Uit die rondvraag blijkt dat er een aanzienlijk en aanhoudend verschil is tussen de vraag en het aanbod van chips. Bedrijven verwachten dat het probleem in de komende zes maanden niet wordt opgelost. Het tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door beperkingen in de productiecapaciteit van zogeheten wafers, de dunne plakken materiaal waarvan uiteindelijk halfgeleiders worden gemaakt.

In september vroeg het ministerie aan bedrijven om vragenlijsten in te vullen, om zo meer informatie in te winnen over het tekort. Hoewel het verzoek vrijwillig was, waarschuwde minister van Economische Zaken Gina Raimondo wel dat ze buitenlandse chipbedrijven met Amerikaanse activiteiten zou kunnen dwingen om de vragen te beantwoorden.

Raimondo heeft gesproken met "alle topbestuurders in de toeleveringsketen", onder wie die van het Zuid-Koreaanse Samsung en het Taiwanese TSMC. Het ministerie zei ook dat het de bevindingen van het onderzoek heeft gedeeld met buitenlandse regeringen.

De inventarisatie bevat volgens Raimondo weinig goed nieuws. "De vraag naar chips is hoog en wordt steeds hoger", zegt de minister, die daarbij aangeeft dat de vraag naar chips nu ongeveer 20 procent boven het niveau van 2019 ligt.

Het ministerie onderzoekt een aantal ongewoon hoge prijzen, die zijn waargenomen bij sommige chips voor autofabrikanten en fabrikanten van medische apparatuur. Verder blijkt dat de voorraden flink zijn gedaald. Gemiddeld was er in 2019 een voorraad voor veertig dagen, terwijl dat in 2021 nog vijf dagen was. "Vijf dagen aan inventaris geeft geen ruimte voor fouten", zegt Raimondo. "Dat toont aan hoe kwetsbaar deze toeleveringsketen is."

President Joe Biden heeft er bij het Congres op aangedrongen om meer financiële middelen goed te keuren om de chipproductie in de Verenigde Staten te stimuleren. Het chiptekort zorgt in tal van sectoren voor productieproblemen.