
Koerdische milities vragen opnieuw om hulp van Syrisch leger in Afrin
De milities die het regime van Assad steunen en zich nu in Afrin begeven, zijn volgens de YPG niet in staat om een einde te maken aan de Turkse inval. Dit zou onder meer komen doordat de strijders met te weinig zijn.
"Het Syrische leger moet haar taak vervullen om de grenzen van Syrië te beschermen", zegt een woordvoerder van de YPG. Een eerder verzoek aan Assad werd dinsdag beantwoord met de komst van honderden strijders. Die staan gepositioneerd aan de grenzen, waar tegen het Turkse leger wordt gevochten.
Er kwam geen besluit om het Syrische leger te sturen. Meerdere partijen stellen dat Rusland, een samenwerkingspartner van zowel Assad en de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, dit heeft voorkomen.
Vanwege het Turkse offensief hebben YPG-strijders Aleppo verlaten. De door de Koerden heroverde gebieden van het voormalig IS-bolwerk zijn als gevolg daarvan in handen gekomen van de Syrische regering. Dit laat een commandant van de YPG donderdag weten.
Inval
Het Turkse leger is eind vorig maand het noordwesten van Syrië binnengevallen om de YPG, dat door de Turken wordt gezien als een verlengstuk van de verboden PKK, te verdrijven. Turkije wil zo voorkomen dat in het gebied een Koerdische staat wordt gevestigd.
De strijd om de regio gaat gepaard met stevige gevechten. Zo worden er luchtaanvallen uitgevoerd en is er van beide strijdende partijen veel militair materieel aanwezig in het gebied. Naar verluidt zijn duizenden Syrische burgers op de vlucht geslagen door de onrustige situatie.
De Turken beroepen zich bij hun inval op artikel 51 van het VN-Handvest dat gaat over zelfverdediging. De internationale gemeenschap heeft "Operatie Olijftak" in de Veiligheidsraad veroordeeld.