Ook zorgen over een mogelijke recessie zaten het bedrijf dwars. Apple voldeed daardoor voor het eerst sinds 2016 niet aan de verwachtingen van analisten.
Ongunstige dollarkoers maakt Apple producten duurder in Europa
De verkopen daalden het sterkst bij ons in Europa. Door de ongunstige dollarkoers zijn de producten van Apple hier flink duurder geworden. Volgens topman Tim Cook was de omzet gestegen als valutaschommelingen geen invloed hadden gehad.
Ook de winst van Apple ging flink omlaag. Maar het bedrijf kon nog altijd 30 miljard dollar aan winst bijschrijven. Een jaar eerder was dat nog 34,6 miljard.