James Webb-ruimtetelescoop komt maandagavond aan op zijn bestemming
Om 20.00 uur Nederlandse tijd verandert de ruimtetelescoop van koers en komt hij aan op zijn bestemming. Dat is een stabiele plek in de schaduw van de aarde. Daar verbruikt de telescoop zo min mogelijk energie, heeft hij vrij zicht en kan hij eenvoudig beelden en meetdata doorsturen.
Na aankomst kan de James Webb-ruimtetelescoop nog niet meteen aan de slag. Eerst moeten alle apparaten aan boord worden gekoeld tot 266 graden onder nul. Dat duurt ongeveer een maand. Daarna duurt het een paar maanden om te testen of alles goed werkt. In de zomer kan de telescoop de eerste metingen verrichten.
De ruimtelescoop is ontwikkeld door Europa, de Verenigde Staten en Canada. Hij werd op Eerste Kerstdag gelanceerd en heeft inmiddels bijna 1,5 miljoen kilometer afgelegd. De nieuwe ruimtetelescoop is de opvolger van de beroemde Hubble. De James Webb-ruimtetelescoop is ongeveer zo groot als een tennisbaan en heeft een spiegel van 6,5 meter als kern. Die vangt het licht uit de ruimte op en kaatst dat naar een tweede spiegel, die het licht bundelt en naar de meetinstrumenten aan boord stuurt.
De James Webb-ruimtetelescoop moet zoeken naar planeten waar misschien leven mogelijk is, verre sterrenstelsels en sporen van de oerknal. Het project kost in totaal ongeveer 8 miljard euro.
