
Taiwanese iPhone-fabrikant geeft personeel in China bonus na opstand
Arbeiders van de fabriek in Zhengzhou stormden afgelopen week de slaapzalen uit, na toenemende onrust over coronabesmettingen en het strenge lockdownbeleid. Daarbij kwam het tot confrontaties met bewakers van het complex.
Direct na de opstand bood Foxconn medewerkers die ontevreden waren een vertrekpremie aan van omgerekend 1.300 euro. Dat bedrag was vooral bedoeld om nieuwkomers die hadden deelgenomen aan de gewelddadige protesten aan te moedigen om te vertrekken.
Bij de ongeregeldheden speelde boosheid over loonbetalingen ook een rol. Zo zou een beloofde uitbetaling van 3.000 yuan (ruim 400 euro) voor dertig dagen werk ineens zijn verlaagd naar 30 yuan. Foxconn heeft excuses aangeboden voor die "technische fout" binnen zijn betaalsystemen.
De bonus om te blijven weerspiegelt de noodzaak van Foxconn om de productie weer op volle snelheid te krijgen na een maand van strenge coronamaatregelen en de protesten van vorige week.
Op de campus van Zhengzhou, waar normaal meer dan 200.000 medewerkers wonen en werken, wordt de overgrote meerderheid van de nieuwe iPhone 14 Pro en Pro Max van Apple gemaakt. Na de protesten zouden meer dan twintigduizend nieuwe medewerkers zijn vertrokken.
Apple waarschuwde eerder deze maand al dat de leveringen van zijn nieuwste iPhones lager zullen zijn dan eerder verwacht. Dat is een domper voor het bedrijf vlak voor het feestdagenseizoen.